Artikels:
Artikel 1. Artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 januari 2018 betreffende het instellen van een lage-emissiezone, gewijzigd bij de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 september 2018 en 17 december 2020, wordt vervangen als volgt:
"Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° Wetboek: de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing;
2° Brussel Fiscaliteit: Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit;
3° CIBG: Het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest;
4° Motorvoertuigen van categorie M1: motorvoertuigen uit categorie M1, bedoeld in artikel 1, § 1, 1., van het Koninklijk besluit van 15 maart 1968;
5° Motorvoertuigen van categorie M2 en M3 van Klasse I, Klasse II, Klasse III, Klasse A, Klasse B: de motorvoertuigen uit deze categorieën zoals bedoeld in artikel 1, § 1, 1., van het Koninklijk besluit van 15 maart 1968;
6° Motorvoertuigen van categorie N1-I: motorvoertuigen uit categorie N1, bedoeld in artikel 1, § 1, 2., van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 en waarvan de referentiemassa minder is dan of gelijk is aan 1.305 kg, overeenstemmend met gewichtsklassen N1-I;
7° Motorvoertuigen van categorie N1-II: motorvoertuigen uit categorie N1, bedoeld in artikel 1, § 1, 2., van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 en waarvan de referentiemassa meer bedraagt dan 1.305 kg, en niet meer dan of gelijk is aan 1.760 kg, overeenstemmend met gewichtsklassen N1-II;
8° Motorvoertuigen van categorie N1-III: motorvoertuigen uit categorie N1, bedoeld in artikel 1, § 1, 2°, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 en waarvan de referentiemassa meer bedraagt dan 1.760 kg, overeenstemmend met gewichtsklassen N1-III;
9° Referentiemassa: de referentiemassa, opgenomen in artikel 3, 3, van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie; het betreft de massa van het voertuig in rijklare toestand, verminderd met een massa van 75 kg voor de bestuurder en vermeerderd met een massa van 100 kg;
10° Motorvoertuigen van categorie N2 en N3: motorvoertuigen uit categorie N2 en N3, bedoeld in artikel 1, § 1, 2, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968;
11° Motorvoertuigen van categorie L1, L2, L3, L4, L5, L6, L7: motorvoertuigen uit categorie L1, L2, L3, L4, L5, L6, L7, bedoeld in het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen.;
12° Euronorm I, II, III, IV, V, EEV, VI, VId ou VIe: de norm die van toepassing is op de voertuigen uit de categorieën M3 die voldoen aan de emissienormen, bedoeld in de Europese richtlijnen 88/77/EEG en 2005/55/EG en in de verordening (EG) nr. 595/2009;
13° Euronorm 1, 2, 3, 4, 5, 6, 6d-TEMP of 6d: de norm die van toepassing is op de personenwagens en lichte bedrijfsvoertuigen die voldoen aan de corresponderende emissienormen, bedoeld in richtlijn 70/220/EEG en in de verordeningen (EG) nrs. 715/2007 en 136/2014;
14° Aardgas: vloeibaar of samengeperst aardgas;
15° Koninklijk besluit van 15 maart 1968: het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;
16° Ring: openbare weg ingedeeld in de categorie van de autosnelwegen en "Ring om Brussel" genoemd in het koninklijk besluit van 15 mei 1981 waarbij de autosnelweg "Ring om Brussel" aan het stelsel van de wet van 12 juli 1956 tot vaststelling van het statuut der autosnelwegen wordt onderworpen;
17° Verhoogde tegemoetkoming: de verhoogde tegemoetkoming, bedoeld bij artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
18° LEZ-dagpas: een betalende toelating die een specifiek motorvoertuig de toegang verschaft tot de lage-emissiezone en die enkel geldig is op de kalenderdag waarvoor de LEZ-dagpas werd aangekocht tot en met 6.00 uur van de kalenderdag nadien;
19° ANPR camera: camera die automatisch nummerplaten herkent;
20° Elektrisch voertuig: voertuig dat uitsluitend aangedreven wordt door een elektromotor;
21° Voertuig dat werkt op waterstof: voertuig dat waterstof gebruikt als enige energiebron;
22° Brussel Mobiliteit: Administratie van de Gewestelijk Overheidsdienst Brussel belast met uitrustingen, infrastructuur en vervoer;
23° Brussel Preventie en Veiligheid: Brussel Preventie en Veiligheid zoals opgericht door de Ordonnantie van 28 mei 2015 tot oprichting van een instelling van openbaar nut waarin het beheer van het preventie- en veiligheidsbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is samengebracht;
24° Voertuig met plug-in hybride motorisatie: voertuig dat een dubbele motor combineert, een verbrandingsmotor enerzijds en een elektromotor anderzijds, waarvan de tractiebatterij ontworpen is om te worden opgeladen door aansluiting op een externe energiebron;
25° Geofencingtechnologie: geolokaliseringstechnologie waarmee gegarandeerd kan worden dat het plug-in hybride voertuig uitsluitend de elektromotor gebruikt binnen de Lage-emissiezone.
