18 JANUARI 2022. - Ministerieel besluit betreffende bepaalde subsidies die worden beheerd door het bestuur Brussel Huisvesting van de GOB die worden gelijkgesteld aan de uitgaven onderworpen aan organieke regels
Art. 1-7
Artikel 1. In toepassing van het artikel 50, § 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 december 2021 betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit, is het advies van de Inspectie van Financiën niet vereist voor de uitgaven, gelijkgesteld aan de organieke uitgaven, die aangerekend worden op de volgende basisallocaties uit de begroting van het bestuur Brussel Huisvesting van de GOB:
25.003.27.02.4322;
25.003.31.01.3431;
25.008.16.04.6141;
25.008.31.05.3432;
25.008.31.08.3432;
25.008.31.09.3432.
Art.2. In toepassing van het artikel 63, 1ste lid, 1° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 december 2021 betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit, zijn de aangelegenheden die niet voor voorafgaandelijk advies aan de Inspectie van Financiën moeten worden voorgelegd, ook vrijgesteld van het akkoord van de Minister van Begroting.
Art.3. Als de uitgaven, aangerekend op de basisallocaties vermeld in artikel 1 van dit besluit, een drempelwaarde bereiken die een akkoord van de Regering vereist, dan zijn het advies van de Inspecteur van Financiën en het akkoord van de Minister van Begroting vereist.
Art.4. Teneinde een doeltreffende en efficiënte opvolging te verzekeren van de uitgaven die aangerekend worden op de basisallocaties hernomen in artikel 1 van dit besluit, zijn ten behoeve van de bevoegde Minister en van de Minister van Begroting, volgende begeleidende maatregelen noodzakelijk:
1° de onverwijlde overmaking aan de Inspectie van Financiën, de cel Begrotingscontrole van de dienst Begroting, Begrotingscontrole en Beheerscontrole van de GOB, de bevoegde Minister en de Minister van Begroting van een trimestriële lijst van de vastleggingen die specifiek is voor ieder uitgaventype en die alle elementen bevat die bijdragen tot de vaststelling van de rechten van de begunstigden door de ordonnateur;
2° de regelmatige overmaking aan de Inspectie van Financiën van een steekproef van dossiers voor een a posteriori controle in de gevallen die de Inspectie van Financiën motiveert.
Het bestuur Brussel Huisvesting van de GOB wordt belast met de onverwijlde uitvoering van bovenvermelde begeleidende maatregelen. De Inspectie van Financiën, de cel Begrotingscontrole van de dienst Begroting, Begrotingscontrole en Beheerscontrole van de GOB, de bevoegde Minister en de Minister van Begroting worden hierover onverwijld ingelicht.
Art.5. De Directeur-generaal van Brussel Financiën en Begroting van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel wordt ermee belast een afschrift van dit besluit te bezorgen aan de bevoegde Minister, het bevoegde Bestuur, het Rekenhof, het Parlement, de Inspectie van Financiën, de Controleurs van de vastleggingen en vereffeningen, de directie Boekhouding en de dienst Begroting, Begrotingscontrole en Beheerscontrole van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.
Art.6. Het ministerieel besluit van 4 maart 2021 in toepassing van het artikel 39, 2de lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evanals de begrotingsopmaak, betreffende bepaalde subsidies die worden beheerd door Brussel Huisvesting, wordt opgeheven.
Art. 7. Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 januari 2022.