Details





Titel:

7 JULI 2022. - Besluit van het Verenigd College tot wijziging van het besluit van het Verenigd College van 9 mei 2019 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor noodhulp en inschakeling



Inhoudstafel:


Art. 1-46
BIJLAGE.
Art. N1



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2019041375 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In titel I, artikel 1, van het besluit van het Verenigd College van 9 mei 2019 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor noodhulp en inschakeling, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1. De bepaling onder 10° wordt vervangen als volgt:
  "10° "innoverend project": vernieuwend project dat een nieuwe oplossing biedt voor een bestaand probleem of voor een nieuwe problematiek of dat een bestaand project verfijnt en optimaliseert en waarvan de doelstellingen bijdragen tot het beleid van bijstand aan de daklozen op het grondgebied van het tweetalige gebied van Brussel-Hoofdstad";
  2. De bepaling onder 11° wordt vervangen als volgt:
  "11° "huisvestingsverantwoordelijke ": persoon die verantwoordelijk is voor het vinden en/of creëren van huisvesting, voor het afsluiten van de overeenkomsten ervan, voor het beheer ervan, voor de opvolging van de huuraspecten met de verhuurders en de huurders, en voor een verbindingsopdracht. De huisvestingsverantwoordelijke oefent zijn opdrachten uit aanvullend aan de opdrachten toegekend aan de organisaties die de ingebruikname van de woning begeleiden en de organisaties voor de prospectie naar stabiele huisvesting";
  3. In de bepaling onder 12°, wordt het symbool "/" vervangen door de woorden "of in een";
  4. De bepalingen onder 17° en 18° worden toegevoegd, luidende:
  "17° "Organisaties die de ingebruikname van de woning begeleiden": organisaties die de ondersteunende logistieke functies bieden bij de ingebruikname van de woning";
  "18° "Organisaties voor de prospectie naar stabiele huisvesting": organisaties die belast zijn met het ontwikkelen van initiatieven op vlak van prospectie naar stabiele huisvesting ten behoeve van centra die woonoplossingen kunnen bieden aan daklozen";

Art.2. In Titel II, Hoofdstuk I, artikel 5, paragraaf 1, van hetzelfde besluit, worden de bepalingen onder 10° en 11° opgeheven.

Art.3. In Titel II, Hoofdstuk I, artikel 6, van hetzelfde besluit, worden de woorden "een bezoek hebben gebracht" vervangen door de woorden "een controle hebben uitgevoerd".

Art.4. In Titel III, Hoofdstuk I, Afdeling 7, Onderafdeling 3, artikel 27, paragraaf 1, van hetzelfde besluit, wordt lid 2 opgeheven.

Art.5. In Titel III, Hoofdstuk I, Afdeling 8, artikel 28, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1. In paragraaf 1 worden de woorden ", waarvan het standaardmodel in bijlage II is opgenomen" opgeheven;
  2. In paragraaf 2 wordt de zin "De ministers bepalen de inhoud en de methodologie van deze vijfjaarlijkse aanvulling op het activiteitenverslag." opgeheven.

Art.6. In Titel III, Hoofdstuk I, Afdeling 8, artikel 29, onder bepaling 4°, van hetzelfde besluit, worden de woorden ", waarvan het model kan bepaald worden door de ministers, na beoordeling van de afdeling" opgeheven.

Art.7. In Titel III, Hoofdstuk II, Afdeling 2, artikel 33, van hetzelfde besluit, worden de woorden " 's anderendaags" opgeheven.

Art.8. In Titel III, Hoofdstuk II, Afdeling 2, van hetzelfde besluit, wordt een artikel 35/1 ingevoegd, luidende:
  "Art. 35/1. Het centrum sluit een samenwerkingsovereenkomst af met de organisaties die de ingebruikname van de woning begeleiden en met de organisaties voor de prospectie naar stabiele huisvesting.".