26° : Landbouwvoertuigen: voertuigen van categorie T en C zoals opgenomen in artikel 1, § 1, 5. en 6. van het Koninklijk Besluit van 15 maart 1968.
Art.2. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Art. 3. Voor de toepassing van dit besluit worden hybride voertuigen op dezelfde wijze behandeld als de andere motorvoertuigen.."
Art.3. Artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 mei 2020 en 17 december 2020, wordt vervangen als volgt:
" Art. 5. § 1. Zonder afbreuk te doen aan paragraaf 2, gezien de emissies van luchtverontreinigende stoffen van de gemotoriseerde voertuigen, is de toegang tot de lage-emissiezone enkel toegelaten voor:
1° de gemotoriseerde voertuigen waarvan de motor geen luchtverontreinigende stoffen uitstoot, zoals elektrische voertuigen en de voertuigen die werken op waterstof;
2° de motorvoertuigen van categorie M1, M2 en M3 van klasse I, klasse II, klasse III, klasse A, klasse B en N1-1, N1-II, en N1-III die voldoen aan de volgende voorwaarden:
a) vanaf 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018,:
1) waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan de euronorm II of 2;
2) de voertuigen met een benzine- of aardgasmotor;
b) vanaf 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019:
1) waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan de euronorm III of 3;
2) waarvan de benzine- of aardgasmotor ten minste voldoet aan de euronorm II of 2;
c) vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2021:
1) de voertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan de euronorm IV of 4;
2) de voertuigen waarvan de benzine- of aardgasmotor ten minste voldoet aan de euronorm II of 2;
d) vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2024:
1) waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan de euronorm V of 5, 5a of 5b;
2) waarvan de benzine- of aardgasmotor ten minste voldoet aan de euronorm II of 2;
3° Vanaf 1 januari 2025, in functie van hun categorie, brandstof en euronorm, de voertuigen zoals vermeld in de volgende tabel, volgens het tijdschema dat in diezelfde tabel is vastgesteld:
Categorieën van voertuigen/ Catégories de véhicules | Brandstof/Carburant | 2025 | 2028 | 2030 | 2035 | 2036 |
M1 | Diesel | Minimum Euro 6 | Minimum Euro 6d | Verbod Interdiction | Verbod Interdiction | Verbod Interdiction |
| Benzine, LPG, CNG Essence, LPG, CNG | Minimum Euro 3 | Minimum Euro 4 | Minimum Euro 6d | Verbod Interdiction | Verbod Interdiction |
N1-I | Diesel | Minimum Euro 6 | Minimum Euro 6d | Verbod Interdiction | Verbod Interdiction | Verbod Interdiction |
| Benzine, LPG, CNG Essence, LPG, CNG | Minimum Euro 3 | Minimum Euro 4 | Minimum Euro 6d | Verbod Interdiction | Verbod Interdiction |
N1-II; N1-III; M2 | Diesel | Minimum Euro 6 | Minimum Euro 6d- TEMP | Minimum Euro 6d | Verbod Interdiction | Verbod Interdiction |
| Benzine, LPG, CNG Essence, LPG, CNG | Minimum Euro 3 | Minimum Euro 4 | Minimum Euro 6d | Verbod Interdiction | Verbod Interdiction |
M3 van klasse I, II en A / M3 de classe I, II, et A | Diesel | Minimum Euro VI | Minimum Euro VI | Minimum Euro VI | Minimum Euro VId | Verbod Interdiction |
| Benzine, LPG, CNG Essence, LPG, CNG | Minimum Euro III | Minimum Euro IV | Minimum Euro VI | Minimum Euro VId | Verbod Interdiction |
M3 van klasse III en B / M3 de classe III et B | Diesel | Minimum Euro VI | Minimum Euro VI | Minimum Euro VI | Minimum Euro VId | Minimum Euro VIe |
| Benzine, LPG, CNG Essence LPG, CNG | Minimum Euro III | Minimum Euro IV | Minimum Euro VI | Minimum Euro VId | Minimum Euro VIe |
N2; N3 | Diesel | Minimum Euro VI | Minimum Euro VI | Minimum Euro VId | Minimum Euro VIe* | Minimum Euro VIe* |
| Benzine, LPG, CNG Essence, LPG, CNG | Minimum Euro III | Minimum Euro IV | Minimum Euro VId | Minimum Euro VIe* | Minimum Euro VIe* |
L1, L2 | Diesel | Verbod Interdiction | Verbod Interdiction | Verbod Interdiction | Verbod Interdiction | Verbod Interdiction |
