15 MAART 2022. - Koninklijk besluit houdende regeling van specifieke missies van de Koninklijke Munt van België inzake muntuitgifte, bescherming tegen valsemunterij en werken uit edele metalen, en houdende delegatie inzake de schenking van muntstukken
HOOFDSTUK 1. - De ambten
Sectie 1. - De Muntmeester
Art. 1-3
Sectie 2. - De inspecteur van het essaai.
Art. 4-12
HOOFDSTUK 2. - Delegatie.
Art. 13
HOOFDSTUK 3. - Opheffingen.
Art. 14
HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding.
Art. 15
HOOFDSTUK 5. - Uitvoering.
Art. 16
HOOFDSTUK 1. - De ambten
Sectie 1. - De Muntmeester
Artikel 1. De Muntmeester staat in voor het dagelijks beheer van de Koninklijke Munt van België (afgekort: KMB).
Art.2. Hij organiseert, in het belang van de dienst, de uitgifte van de circulatiestukken en de verzamelaarsmunten evenals de aanverwante werkzaamheden.
Hij is belast met het toezicht op de monetaire instrumenten die nodig zijn voor de uitgiften van de circulatiestukken en de verzamelaarsmunten die nog niet uit circulatie zijn genomen.
Hij houdt de inventaris bij van het muntgereedschap.
Hij houdt de opgaven bij van de geslagen en uitgegeven stukken.
Hij organiseert de algemene beveiliging van de ruimten waarin de munten en het muntgereedschap waarover hij het toezicht heeft, worden opgeslagen.
Hij kan het toezicht over deze munten en het muntgereedschap delegeren aan derden.
Hij stelt een jaarlijks activiteitenverslag op.
Art.3. De muntmeester is inzonderheid bevoegd om:
1° de geslagen munten en in het bijzonder het gehalte, het gewicht en de afmetingen ervan overeenkomstig de wet te keuren en ze volgens de onderrichtingen van de Minister van Financiën in omloop te laten brengen, overeenkomstig artikelen 3 en 8, a), 2°, van de wet van 31 juli 2017;
2° te beslissen over de aangelegenheden in verband met de wettigheid van de muntstempels die voor de fabricage nodig zijn, overeenkomstig artikel 6 van de wet van 30 december 1885 houdende goedkeuring van de akte van 12 december 1885, waarbij België bijtreedt tot de overeenkomst rakende het muntwezen, de 6 november 1885 te Parijs gesloten tussen Frankrijk, Griekenland, Italië en Zwitserland, alsmede tot de er aangehechte schikking en verklaring;
3° te beslissen over de vragen betreffende de valse of beschadigde munten; zijn beslissingen worden genomen volgens de processen-verbaal van ontleding en onderzoek die door de inspecteur van het essaai worden opgesteld, overeenkomstig artikelen 6, 7 en 10, § 2, van de wet van 17 juli 2013 en artikel 8, a), 2°, van de wet van 31 juli 2017;
4° aan de keuringsinstellingen, in de zin van artikel 3 en 3bis van de wet van 11 augustus 1987 houdende waarborg van werken uit edele metalen, en aan de handelskeurmeesters, in de zin van het koninklijk besluit van 18 januari 1990, de akte van bekwaamheid uit te reiken die voor hun functie is vereist, overeenkomstig artikel 12 van de wet van 11 augustus 1987;
5° uitspraak te doen over de betwistingen betreffende de toelaatbaarheid van de werken, staven en materialen uit edele metalen, het keuren en het merken van de stempel van de staat of van de keurmeester, overeenkomstig artikelen 3, 7 tot 11, 13, 15, § 1er, en 19 van de wet van 11 augustus 1987;
6° te beslissen over de vraagstukken betreffende het gehalte en het merk van de staven en werken uit edele metalen, overeenkomstig artikelen 3 tot 8 et 10bis, van de wet van 11 augustus 1987;
7° de stempel-handtekeningen van de fabrikanten van werken uit edele metalen goed te keuren overeenkomstig artikel 8 van de wet van 11 augustus 1987.
Sectie 2. - De inspecteur van het essaai.
Art.4. De inspecteur van het essaai voert zijn taken uit onder de hiërarchische verantwoordelijkheid van de muntmeester.
