Details





Titel:

15 JULI 2022. - Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de toekenning van een buitengewone steun, in 2022, aan de landbouwers in de landbouwsectoren getroffen door de marktverstoringen wegens de oorlog in Oekraïne



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Begripsomschrijvingen
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Landbouwsectoren die in aanmerking komen voor het voordeel van de steun
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Voorwaarden voor de toekenning van de steun
Afdeling 1. - Algemene voorwaarden voor de toekenning van de steun
Art. 3
Afdeling 2. - Specifieke voorwaarden voor de toekenning van de steun
Art. 4-8
HOOFDSTUK 4. - Maximumbedragen en berekening van de steun
Afdeling 1. - Maximumbedragen van de steun per sector
Art. 9-10
Afdeling 2. - Maximumbedragen van de steun per dier
Art. 11
Afdeling 3. - Berekening van de steun
Art. 12
HOOFDSTUK 5. - Kennisgeving van de beslissingen in verband met de steun en beroepsregeling
Art. 13-14
HOOFDSTUK 6. - Controle, berekening en betaling van de steun
Art. 15-17
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art. 18-19



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Begripsomschrijvingen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder:
  1° landbouwer: landbouwer in de zin van artikel D.3, 4°, van het Waals Landbouwwetboek;
  2° het besluit van de Waalse Regering van 27 augustus 2015 : het besluit van de Waalse Regering van 27 augustus 2015 tot vastlegging van de regels betreffende de randvoorwaarden inzake landbouw, tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 13 juni 2014 tot vaststelling van de eisen en normen van de randvoorwaarden inzake landbouw en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2015 tot uitvoering van het systeem van de rechtstreekse betalingen ten gunste van de landbouwers;
  3° betaalorgaan: het betaalorgaan in de zin van artikel D.3, 25°, van het Waals Landbouwwetboek;
  4° de praktijken en methodes uit de biologische landbouw: de productiepraktijken en -methodes in overeenstemming met de bepalingen van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad, en van het besluit van de Waalse Regering van 11 februari 2010 inzake de productiemethode en etikettering van biologische producten en tot intrekking van het besluit van de Waalse Regering van 28 februari 2008, aangewend in het kader van een landbouwactiviteit;
  5° Verordening (EG) nr 543/2008: Verordening van de Commissie van 16 juni 2008 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad betreffende handelsnormen voor vlees van pluimvee ;
  6° de Verordening : Verordening van de Commissie van 23 juni 2008 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad betreffende handelsnormen van toepassing op eieren ;
  7° gewestelijk stelsel inzake gedifferentieerde kwaliteit: stelsel aangenomen krachtens het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 tot invoering van het gewestelijk stelsel inzake gedifferentieerde kwaliteit voor landbouwproducten en levensmiddelen;
  8° vergroening : landbouwpraktijken die van voordeel zijn voor het klimaat en het leefmilieu vermeld in de artikelen 43 tot 47 van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad, en in hoofdstuk XI van het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2015 tot uitvoering van het systeem van de rechtstreekse betalingen ten gunste van de landbouwers.

HOOFDSTUK 2. - Landbouwsectoren die in aanmerking komen voor het voordeel van de steun
Art.2. Overeenkomstig artikelen 1 en 2 van de gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2022/467 van de Commissie van 23 maart 2022 tot vaststelling van buitengewone aanpassingssteun voor producenten in de landbouwsectoren wordt een buitengewone steun toegekend om volgende sectoren te ondersteunen tegen de voorwaarden bepaald bij dit besluit:
  1° de pluimveesector;
  2° de melkgeitensector;
  3° de varkenssector.

HOOFDSTUK 3. - Voorwaarden voor de toekenning van de steun
Afdeling 1. - Algemene voorwaarden voor de toekenning van de steun
Art.3. Om in aanmerking te komen voor de buitengewone steun, voldoen de landbouwers aan volgende samengevoegde voorwaarden:
  1° in het GBCS geïdentificeerd zijn overeenkomstig artikel D.22 van het Waalse Landbouwwetboek;
  2° een actief ondernemingsnummer in de Kruispuntbank voor Ondernemingen hebben;
  3° een productie-eenheid die actief is op 1 januari 2022 houden op het grondgebied van het Waals Gewest waarvoor de productie-activiteiten uitgevoerd worden met inachtneming van de wetgeving inzake de milieuvergunning.

