Artikels:
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
- koninklijk besluit van 28 januari 2014: het koninklijk besluit van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;
- gemeente: de stad of gemeente die een toelage ontvangt voor de aanstelling van een of meer voltijdse bemiddelaars in het kader van de GAS;
- sanctionerend ambtenaar: sanctionerend ambtenaar zoals bepaald bij het koninklijk besluit van 28 januari 2014;
- Wet: de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;
- bemiddelaar: de lokale bemiddelaar zoals bepaald bij het koninklijk besluit van 28 januari 2014;
- GAS: de gemeentelijke administratieve sancties zoals bepaald bij de Wet;
- de federale administratie: de dienst SCUBA (armoedebestrijdingsbeleid en stedelijke samenhang) van de POD Maatschappelijke Integratie.
Art.2. § I De Staat verstrekt de gemeenten een toelage voor de aanstelling van een of meer voltijdse bemiddelaars in het kader van de GAS.
§ 2 De Staat verbindt zich ertoe in het kader van deze toelage een deel van de personeels- en werkingskosten van de bemiddelaar voor zijn rekening te nemen. Deze toelage dient te worden gebruikt in het kader van de uitvoering van dit besluit.
Art.3. De toelage wordt aangerekend op basisallocatie 44.55.52.43.22.24 van de begroting voor Grootstedenbeleid.
Art.4. § 1 De gemeenten vragen een toelage voor drie jaar aan. De federale administratie evalueert de aanvragen voor een toelage. De administratie evalueert het bedrag van de toelage op basis van het aantal dossiers dat in jaar x - 1 via bemiddeling werd behandeld. Het bedrag van de toelage wordt vastgesteld volgens de onderstaande tabel.
| | 2022 | 2023 en 2024 | | 2022 | 2023 et 2024 |
| Minder dan 50 dossiers | 27.500 EUR (0,5 GVT) | 0 EUR | Moins de 50 dossiers | 27.500 EUR (0.5 ETP) | 0 EUR |
| 50 tot 200 dossiers | 55.000 EUR (1 GVT) | 55.000 EUR | 50 à 200 dossiers | 55.000 EUR (1 ETP) | 55.000 EUR |
| 201 tot 500 dossiers | 82.500 EUR (1.5 GVT) | 82.500 EUR | 201 à 500 dossiers | 82.500 EUR(1.5 ETP) | 82.500 EUR |
| Meer dan 500 dossiers | 110.000 EUR (2GVT) | 110.000 EUR | Plus de 500 dossiers | 110.000 EUR (2 ETP) | 110.000 EUR |
§ 2 De toelage wordt ieder jaar bij ministeriële besluiten over de lokale overheden verdeeld. Het maximumbedrag van de toelage kan opnieuw worden geëvalueerd volgens de beschikbare kredieten.
Art.5. § 1 De door de bevoegde federale administratie betoelaagde bemiddelaar wordt betaald volgens de schaal die is vastgesteld voor een functie van niveau A bij het gemeentebestuur. Hij wordt tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
De bemiddelaar moet ten minste achttien jaar zijn en een blanco strafblad hebben. Hij moet een licentiaat of master in de rechten, criminologie of sociale wetenschappen hebben. Hij moet tevens beroepservaring op het gebied van bemiddeling hebben en/of in het bezit zijn van een diploma van een bemiddelingsopleiding of bereid zijn een dergelijke opleiding te volgen.
§ 2 De gemeenten stellen de bemiddelaar een geschikt lokaal ter beschikking zodat hij zijn bemiddelingssessies in optimale omstandigheden kan uitvoeren.
Art.6. Om voor de volledige toelage in aanmerking te komen, moeten de gemeenten aan de volgende voorwaarden voldoen:
* Kwalitatief:
1. De bemiddelaar neemt namens de sanctionerend ambtenaar deel aan de uitwerking en opvolging van alle fasen van de bemiddelingsprocedures.
2. De gemeenten wijzen de functie van bemiddelaar toe aan de uitvoering en toepassing van de bemiddelingsprocedure, zoals voorzien in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties, met name de Wet en het koninklijk besluit van 28 januari 2014. De gemeenten brengen de eventuele gemeentelijk sanctionerend ambtenaar, de provinciaal sanctionerend ambtenaar, de korpschef van de politiezone, alsook de ambtenaren die door de gemeenteraad zijn aangeduid om een inbreuk op het gemeentereglement vast te stellen, op de hoogte van de contactgegevens van de persoon die is aangesteld om de functie van bemiddelaar uit te oefenen.
