25 APRIL 2022. - Koninklijk besluit betreffende de oprichting, de samenstelling en de werking van een tijdelijke nazorgcel in het kader van het sanitair crisisbeheer als bijdrage van de FOD Volksgezondheid aan het COVID-19 Focuspunt
Art. 1-5
Artikel 1. Onder het gezag van de Minister van Volksgezondheid wordt een tijdelijke COVID-19 nazorgcel in het kader van het sanitaire crisisbeheer opgericht, die in het bijzonder belast is met de volgende taken:
- het organiseren van de overdracht van de sanitaire opdrachten en expertise van het COVID-19 Commissariaat naar de bestaande structuren en administraties;
- in nauwe samenwerking met de verantwoordelijke van het multidisciplinair crisisbeheer de bijdrage van de sanitaire zuil invullen voor wat betreft de taken zoals bepaald voor het COVID-19 Focuspunt:
- de beleidsvoorbereiding en -uitvoering coördineren inzake het beheer van de COVID-19 crisis;verzekeren dat alle relevante informatie doorstroomt naar de organen binnen het sanitair en multidisciplinair crisisbeheer, beschikbaar is tussen actoren binnen het crisisbeheer en doorstroomt van de actoren binnen het crisisbeheer naar het politieke niveau; bewaken en stimuleren van informatiedoorstroming tussen politieke besluitvorming, crisisbeheer en adviesprocessen;
- ondersteunen van de coördinatie tussen de verschillende federale departementen en tussen de lokale, provinciale en regionale crisisstructuren en het verzekeren van het gebruik van de crisisstructuren en adequate informatiestromen;
- het Overlegcomité een algemeen beeld van de situatie geven en advies verstrekken over eventuele maatregelen die in het algemene kader van het COVID-beheer kunnen worden genomen;
- eventuele andere fases anticiperen in het kader van het COVID-beheer.
De nazorgcel wordt opgericht voor een duur van zes maanden, verlengbaar met hoogstens zes maanden.
De Minister van Volksgezondheid stelt de inhoudelijke leden en de uitvoerende personeelsleden aan die de COVID-19 nazorgcel ondersteunen binnen de perken van de daartoe toegekende middelen, die kunnen herzien worden tijdens de duur van de opdracht.
De Minister van Volksgezondheid beëindigt hun aanstelling.
Art.2. De bepalingen van artikel 10, §§ 1 en 3, 11, 13, 16, 17 en 18 van het koninklijk besluit van 19 juli 2001 betreffende de invulling van de beleidsorganen van de federale overheidsdiensten en betreffende de personeelsleden van de federale overheidsdiensten aangewezen om deel uit te maken van een kabinet van een lid van een Regering of van een College van een Gemeenschap of een Gewest, en de bepalingen van afdeling 1 van hoofdstuk XI van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, kan van toepassing zijn, op de inhoudelijke leden en de uitvoerende personeelsleden van het COVID-19 nazorgcel.
Art.3. De budgettaire middelen voor de bijdrage van de sanitaire zuil aan het COVID-19 nazorgcel zijn ten laste van de begroting van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid.
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking, met ingang van op 9 april 2022.
Art. 5. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.