10 APRIL 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 maart 1927 houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen wat betreft de aangifte en diverse regels met betrekking tot de taks op de inscheping van een luchtvaartuig, houdende andere wijzigingen van hetzelfde besluit en houdende bepaling van de datum van inwerkingtreding van artikel 166, § 2, van hetzelfde Wetboek
Art. 1-18
Artikel 1. Titel III van boek II van het koninklijk besluit van 3 maart 1927 houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen, vernummerd en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 december 2006 en opgeheven bij het koninklijk besluit van 6 februari 2022, wordt hersteld als volgt: "Titel III - Taks op de inscheping van een luchtvaartuig " en omvat de artikelen 221 tot 221undecies.
Art.2. In titel III van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt artikel 221, opgeheven bij het koninklijk besluit van 6 februari 2022, hersteld als volgt:
"Art. 221. Voor het eerste vertrek dat de taks verschuldigd maakt, wordt met het oog op de registratie bedoeld in artikel 161, zesde lid van het Wetboek bij de bevoegde dienst een registratieaanvraag ingediend, met vermelding van de naam, de zetel en het ondernemingsnummer van de luchtvaartmaatschappij en van haar eventueel erkende aansprakelijke vertegenwoordiger, of, wanneer de luchtvaartmaatschappij of haar vertegenwoordiger een natuurlijke persoon is, zijn naam, eerste voornaam, woonplaats en ondernemingsnummer of, bij gebrek, zijn rijksregisternummer.
Indien de luchtvaartmaatschappij geen woonplaats, zetel of vaste inrichting in België heeft, vermeldt de registratieaanvraag bovendien, in voorkomend geval, haar fiscaal identificatienummer in de Staat waar zij is gevestigd.
De luchtvaartmaatschappij of de erkende aansprakelijke vertegenwoordiger brengt de in het eerste lid bedoelde dienst onmiddellijk op de hoogte van elke wijziging van de gegevens bedoeld in het eerste en tweede lid."
Art.3. In titel III van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt artikel 221bis, opgeheven bij het koninklijk besluit van 6 februari 2022, hersteld als volgt:
"Art. 221bis. § 1. De luchtvaartmaatschappij of de erkende aansprakelijke vertegenwoordiger dient, via het door de Federale Overheidsdienst Financiën ter beschikking gestelde elektronische platform, een aangifte in die de volgende elementen vermeldt:
1° de gegevens bedoeld in artikel 221, eerste en tweede lid;
2° de periode waarvoor ze is opgemaakt;
3° het aantal vluchten waarvoor de taks verschuldigd is;
4° het aantal personen vervoerd met de vluchten bedoeld onder 3°, anderen dan het boordpersoneel, met opgave van:
a) het aantal passagiers, opgedeeld volgens het tarief;
b) het aantal personen waarvoor de taks niet verschuldigd is;
5° het totaal van de voor de aangifte verschuldigde taks;
6° het aantal vluchten bedoeld in artikel 160, § 2, 3° tot 5° van het Wetboek.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1, wordt de aangifte ingediend bij de bevoegde dienst zolang het elektronische platform niet beschikbaar is. Deze afwijking is niet meer van toepassing twee maanden na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van een bericht waarin wordt aangekondigd dat het platform beschikbaar is.
Een model van aangifte kan worden bekomen bij de bevoegde dienst."
Art.4. In titel III van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt artikel 221ter, opgeheven bij het koninklijk besluit van 6 februari 2022, hersteld als volgt:
"Art. 221ter. De luchtvaartmaatschappij die een aansprakelijke vertegenwoordiger wil laten erkennen, richt haar verzoek aan de bevoegde dienst.
Het verzoek vermeldt de volledige identiteit van de luchtvaartmaatschappij en van de door haar voorgestelde aansprakelijke vertegenwoordiger.
De vermelding van de identiteit bevat de gegevens bedoeld in artikel 221, eerste en tweede lid.
Het verzoek gaat vergezeld van een gedagtekende en ondertekende verklaring waarin de voorgestelde aansprakelijke vertegenwoordiger zich tegenover de Belgische Staat verbindt, vanaf de datum van uitwerking van zijn erkenning, alle verplichtingen na te komen waartoe hij gehouden zal zijn bij toepassing van artikel 161, vierde lid van het Wetboek.
Een model van verzoek en van de bij te voegen verklaring kan worden bekomen bij de bevoegde dienst."