Art.9. In Titel III, Hoofdstuk III, Afdeling 1, wordt artikel 45, lid 1, van hetzelfde besluit aangevuld met een bepaling onder 4° :
  "4° gerichte acties uitvoeren om het hoofd te bieden aan uitzonderlijke situaties, zoals bijzondere weersomstandigheden. Deze acties worden uitgevoerd volgens een plan dat wordt goedgekeurd en gecoördineerd door de coördinator van de noodhulp- en inschakelingsvoorzieningen in het kader van het in artikel 86 van de ordonnantie bedoelde comité voor noodhulp.".

Art.10. In Titel III, Hoofdstuk III, Afdeling 2, artikel 46, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1. Het woord "vier" wordt vervangen door het woord "vijf";
  2. Het woord "gemiddeld" wordt toegevoegd na het woord "dag".

Art.11. In Titel III, Hoofdstuk III, Afdeling 2, van hetzelfde besluit, wordt een artikel 47/1 ingevoegd, luidende:
  "Art. 47/1. Het centrum sluit een samenwerkingsovereenkomst af met de organisaties die de ingebruikname van de woning begeleiden en met de organisaties voor de prospectie naar stabiele huisvesting.".

Art.12. In Titel III, Hoofdstuk III, Afdeling 3, artikel 48, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1. In lid 1 worden de woorden "en administratieve" ingevoegd na de woorden "psycho-medisch-sociale";
  2. Lid 2 wordt vervangen als volgt:
  "Het centrum dat over 25 tot 49 plaatsen beschikt, beschikt over minstens een en een kwart voltijdsequivalent dat houder is van een diploma hoger onderwijs van het korte type. Het centrum dat over 50 tot 99 plaatsen beschikt, beschikt over minstens twee en een half voltijdsequivalenten die houder zijn van een diploma hoger onderwijs van het korte type. Het centrum dat over 100 tot 149 plaatsen beschikt, beschikt over minstens drie en drie kwart voltijdsequivalenten die houder zijn van een diploma hoger onderwijs van het korte type. Verder beschikt het centrum per veelvoud van 50 plaatsen over minstens een bijkomend voltijdsequivalent.";
  3. Lid 3 en lid 4 worden opgeheven;
  4. In lid 7 wordt het woord "onderhoudswerk" vervangen door de woorden "onderhouds- en technisch werk".

Art.13. In Titel III, Hoofdstuk III, Afdeling 4, artikel 49, van hetzelfde besluit, wordt het lid 2 vervangen als volgt:
  "De prijzen van de diensten voor hulp bij het dagelijks leven moeten op een redelijke manier worden vastgesteld, rekening houdend met de betalingscapaciteit van de gebruikers en de kosten die deze diensten voor het centrum betekenen.
  De prijzen van de diensten voor hulp bij het dagelijks leven en de voorwaarden voor de verminderde financiële bijdrage van de gebruikers zijn opgenomen in een lijst die door het centrum wordt opgesteld. Deze lijst wordt jaarlijks en bij elke wijziging aan de administratie overgemaakt."

Art.14. In Titel III, Hoofdstuk III, Afdeling 4, artikel 51, van hetzelfde besluit, worden de woorden "tegen bewijs van betaling" opgeheven.

Art.15. In de Nederlandse versie van Titel III, Hoofdstuk III, Afdeling 6, artikel 56, lid 1, van hetzelfde besluit, wordt het woord "of" vervangen door het woord "en".

Art.16. In Titel III, Hoofdstuk IV, Afdeling 2, artikel 69, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1. In paragrafen 2 en 3 worden de woorden "project voor maatschappelijke herinschakeling" worden vervangen door de woorden "project voor sociale begeleiding";
  2. In paragraaf 2, worden de woorden "zeven dagen" vervangen door het woord "maand";
  3. In paragraaf 3, wordt het woord "actieplan" vervangen door het woord "project".

Art.17. In Titel III, Hoofdstuk IV, Afdeling 2, van hetzelfde besluit, wordt een artikel 70/1 ingevoegd, luidende:
  "Art. 70/1. Het centrum sluit een samenwerkingsovereenkomst af met de organisaties die de ingebruikname van de woning begeleiden en met de organisaties voor de prospectie naar stabiele huisvesting.".