3. De bemiddelaars nemen intern en extern promotie-initiatieven om bemiddeling in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties te bevorderen.
4. De bemiddelaars nemen actief deel aan de reflectiemomenten die in het kader van de GAS worden georganiseerd. De gemeenten geven de bemiddelaar de tijd om deel te nemen aan de vergaderingen die de federale Staat organiseert om ervaringen uit te wisselen.
5. De gemeenten steunen de bemiddelaar in zijn deelname aan de initiatieven om overlastproblemen te bestrijden.
6. De gemeenten zorgen voor de administratieve ondersteuning die nodig is voor de uitoefening van de functie van bemiddelaar.
7. Indien verschillende gemeenten van eenzelfde arrondissement een GAS-bemiddelaar onthalen, moeten zij structureel samenwerken.
8. De gemeenten verbinden zich ertoe minstens evenveel dossiers als in de vastgestelde schijf in de aanvraag voor een toelage via bemiddeling te behandelen. Uiterlijk op 31 januari van elk jaar delen de gemeenten de federale administratie het aantal dossiers mee dat in het voorgaande jaar via bemiddeling werd behandeld.
9. De gemeenten stellen de bemiddelaar ter beschikking van de andere gemeenten van hun arrondissement of van de politiezone voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door intergemeentelijke overeenkomsten af te sluiten. De gemeenten moeten samenwerken. De begunstigde gemeenten werken samen met ten minste twee gemeenten van hetzelfde gerechtelijk arrondissement/dezelfde politiezone, met name door een intergemeentelijke samenwerkingsovereenkomst af te sluiten. In het kader van de behandeling van inbreuken op het milieudecreet via bemiddeling sluit het Waals Gewest ook samenwerkingsovereenkomsten af met de gemeenten die een bemiddelaar onthalen.
10. De gemeenten zetten een structurele samenwerking tussen de (inter)gemeentelijk, provinciaal of gewestelijk sanctionerend ambtenaar en de bemiddelaar op, zodat zo veel mogelijk dossiers waarbij bemiddeling meer aangewezen zou zijn dan een administratieve boete, aan de bemiddelaar worden meegedeeld. Minimaal twee keer per jaar vindt overleg plaats met de sanctionerend ambtenaren van de stad die de toelage ontvangt.
11. De bemiddelaar neemt deel aan de twee vergaderingen die de federale overheid organiseert en aan de aangeboden opleidingen.
Art.7. § 1 De toelage wordt in jaarlijkse schijven betaald. De betaling van de toelage hangt af van de naleving van de vastgestelde verplichtingen in dit besluit en van de financiële richtlijnen die de bevoegde federale autoriteit heeft uitgevaardigd. De betaling van het voorschot is afhankelijk van de overlegging van het bewijs dat de gemeente die de toelage ontvangt, ten minste twee samenwerkingsovereenkomsten met naburige steden heeft gesloten.
§ 2 De toekenning van de toelage wordt onder toezicht van en via de bevoegde federale autoriteit georganiseerd, beheerd en gecontroleerd.
Art.8. § 1 Uiterlijk op 30 april van het jaar dat volgt op de betaling van de eerste schijf van de toelage, dienen de gemeenten bij de administratie een aangifte van schuldvordering in, alsook een eindafrekening met de bewijsstukken betreffende de eerste schijf van de toelage en het gevraagde saldo, en een volledig kwantitatief en kwalitatief activiteitenverslag waarin wordt verklaard dat voldaan is aan de in artikel 6 bedoelde verplichtingen. De administratie bezorgt het model van het verslag.
De door de Staat toegekende toelage wordt als volgt betaald:
- een voorschot van 50 % van het in de bijlage vastgestelde maximumbedrag van de toelage, nadat de federale regering de toelage heeft vastgelegd;
- de betaling van het saldo van de toelage, na goedkeuring van bovengenoemde documenten.
§ 2 Het voorschot wordt jaarlijks betaald nadat de federale administratie cijfers heeft ontvangen over het aantal dossiers dat in het jaar x - 1 via bemiddeling werd behandeld. De federale administratie kan het bedrag van de toelage elk jaar opnieuw evalueren, voordat het voorschot wordt uitbetaald. Het voorschot wordt uitbetaald na ontvangst van de bewijsstukken van het afsluiten van minstens twee intergemeentelijke samenwerkingsovereenkomsten.
Art.9. De gemeenten betalen de bevoegde federale overheid de bedragen terug die niet zijn gebruikt of aangewend overeenkomstig de bepalingen van dit besluit of de voornoemde financiële richtlijnen.
Art.10. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 11. De minister bevoegd voor Grootstedenbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.