Art.5. In titel III van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt een artikel 221quater ingevoegd, luidende:
"Art. 221quater. Om erkend te worden en te blijven, moet de aansprakelijke vertegenwoordiger:
1° bekwaam zijn om contracten aan te gaan;
2° in België gevestigd zijn en er een ondernemingsnummer hebben;
3° voldoende solvabel zijn om de verplichtingen te kunnen nakomen waartoe hij gehouden zal zijn vanaf de datum van zijn erkenning.
De leidend ambtenaar van de bevoegde dienst stelt bij aangetekende zending binnen de acht dagen na de bevestiging van de ontvangst van het in artikel 221bis bedoelde verzoek de luchtvaartmaatschappij en de door haar voorgestelde aansprakelijke vertegenwoordiger in kennis van de al dan niet erkenning als aansprakelijke vertegenwoordiger. Evenwel, in geval de dienst binnen de acht dagen na de bevestiging van de ontvangst van het verzoek tot erkenning documenten overeenkomstig artikel 221sexies opvraagt, wordt de kennisgeving van de al dan niet erkenning gedaan binnen de acht dagen na de ontvangst van die documenten.
De erkenning heeft uitwerking vanaf de derde werkdag volgend op de verzending van de kennisgeving van de erkenning aan de erkende aansprakelijke vertegenwoordiger.
Van zodra één of meerdere voorwaarden niet meer zijn vervuld, geeft de erkende aansprakelijke vertegenwoordiger daarvan kennis bij aangetekende zending aan de bevoegde dienst en aan de niet in België gevestigde luchtvaartmaatschappij die hij vertegenwoordigt. De erkenning vervalt de derde werkdag volgend op de verzending van de voormelde kennisgeving gericht aan de bevoegde dienst."
Art.6. In titel III van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt een artikel 221quinquies, ingevoegd, luidende:
"Art. 221quinquies. Wanneer de leidend ambtenaar van de bevoegde dienst of zijn gedelegeerde vaststelt dat de erkende aansprakelijke vertegenwoordiger niet meer voldoet aan de voorwaarden om erkend te blijven of de verplichtingen waartoe hij op grond van artikel 161, vierde lid, van het Wetboek gehouden is niet meer nakomt, wordt de erkenning ingetrokken.
Die intrekking kan maar gebeuren na aan de aansprakelijke vertegenwoordiger de mogelijkheid te hebben geboden om te worden gehoord.
De intrekking wordt ter kennis gebracht van de erkende aansprakelijke vertegenwoordiger en van de luchtvaartmaatschappij bij aangetekende zending.
De intrekking van de erkenning heeft uitwerking vanaf de derde werkdag volgend op de verzending van de in het derde lid bedoelde kennisgeving."
Art.7. In titel III van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt een artikel 221sexies, ingevoegd, luidende:
"Art. 221sexies. De voorgestelde aansprakelijke vertegenwoordiger maakt aan de bevoegde dienst binnen de acht dagen te rekenen vanaf het verzoek ervan de documenten over die doen blijken van een voldoende solvabiliteit om gedurende een volledig jaar de verplichtingen bedoeld in artikel 161, vierde lid, van het Wetboek na te komen."
Art.8. In titel III van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt een artikel 221septies ingevoegd, luidende:
"Art. 221septies. Naast de in de artikelen 221quater en 221quinquies bedoelde gevallen, heeft de erkenning ook geen uitwerking meer wanneer de luchtvaartmaatschappij:
1° de erkenning van een nieuwe aansprakelijke vertegenwoordiger bekomt;
2° kennis geeft van haar beslissing om niet langer een aansprakelijke vertegenwoordiger te hebben.
In het geval vermeld in het eerste lid, 1°, vervalt de erkenning van de huidige aansprakelijke vertegenwoordiger vanaf de datum van de uitwerking van de erkenning van de nieuwe aansprakelijke vertegenwoordiger overeenkomstig artikel 221quater.
In het geval vermeld in het eerste lid, 2°, vervalt de erkenning op de datum van de dagtekening van de ontvangstmelding van de kennisgeving door de bevoegde dienst.
De datum van het verval van de erkenning als aansprakelijke vertegenwoordiger wordt meegedeeld aan de betrokken aansprakelijke vertegenwoordiger en, in het geval vermeld in het eerste lid, 2°, aan de luchtvaartmaatschappij."