Art.18. In Titel III, Hoofdstuk IV, Afdeling 3, artikel 74, van hetzelfde besluit, wordt het woord "onderhoudswerk" vervangen door de woorden "onderhouds- en technisch werk".

Art.19. In Titel III, Hoofdstuk IV, Afdeling 3, artikel 75, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1. In paragraaf 1, lid 2, worden de woorden "anderhalve voltijds equivalent" vervangen door de woorden "twee voltijdsequivalenten";
  2. In de Nederlandse versie van paragraaf 2, lid 2, wordt het woord "halve" opgeheven.

Art.20. In Titel III, Hoofdstuk IV, Afdeling 4, artikel 77, van hetzelfde besluit, worden de woorden "De financiële bijdrage van de gebruikers zal" vervangen door de woorden "De voorwaarden en de grenzen van de financiële bijdrage van de gebruikers zullen bepaald worden".

Art.21. In Titel III, Hoofdstuk V, Afdeling 2 van hetzelfde besluit, wordt artikel 90 vervangen als volgt:
  " § 1. Het centrum moet zijn diensten aan minstens 60 gebruikers aanbieden, op basis van een jaargemiddelde.
  Elke gebruiker moet over minstens een ondersteunde begeleiding zoals gedefinieerd in artikel 92 beschikken.
  Het jaargemiddelde van het aantal gebruikers wordt vastgesteld op basis van de erkende capaciteit van het centrum.
  § 2. De wijze van berekening van het aantal gebruikers gebeurt op basis van het tellen van punten, één punt is gelijk aan één gebruiker.
  Het dienstenaanbod aan personen of gezinnen die een ondersteunende begeleiding krijgen, als bedoeld in artikel 92, wordt beschouwd als een half punt.
  Het dienstenaanbod aan personen of gezinnen die een intensieve begeleiding krijgen, als bedoeld in artikel 92, wordt beschouwd als één en een half punt.
  Het dienstenaanbod aan een gezin of aan personen in een koppel telt evenveel punten als het dienstenaanbod aan alleenstaanden.
  Het centrum houdt een jaarregister bij van het totale gebruikers dat de in artikel 93 bedoelde begeleidingsovereenkomst heeft ondertekend en het aantal gebruikers per maand.
  Dit register maakt een onderscheid tussen intensieve en ondersteunende begeleidingen.".

Art.22. In Titel III, Hoofdstuk V, Afdeling 2, artikel 92, van hetzelfde besluit, wordt lid 4 opgeheven.

Art.23. In Titel III, Hoofdstuk V, Afdeling 2, artikel 94, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1. In lid 1 worden de woorden ", behalve in uitzonderlijke omstandigheden," toegevoegd na het woord "is";
  2. Lid 2 wordt vervangen zoals volgt:
  "In het jaarlijkse activiteitenverslag van het centrum moet de looptijd van de begeleidingen worden vermeld, alsook de redenen voor eventuele verlengingen na 5 jaar. Het aantal begeleidingen langer dan 5 jaar, mag niet meer bedragen dan 15% van het totale aantal begeleidingen.".

Art.24. In Titel III, Hoofdstuk V, Afdeling 2, van hetzelfde besluit, wordt een artikel 95/1 ingevoegd, luidende:
  "Art. 95/1. Het centrum sluit een samenwerkingsovereenkomst af met de organisaties die de ingebruikname van de woning begeleiden en met de organisaties voor de prospectie naar stabiele huisvesting.".

Art.25. In Titel III, Hoofdstuk V, Afdeling 3, artikel 96, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1. Lid 2 wordt vervangen zoals volgt:
  "Hiervoor beschikt het centrum over minstens drie voltijdsequivalenten die houder zijn van een diploma hoger onderwijs van het korte type in de volgende domeinen: onderwijs, sociaal assistent of psychologie waarvan minstens een houder van een diploma hoger onderwijs van het korte type dat leidt tot de graad van maatschappelijk assistent.";
  2. Lid 3 wordt vervangen zoals volgt:
  "Vanaf 61 gebruikers beschikt het centrum per veelvoud van 10 gebruikers over één half voltijdsequivalent dat houder is van een diploma hoger onderwijs van het korte type in de volgende domeinen: onderwijs, sociaal assistent of psychologie.";
  3. Lid 4 wordt opgeheven.