| Benzine, LPG, CNG Essence, LPG, CNG | Minimum Euro 5 | Verbod Interdiction | Verbod Interdiction | Verbod Interdiction | Verbod Interdiction |
L3, L4, L5, L6, L7 | Diesel | Verbod Interdiction | Verbod Interdiction | Verbod Interdiction | Verbod Interdiction | Verbod Interdiction |
| Benzine, LPG, CNG Essence, LPG, CNG | Minimum Euro 3** | Minimum Euro 4 | Minimum Euro 5 | Verbod Interdiction | Verbod Interdiction *alleen voor N2 waarvan de referentiemassa meer dan 2.610 kg bedraagt en voor N3/ uniquement pour N2 dont la masse réf. > 2 610 kg et les N3 ** alleen voor L3, L4, L5/ uniquement pour L3, L4, L5 |
§ 2. Gelet op de aard, het type of het gebruik van het betreffende motorvoertuig, evenals socio-economische criteria, kan de toegang tot de lage-emissiezone toegelaten worden na een afwijking voor de volgende motorvoertuigen:
1° de voertuigen voor speciale doeleinden in de betekenis van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 die voldoen aan de definitie van kampeerwagen;
2° de voertuigen die specifiek aangepast zijn voor het vervoeren van personen met een handicap of voor het besturen door een persoon met een handicap, waarvoor door de bevoegde openbare instantie een goedkeuring van aanpassing van een voertuig is afgeleverd of een gelijkaardig bewijs van aanpassing van het voertuig ingeval van afwezigheid van deze goedkeuring en waarvan de nummerplaathouder of een persoon die op het adres van de nummerplaathouder gedomicilieerd is, houder is van de speciale kaart bedoeld in artikel 27.4.3. van de Wegcode of van een gelijkgesteld document zoals bedoeld in artikel 27.4.1 van de Wegcode;
3° de voertuigen waarvan de titularis van de nummerplaat of een persoon die op het adres van de nummerplaathouder gedomicilieerd is, recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming en houder is van de speciale kaart, vermeld in artikel 27.4.3 van de Wegcode. De afwijking kan per speciale kaart slechts voor één enkel voertuig worden gevraagd;
4° de voertuigen die uitgerust zijn met een geïntegreerd systeem dat in of aan het voertuig gemonteerd is en dat bestemd is om te worden gebruikt om de rolstoel samen met de gebruiker in het voertuig te plaatsen en die niet zijn vermeld in punt 2°. Deze afwijking wordt niet toegekend aan de voertuigen van categorie M2 en M3, klasse A, koetswerkcode CV, klasse I, koetswerkcode CE, CF, CG en CH en klasse II, koetswerkcode CM, CN, CO en CP, zoals bedoeld in artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 ;
5° de voertuigen die niet in België ingeschreven zijn die sedert meer dan dertig jaar in gebruik zijn genomen;
6° de voertuigen ingeschreven in België onder één van de kentekenplaten bedoeld in artikel 4, § 3 van het ministerieel besluit van 23 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen, indien ze meer dan dertig jaar in gebruik zijn genomen;
7° de voertuigen die sedert meer dan dertig jaar in gebruik zijn genomen en die gebruikt worden voor toeristische vrijetijdsdoeleinden of andere commerciële doeleinden waarvoor het "oldtimer voertuig" deel uitmaakt van het "businessconcept";
8° de voertuigen die in noodsituaties of bij reddingswerken worden gebruikt op verzoek van de brandweer, de politie, het leger, de civiele bescherming of de wegenautoriteiten;
9° de voertuigen die speciaal uitgerust zijn voor het onderhoud en de controle van infrastructuren en installaties van algemeen nut;
10° de voertuigen die speciaal aangepast zijn voor markten, kermissen, optochten en ambulante handel, evenals voor de productie van audiovisuele films;
11° uitzonderlijk vervoer met een geldige vergunning voor uitzonderlijk vervoer afgeleverd door de bevoegde autoriteit;
12° mobiele kranen, zoals bedoeld in artikel 1, § 1, 9 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968;
13° de voertuigen van klasse M2 en M3 van klasse I, II en A met een plug-in hybride motorisatie die uitgerust zijn met geofencingtechnologie.