Art.9. In titel III van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt een artikel 221octies ingevoegd, luidende:
"Art. 221octies. § 1. Uiterlijk op de datum bepaald in artikel 165, eerste lid, van het Wetboek, verstrekt de luchthavenexploitant aan de bevoegde dienst, via het door de Federale Overheidsdienst Financiën ter beschikking gestelde elektronische platform, een lijst met, voor iedere luchtvaartmaatschappij, de volgende gegevens met betrekking tot het vorige kalenderkwartaal:
1° de naam, de zetel en het ondernemingsnummer of, wanneer de luchtvaartmaatschappij een natuurlijke persoon is, zijn naam, eerste voornaam, woonplaats en ondernemingsnummer of, bij gebrek, zijn rijksregisternummer indien de luchthavenexploitant dat heeft;
2° indien de luchtvaartmaatschappij geen woonplaats, zetel of vaste inrichting in België heeft, vermeldt de luchthavenexploitant bovendien, indien de exploitant dat heeft, het fiscaal identificatienummer van de luchtvaartmaatschappij in de Staat waar zij is gevestigd;
3° het aantal vluchten met vervoer van passagiers;
4° het totaal aantal vervoerde personen, anderen dan het boordpersoneel.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1, wordt de lijst ingediend bij de bevoegde dienst zolang het elektronische platform niet beschikbaar is. Deze afwijking is niet meer van toepassing twee maanden na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van een bericht waarin wordt aangekondigd dat het platform beschikbaar is."
Art.10. In titel III van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt een artikel 221novies ingevoegd, luidende:
"Art. 221novies. Bij gebrek aan registratie van de luchtvaartmaatschappij, aan erkenning van een aansprakelijke vertegenwoordiger of aan de verplichte vervanging van de aansprakelijke vertegenwoordiger, wordt een boete verbeurd van:
1° door een luchtvaartmaatschappij die vanuit België tot 1.000 passagiers heeft vervoerd in het voorgaande kalenderjaar, 250 euro per maand vertraging, zonder dat de totale boete 2.500 euro kan overschrijden;
2° door een luchtvaartmaatschappij die vanuit België 1.001 tot 100.000 passagiers heeft vervoerd in het voorgaande kalenderjaar, 2.500 euro per maand vertraging, zonder dat de totale boete 25.000 euro kan overschrijden;
3° door een luchtvaartmaatschappij die vanuit België meer dan 100.000 passagiers heeft vervoerd in het voorgaande kalenderjaar, 25.000 euro per maand vertraging zonder dat de totale boete 250.000 euro kan overschrijden.
Elke begonnen maand vertraging wordt voor een volle maand gerekend en de berekening van de maand gebeurt van datum tot datum."
Art.11. In titel III van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt een artikel 221decies ingevoegd, luidende:
"Art. 221decies. § 1. Bij niet of laattijdige mededeling door de luchthavenexploitant van de in artikel 221octies, § 1, bedoelde gegevens wordt een boete verbeurd van:
a) 250 euro voor het eerste kwartaal vertraging;
b) 2.500 euro, per kwartaal, vanaf het tweede tot en met het vierde kwartaal vertraging;
c) 5.000 euro, per bijkomend kwartaal vertraging, zonder dat de totale boete 25.000 euro kan overschrijden.
Elk begonnen kwartaal vertraging wordt voor een vol kwartaal gerekend en de berekening van het kwartaal gebeurt van datum tot datum.
§ 2. Bij onvolledige of onjuiste mededeling door de luchthavenexploitant van de in artikel 221octies, § 1, bedoelde gegevens, wordt een boete verbeurd van 250 euro per maand tot de volledige aanvulling of rechtzetting van die gegevens, zonder dat de totale boete 5.000 euro kan overschrijden.
Elke begonnen maand wordt voor een volledige maand gerekend en de berekening van de maand gebeurt van datum tot datum."
Art.12. In titel III van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt een artikel 221undecies ingevoegd, luidende:
"Art. 221undecies. Bij niet-aangifte, laattijdige, onnauwkeurige of onvolledige aangifte, alsook bij niet-betaling of laattijdige betaling, wordt een boete verbeurd, evenredig aan de verschuldigde rechten, vastgesteld als volgt:
Geldboete | Amende | ||
1ste overtreding: | 10 pct. | 1ère infraction : | 10 p.c. |
2de overtreding: | 50 pct. | 2e infraction : | 50 p.c. |
3de overtreding: | 100 pct. | 3e infraction : | 100 p.c. |
Vanaf de 4de overtreding: | 200 pct." | A partir de la 4e infraction : | 200 p.c." |