Art.26. In Titel III, Hoofdstuk V, Afdeling 3, artikel 97, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1. In lid 1 worden de woorden "en het onderhoudswerk" opgeheven;
  2. Lid 2 wordt vervangen zoals volgt:
  "Hiervoor beschikt het centrum over minstens één half voltijdsequivalent dat houder is van een diploma van het hoger secundair onderwijs.";
  3. Lid 3 wordt vervangen zoals volgt:
  "Vanaf 80 gebruikers, beschikt het centrum hiervoor, per schijf van 20 gebruikers, over minstens een bijkomend derde voltijdsequivalent dat houder is van een diploma van het hoger secundair onderwijs.".

Art.27. In Titel III, Hoofdstuk V, Afdeling 3, van hetzelfde besluit, wordt een artikel 97/1 ingevoegd, luidende:
  "Art. 97/1. Het centrum beschikt over voldoende personeel om het onderhouds- en technisch werk uit te voeren.
  Hiervoor beschikt het centrum over minstens één derde voltijdsequivalent dat houder is van een diploma van het lager secundair onderwijs of van een diploma van het hoger secundair beroepsonderwijs.
  Vanaf 61 gebruikers, beschikt het centrum, per schijf van 40 gebruikers, hiervoor over minstens een derde voltijdsequivalent dat houder is van een diploma van het lager secundair onderwijs of van een diploma van het hoger secundair beroepsonderwijs.".

Art.28. In Titel III, Hoofdstuk VI, Afdeling 2 van hetzelfde besluit, wordt artikel 103 vervangen zoals volgt:
  " § 1. Het centrum moet zijn diensten aan minstens 24 gebruikers aanbieden, op basis van een jaargemiddelde.
  Elke gebruiker moet over minstens een ondersteunende begeleiding zoals gedefinieerd in artikel 92 beschikken.
  Het jaargemiddelde van het aantal gebruikers wordt vastgesteld overeenkomstig de erkende capaciteit van het centrum.
  § 2. Het centrum houdt een jaarregister bij van het aantal begeleide gebruikers en gezinnen, alsook van het aantal woningen.
  Dit register en de in artikel 106 bedoelde overeenkomsten worden ter beschikking van de administratie gesteld. ".

Art.29. In Titel III, Hoofdstuk VI, Afdeling 2, artikel 108, van hetzelfde besluit, wordt een lid 2 toegevoegd, luidende:
  "Het centrum sluit eveneens een samenwerkingsovereenkomst af met de organisaties die de ingebruikname van de woning begeleiden en met de organisaties voor de prospectie naar stabiele huisvesting.".

Art.30. In Titel III, Hoofdstuk VI, Afdeling 3, artikel 111, lid 1, van hetzelfde besluit, worden de woorden "het zoeken naar en aanbieden van woningen te garanderen" vervangen door de woorden "het aanbod en het beheer van woningen waarin personen worden begeleid te garanderen, aanvullend aan de opdrachten die worden uitgevoerd door de organisaties die de ingebruikname van de woning begeleiden en de organisaties voor de prospectie naar stabiele huisvesting".

Art.31. In Titel III, Hoofdstuk VI, Afdeling 3, artikel 112, van hetzelfde besluit, wordt lid 3 opgeheven.

Art.32. In Titel III, Hoofdstuk VII, Afdeling 2, van hetzelfde besluit, wordt een artikel 119/1 ingevoegd, luidende:
  "Art. 119/1. Het centrum sluit een samenwerkingsovereenkomst af met de organisaties die de ingebruikname van de woning begeleiden en met de organisaties voor de prospectie naar stabiele huisvesting.".

Art.33. In Titel III, Hoofdstuk VII, Afdeling 3, artikel 120, lid 3, van hetzelfde besluit, worden de woorden ", op basis van een jaargemiddelde," na het woord "aanbiedt" toegevoegd.