Afdeling 2. - Specifieke voorwaarden voor de toekenning van de steun
Art.4. Wat de pluimveesector betreft, voldoen de in aanmerking komende dieren aan één van volgende voorwaarden:
  1° gefokt worden met inachtneming van de praktijken en de methodes uit de biologische landbouw of van de vereisten in verband met een productdossier van het gewestelijk stelsel inzake gedifferentieerde kwaliteit;
  2° gefokt worden in een bedrijf dat de voorwaarden in acht neemt voor pluimveekwekerijen met uitloop in overeenstemming met bijlage V van de verordening en waar over het gehele landbouwseizoen 2021 de vergroeningsregels en de randvoorwaardelijkheidsregels bedoeld in de artikelen 4, 7 tot 14, 19 tot 22, 39 en 40 van het besluit van de Waalse Regering van 27 augustus zijn nageleefd;
  3° gefokt worden in een bedrijf dat de voorwaarden in acht neemt voor het kweken van kippen met vrije uitloop of van scharrelkippen in overeenstemming met bijlage II van de verordening en waar over het gehele landbouwseizoen 2021 de vergroeningsregels en de randvoorwaardelijkheidsregels bedoeld in de artikelen 4, 7 tot 14, 19 tot 22, 39 en 40 van het besluit van de Waalse Regering van 27 augustus zijn nageleefd.

Art.5. Wat de melkgeitensector betreft, voldoen de in aanmerking komende dieren aan één van volgende voorwaarden:
  1° gefokt worden met inachtneming van de praktijken en de methodes uit de biologische landbouw;
  2° gefokt worden in een bedrijf waar over het gehele landbouwseizoen 2021 de vergroeningsregels en de randvoorwaardelijkheidsregels bedoeld in de artikelen 4, 7 tot 14, 19 tot 22, 39 en 40 van het besluit van de Waalse Regering van 27 augustus zijn nageleefd.
  De steun voor melkgeiten wordt toegekend voor een minimumaantal van 15 geiten per bedrijf.

Art.6. Wat de varkenssector betreft, voldoen de in aanmerking komende dieren aan één van volgende voorwaarden:
  1° gefokt worden met inachtneming van de praktijken en de methodes uit de biologische landbouw;
  2° gefokt worden met inachtneming van de vereisten in verband met een productdossier uit het gewestelijk stelsel inzake gedifferentieerde kwaliteit;
  3° gefokt worden in een bedrijf waar over het gehele landbouwseizoen 2021 de vergroeningsregels en de randvoorwaardelijkheidsregels bedoeld in de artikelen 4, 7 tot 14, 19 tot 22, 30, 31 en 38 en 40 van het besluit van de Waalse Regering van 27 augustus zijn nageleefd.
  Wat de varkens betreft, gefokt voor vetmesting, wordt de steun toegekend voor een maximum van 2000 speenvarkens per bedrijf.

Art.7. De producenten van pluimvee, melkgeiten en varkens zijn houders van een beslagnummer dat op datum van 1 januari 2022 in Sanitrace actief is, waarbij Sanitrace de geïnformatiseerde gegevensbank is van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketten voor de identificatie en de registratie van de dieren, de bedrijven, de vestigingen en de installaties waar dieren worden gehouden, evenals van de houders en verantwoordelijken, bedoeld in artikel 1, 27°, van het koninklijk besluit van 23 maart 2011 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen.

Art.8. De producenten van melkgeiten hebben de jaarlijkse telling van hun dieren tussen 15 en 31 december 2021 verricht.