Hij zorgt voor de goede uitvoering van de werkzaamheden van het laboratorium, in toepassing van de wet van 17 juli 2013 betreffende de bescherming tegen valsemunterij en de handhaving van de kwaliteit van de geldomloop, en van het waarborgkantoor, in toepassing van de wet van 11 augustus 1987 houdende waarborg van werken uit edele metalen.
Hij houdt toezicht op en controleert, indien het nodig is, de verrichtingen voor de verificatie van het gehalte van de materialen en van de speciën. Hij stelt het proces-verbaal op van de verklaringen van de keurders en overhandigt dit, met zijn eventuele opmerkingen, aan de Muntmeester.
Art.5. § 1. Hij is verantwoordelijk voor de controle op de vervaardigde producten; daartoe gaat hij onder meer na of de opgelegde afmetingen in acht zijn genomen en of de muntstempel en de gravure van goede kwaliteit zijn.
Hij keurt de vervaardigde producten goed of weigert ze na overleg met de muntmeester.
Hij laat de producten met gebreken vernietigen en organiseert de controle op deze vernietiging.
§ 2. In het bijzijn van de muntmeester ziet hij toe op de vernietiging van de gebruikte keurstempels van de munttypes en medailles, met uitzondering van de aan de Koninklijke Bibliotheek van België overgedragen exemplaren.
Art.6. In overleg met de Muntmeester neemt de inspecteur van het essaai alle natuur- en scheikundige proeven die voor de activiteiten van het waarborgkantoor nodig zijn.
Hij controleert de conformiteit van de nationale zijde van de muntstukken met de bepalingen van de Europese regelgeving over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken.
Art.7. De inspecteur van het essaai of zijn plaatsvervanger heeft zitting in de examencommissie wanneer toelatingsexamens voor de functie van keurmeester worden georganiseerd.
Onder het toezicht van de Muntmeester organiseert hij de bekwaamheidsexamens voor de kandidaten-handelskeurmeesters.
Indien de kandidaat evenwel niet tot dezelfde taalrol behoort als de inspecteur van het essaai, wordt een beroep gedaan op een plaatsvervanger (van de andere taalrol) van zijn dienst om te zetelen in de examencommissie voor het examen van keurmeester of voor de organisatie van de bekwaamheidsexamens voor de handelskeurmeester.
Art.8. Hij is verantwoordelijk voor de bewaking, de bewaring en voor het gebruik van de metalen die de cliënten van het waarborgkantoor hem overhandigen. Hij houdt eveneens het waarborgregister bij zoals voorgeschreven bij artikel 15, § 2, van de wet van 11 augustus 1987 houdende waarborg van werken uit edele metalen.
Art.9. Als rekenplichtige van de metalen staat hij in voor de bewaring van al de metalen en metalen producten, die eigendom van de KMB zijn of die aan hem door derden tegen ontvangstbewijs zijn afgegeven.
In die hoedanigheid is hij zijn verantwoording jaarlijks verschuldigd aan het Rekenhof.
Art.10. Hij ontvangt en bewaart de aan de omloop onttrokken munten, verifieert ze en neemt alle voorzorgen om de bewaring of de vernietiging ervan te verzekeren, indien zij nog wettelijk gangbaar zijn.
Hij houdt de opgaven bij van de uit de omloop onttrokken stukken.
Art.11. Hij bewaart de stukken welke de Nationale Bank van België ter vervanging van de voor de omloop ongeschikt bevonden stukken in bewaring geeft.
Art.12. Hij organiseert de beveiliging van de ruimten waarin de aan hem in bewaring gegeven metalen en aan de omloop onttrokken munten worden opgeslagen.
HOOFDSTUK 2. - Delegatie.
Art.13. In toepassing van artikel 13 van de wet van 31 juli 2017, wordt delegatie verleend aan de minister van Financiën om circulatiemunten, munten voor verzamelaars en medailles te schenken in naam van de Koninklijke Munt van België en tot een maximumbedrag vastgesteld in de algemene uitgavenbegroting van de Staat.
De Minister van Financiën kan deze machtiging delegeren aan de Administrateur-generaal van de Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën.
HOOFDSTUK 3. - Opheffingen.
Art.14. Het koninklijk besluit van 5 augustus 1992 houdende organiek reglement van de Koninklijke Munt van België, wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding.
Art.15. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.
HOOFDSTUK 5. - Uitvoering.
Art. 16. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.