14° de voertuigen van categorie M1 met 8 zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend, van categorie M2, van categorie M3 en van categorie N1-I, N1-II en N1-III die exclusief worden ingezet voor het schoolvervoer en voor het collectief vervoer van personen met een handicap, in voorvallend geval, samen met hun materiaal of goederen,en die voor het eerst ingeschreven zijn voor 31 december 2025, en dit tot het voertuig in kwestie de levensduur van 11 jaar bereikt vanaf de eerste inschrijving;
15° de prioritaire voertuigen, bedoeld in artikel 37 van de Wegcode;
16° de voertuigen van de krijgsmacht;
17° de landbouwvoertuigen;
18° tot en met 31 december 2024, de motorvoertuigen die niet beantwoorden aan de categorieën M1, M2, M3 klasse I, klasse II, klasse III, klasse A, klasse B, en N1-I, N1-II en N1-III, en de motorvoertuigen van categorie N1 met carrosseriecode BC zoals opgenomen in artikel 1.2. van het Koninklijk Besluit van 15 maart 1968.
§ 3. De afwijkingen voorzien in paragraaf 2 worden toegekend door Brussel Fiscaliteit volgens de procedure voorzien in artikel 8.
§ 4. Zonder afbreuk te doen aan de afwijking bedoeld in paragraaf 5 wordt de euronorm van een voertuig wanneer deze niet gekend is overeenkomstig het volgende lid, bepaald op basis van de datum van eerste inschrijving van het voertuig, in overeenstemming met bijlage 1.
De emissienorm van een nationaal voertuig is niet gekend wanneer dit gegeven niet in de databank van de openbare dienst belast met de inschrijving van de voertuigen is opgenomen. De emissienorm van een buitenlands voertuig is niet gekend wanneer dit gegeven niet op het inschrijvingsbewijs staat.
§ 5. Indien op basis van het Europese gelijkvormigheidsattest of een ander document aanvaard door een overheidsinstantie, een andere emissienorm, een andere categorie of een ander brandstoftype van het voertuig dan vermeld in de DIV en/of LEZ-databank kan worden aangetoond, kan de houder van het voertuig de emissienorm, de categorie of het brandstoftype in de LEZ-databank laten aanpassen met behulp van deze documenten door een aanvraag tot afwijking in te dienen bij Brussel Fiscaliteit, zoals bepaald in artikel 8, leden 1 tot en met 9.
§ 6. Indien, in geval een verkeersgeleiding of wegomleiding door politie of wegbeheerder wordt opgelegd, het doorgaand verkeer van buiten de lage-emissiezone verplicht wordt omgeleid via de lage-emissiezone en dat deze situatie ervoor zorgt dat een voertuig, dat niet beantwoordt aan de toelatingscriteria, de lage-emissiezone binnen rijdt, zal er voor dit voertuig geen administratieve boete worden opgelegd."