HOOFDSTUK 4. - Maximumbedragen en berekening van de steun
Afdeling 1. - Maximumbedragen van de steun per sector
Art.9. De maximumbedragen van de steun per sector zijn de volgende:
  1° de pluimveesector ; 6.398.562,05 euro ;
  2° de melkgeitensector; 352.110,00 euro ;
  3° de varkenssector: 3.740.674,24 euro.

Art.10. Het daadwerkelijk, voor elke sector aan de landbouwers gestorte, steun hangt van het aantal toelaatbare dieren af.

Afdeling 2. - Maximumbedragen van de steun per dier
Art.11. De maximale eenheidsbedragen van de steun zijn de volgende:
  1° voor de pluimveesector ;
  a) 3,35 euro per legkip, namelijk het vrouwelijk dier van de soort Gallus gallus dat legrijp is en gefokt wordt als niet broedse kip;
  a) 3,35 euro per broedse kip, namelijk het vrouwelijk dier van de soort Gallus gallus dat legrijp is en gefokt wordt als kip die de eieren uitbroedt;
  c) 3,35 euro per kweekhaan, namelijk het mannelijk dier van de soort Gallus gallus die geslachtsrijp is;
  d) 2 euro per vleeskip, namelijk het dier van de soort Gallus gallus bestemd voor de vleesproductie;
  e) 2 euro per kippetje, namelijk het vrouwelijk dier van de soort Gallus gallus bestemd als legkip, maar nog niet geslachtsrijp;
  2° voor de melkgeitensector: 33 euro per geit van meer dan één jaar oud. Onder geit wordt dan verstaan, het dier van de soort geitachtige van meer dan één jaar oud;
  3° voor de varkenssector: 85 per fokvarken en 10.07 euro per vleesvarken. Onder varken wordt dan het dier verstaan van het soort varkensachtige gefokt voor voortplanting of vetmesting, met uitsluiting van de speenvarkens jonger dan weken oud.

Afdeling 3. - Berekening van de steun
Art.12. De steun wordt berekend op grond van het aantal in aanmerking komende dieren dat door het betaalorgaan als volgt wordt bepaald:
  1° voor de pluimveesector: op grond van de huisvestingscapaciteit, gekend bij de "Association régionale de Santé et d'Identification animales A.S.B.L." (afgekort ARSIA), in de loop van het jaar 2021 ;
  2° voor de melkgeitensector: op grond van de jaarlijkse telling, verricht door de landbouwers tussen 15 en 31 december van het jaar 2021;
  3° voor de varkenssector: op grond van het gemiddelde aantal dieren vastgesteld op grond van de gezamenlijke bezoeksverslagen van de veearts, overgemaakt aan de "Association régionale de Santé et d'Identification animales A.S.B.L." (afgekort ARSIA), in de loop van het jaar 2021.

HOOFDSTUK 5. - Kennisgeving van de beslissingen in verband met de steun en beroepsregeling
Art.13. Het betaalorgaan geeft kennis van de beslissingen tot toekenning van de steun en baseert zich daarvoor op het aantal in aanmerking komende dieren, berekend overeenkomstig artikel 12.

Art.14. Overeenkomstig artikel D.257, § 1 en § 2, van het Waalse Landbouwwetboek kan de landbouwer een beroep indienen bij de verantwoordelijke van het betaalorgaan tegen elke beslissing genomen krachtens dit besluit.
  De verantwoordelijke van het betaalorgaan neemt een beslissing omtrent het beroep binnen een termijn van drie maanden na ontvangst van het beroep.

HOOFDSTUK 6. - Controle, berekening en betaling van de steun
Art.15. Het betaalorgaan gaat na of de voorwaarden voor de toekenning van de steun zijn nageleefd en berekent de steun.

Art.16. Bij niet-inachtneming van de voorwaarden voor de toekenning van de steun, vastgesteld na de betaling van de steun, vordert het totale steunbedrag in overreenkomstig de artikelen D.258 tot D.260 van het Waals Landbouwwetboek.

Art.17. Het betaalorgaan verricht de betaling van de steun uiterlijk 30 september 2022.

HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art.18. Dit besluit treedt in werking daags na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 19. De Minister bevoegd voor Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.