Art.34. In Titel III, Hoofdstuk VII, Afdeling 3, artikel 122, lid 3, van hetzelfde besluit, worden de woorden ", op basis van een jaargemiddelde," na het woord "aanbiedt" toegevoegd.

Art.35. In Titel III, Hoofdstuk VII, Afdeling 3, artikel 123, lid 3, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1. De woorden ", op basis van een jaargemiddelde," worden na het woord "aanbiedt" toegevoegd;
  2. Het woord "beroepsonderwijs" wordt vervangen door het woord "onderwijs".

Art.36. In Titel IV, Hoofdstuk I, artikel 130, paragraaf 1, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1. In lid 1, worden de woorden ", en dit voor elk noodopvangcentrum, dagopvangcentrum, onthaalhuis en elk Housing First-centrum," opgeheven;
  2. wordt de bepaling onder 2° vervangen zoals volgt:
  "een werkelijke anciënniteit, die overeenkomt met de anciënniteit van de werknemers op 1 juni van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarvoor de subsidie wordt toegekend.
  Voor de berekening van de subsidie wordt een extra jaar anciënniteit in aanmerking genomen;
  Voor de diensten die voor de eerste keer worden uitgebaat of waarvan het gesubsidieerde personeelskader op 1 juni van het voorgaande jaar nog niet volledig is, wordt een gemiddelde anciënniteit per type functie en per type centrum in aanmerking genomen;".

Art.37. In Titel IV, Hoofdstuk I van hetzelfde besluit wordt artikel 131 opgeheven.

Art.38. In Titel IV, Hoofdstuk I, artikel 132, paragraaf 2, lid 2, van hetzelfde besluit wordt het woord "maandelijkse" vervangen door het woord "trimestriële".

Art.39. In Titel IV, Hoofdstuk I, artikel 133, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1. In lid 1, worden de woorden "op basis van een document waarvan de inhoud wordt bepaald door de ministers" opgeheven.
  2. Een lid 8 wordt ingevoegd, luidende:
  "Onverminderd artikel 85 van de ordonnantie van 21 november 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, controleert de administratie de eindafrekening en behoudt zich het recht voor om de subsidie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen of niet uit te betalen indien uit de evaluatie van de verantwoordingsstukken blijkt dat de financiële verantwoording van de subsidie ontoereikend is."
  3. Een lid 9 wordt ingevoegd, luidende:
  "De door het centrum gegenereerde inkomsten, met inbegrip van de financiële bijdragen van de gebruikers, mogen geen aanleiding geven tot de gehele of gedeeltelijke terugvordering of niet-betaling van de subsidie."

Art.40. In Titel VI van hetzelfde besluit, wordt artikel 139, lid 1 opgeheven.

Art.41. In Titel VII, artikel 144 van hetzelfde besluit, worden de woorden "Onderhavig besluit treedt" vervangen door de woorden "Onverminderd artikel 144/1 treedt onderhavig besluit" en wordt het woord "2022" vervangt door het woord "2023".

Art.42. In hetzelfde besluit, wordt een artikel 144/1 ingevoegd, luidende:
  "Art. 144/1. De artikelen 5, § 1, 9° en 23, 10°, treden in werking op een later te bepalen datum na 1 januari 2023."

Art.43. In hetzelfde besluit, wordt bijlage II opgeheven.

Art.44. In bijlage III van hetzelfde besluit, worden de woorden "Akkoord van de gebruiker met betrekking tot het sociaal dossier:" opgeheven.

Art.45. Bijlage IV van hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage gevoegd bij het ontworpen besluit.

Art.46. In bijlage VII, punt 1, derde onderdeel van hetzelfde besluit worden de woorden "een bedrag van 7.904,69 EUR wordt toegekend, per voltijds equivalent, voor de drie eerste voltijds equivalenten en 5.680,04 EUR voor de andere maatschappelijk werkenden" vervangen door de woorden "een bedrag van 455 EUR wordt toegekend per erkende plaats".

BIJLAGE.
Art. N1.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 18-08-2022, p. 62672)