Art.4. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in § 2, eerste lid wordt de zin "De LEZ-dagpas kan maximaal 8 keer per kalenderjaar aangekocht en gebruikt worden door de betrokken nummerplaat" aangevuld met de woorden "en maximaal 24 keer per kalenderjaar vanaf 15 juli 2022.";
2° in § 4 wordt de zin "Het retributietarief wordt vastgesteld op 35 EUR." vervangen door de volgende zin: "Het retributietarief wordt vastgesteld op 20 EUR voor motorvoertuigen die vallen onder de categorie L1, L2, L3, L4, L5, L6 en L7, op 50 EUR voor de voertuigen die vallen onder categorie N2 en N3 en op 35 EUR voor alle andere betrokken voertuigen.".
Art.5. In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 mei 2020 en 17 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, worden de woorden "zoals bedoeld in artikel 5, § 3" vervangen door de woorden "met betrekking tot een voertuig opgenomen in artikel 5, § 2, 1° (indien het voertuig niet ingeschreven is in België), 2°, 3°, 4° en 7° tot en met 14° ".
2° Tussen lid 9 en lid 10 wordt een volgend lid opgenomen:
" Brussel Fiscaliteit kent afwijkingen toe met betrekking tot de voertuigen opgenomen in artikel 5, § 2, 1° (indien de voertuigen ingeschreven zijn in België), 5°, 6°, en 15° tot en met 18° op basis van de informatie opgenomen in artikel 17, 1° en 5°. Brussel Fiscaliteit publiceert de afwijkingen op zijn website.
Art.6. Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :
"Voor de mobiele controle zijn de contractuele of statutaire personeelsleden bedoeld in artikel 3.2.20 van het Wetboek de personeelsleden van Brussel Mobiliteit die de eed hebben afgelegd zoals bedoeld in artikel 3.2.19 van het Wetboek.".
Art.7. In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het besluit van 22 september 2021, worden de woorden "Brussel Fiscaliteit" aangevuld met de woorden "of Brussel Mobiliteit".
Art.8. In artikel 12 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het besluit van 22 september 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "of Brussel Mobiliteit" ingevoegd tussen de woorden "Brussel Fiscaliteit" en de woorden " "geeft aan";
2° het tweede lid, 1° wordt aangevuld met de woorden " of van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel";
3° _ in het vierde lid tot en met zevende lid worden de woorden "Brussel Fiscaliteit" aangevuld met de woorden "of Brussel Mobiliteit".
Art.9. Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt:
1° het tweede lid wordt aangevuld met de woorden", evenals voor het versturen van de waarschuwingen tijdens de overgangsperiode zoals voorzien in artikel 20"
2° een nieuw lid wordt toegevoegd, luidende:
"Het jaarlijkse evaluatierapport van de LEZ wordt toegezonden aan het Comité van klimaatexperts dat is opgericht bij artikel 1.5.1, § 2 van het Wetboek. Op verzoek van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering doet het Comité van klimaatexperts op deze basis aanbevelingen over de ontwikkeling en de geschiktheid van de toegangsbeperking tot de LEZ.".
Art.10. In artikel 19, tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden "of een verwitting in het geval van een overgangsperiode in uitvoering van artikel 20 van dit besluit" ingevoegd tussen de woorden "waarvoor een boete" en "werd opgelegd".
Art.11. Artikel 20, tweede lid van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt:
"Voor de voertuigen die door de verstrenging van de toegangscriteria van de lage-emissiezone niet meer toegelaten zijn vanaf 2019, 2020 en 2022, is in uitvoering van artikel 3.4.1/1 § 3 van het Wetboek een overgangsperiode van 3 maanden voorzien.
Voor voertuigen die niet meer toegelaten zijn sinds de verstrenging van de toegangscriteria in 2025 of latere jaren, eindigt de overgangsperiode, zoals voorzien in artikel 3.4.1/1, § 3 van het Wetboek, per betrokken voertuig, de eerste dag dat een overtreding wordt vastgesteld voor het voertuig.".
Art.12. Bijlage 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage 1 van dit besluit.
Art.13. Bijlage 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage 2 van dit besluit.
Art.14. Het besluit treedt in werking op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad, behalve wat betreft artikel 13, dat uitwerking heeft met ingang vanaf 1 april 2021.
Art.15. De minister bevoegd voor Leefmilieu, de minister bevoegd voor Financiën en de minister bevoegd voor Mobiliteit worden, elk voor wat zijn specifieke bevoegdheden betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N1. (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 11-07-2022, p. 55410)
Art. N2. (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 11-07-2022, p. 55418)