28 JUNI 2022. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de nadere regels en technische vereisten waaraan de werkzaamheden vermeld in artikel 5.189, § 2 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 moeten voldoen en tot bepaling van de bewijsstukken te voegen bij de aanvraag vermeld in artikel 5.190, § 1, eerste lid van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-07-2022 en tekstbijwerking tot 18-12-2023)
HOOFDSTUK 1. - De nadere regels en technische vereisten vermeld in artikel 5.189, § 2, derde lid van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021
Art. 1-4
HOOFDSTUK 2. - De bewijsstukken te voegen bij de aanvraag, vermeld in artikel 5.190, § 1 eerste lid van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021
Art. 5-8
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 9-10
HOOFDSTUK 1. - De nadere regels en technische vereisten vermeld in artikel 5.189, § 2, derde lid van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021
Artikel 1. In dit artikel wordt verstaan onder veranda: een ruimte waarvan de dakbedekking voor minstens de helft transparant is en de toegevoegde wanden voor minstens de helft uit glas bestaan en die volledig kan afgesloten worden van de rest van de woning.
De werkzaamheden vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 3°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 hebben geen betrekking op een veranda.
Art.2. De werkzaamheden vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 1°, 4° en 5°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, hebben geen betrekking op de afwerking van de vloeren, de muren en de plafonds.
Art.3. De werkzaamheden vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 6°, c), 3) van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 hebben geen betrekking op bubbelbaden, stoomdouches, badkamermeubelen en -accessoires.
Art.4. Voor de werkzaamheden vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 7°, gelden de volgende nadere regels en technische vereisten:
1° de ketel is voorzien van een CE-markering en beschikt minstens over een A productlabel toegekend volgens de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 811/2013 van de Commissie van 18 februari 2013 ter aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de energie-etikettering van ruimteverwarmingstoestellen, combinatieverwarmingstoestellen, pakketten van ruimteverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties en pakketten van combinatieverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties;
2° de facturen, vermeld in artikel 5.191, § 1, eerste lid, van het besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, of de door de aannemer ingevulde en ondertekende attesten die samen met het aanvraagformulier meegeleverd worden, vermelden samen minstens:
a) het merk en het type van de geplaatste installatie;
b) het vermogen uitgedrukt in kilowatt van de geplaatste installatie;
c) het brandstoftype van de oude verwarmingsinstallatie;
d) het brandstoftype van de geplaatste verwarmingsketel;
e) de kostprijs van het materiaal en de plaatsing;
f) de datum waarop de installatie werd geplaatst;
g) het Europees productlabel toegekend volgens de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 811/2013 van de Commissie van 18 februari 2013 ter aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de energie-etikettering van ruimteverwarmingstoestellen, combinatieverwarmingstoestellen, pakketten van ruimteverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties en pakketten van combinatieverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties;
3° de factuur, een bijgevoegd document of het aanvraagformulier bevat minstens:
a) een verklaring dat de ketel is voorzien van een CE-markering en minstens beschikt over een A product label toegekend volgens de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 811/2013 van de Commissie van 18 februari 2013 ter aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de energie-etikettering van ruimteverwarmingstoestellen, combinatieverwarmingstoestellen, pakketten van ruimteverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties en pakketten van combinatieverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties;
b) in voorkomende geval: een verklaring dat de condensatieketel werd geïnstalleerd in een gebouw gelegen in een gebied waar geen aardgasdistributienet aanwezig is op het ogenblik van de uitvoering van de werken;
HOOFDSTUK 2. - De bewijsstukken te voegen bij de aanvraag, vermeld in artikel 5.190, § 1 eerste lid van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021
Art.5. Voor de werkzaamheden, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 3°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, voegt de aanvrager bij de aanvraag, vermeld in artikel 5.190, § 1 eerste lid van hetzelfde besluit, het bewijs dat is voldaan aan de ventilatievoorzieningen in woongebouwen, vermeld in bijlage IX van het Energiebesluit van 19 november 2010. Dit bewijs wordt geleverd door bij de aanvraag een attest van de aannemer te voegen of een factuur met vermelding van de plaatsing van een ventilatiesysteem of de plaatsing van aparte roosters of een ander bewijsmiddel waarmee wordt aangetoond dat voldaan is aan de ventilatievoorzieningen in woongebouwen.
Art.6. Voor de werkzaamheden, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 6° van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, voegt de aanvrager bij de aanvraag, vermeld in artikel 5.190, § 1 eerste lid van hetzelfde besluit, het attest van een erkend keuringsorgaan dat de conformiteit van de installatie met het Algemeen Reglement op de Electrische Installaties aantoont.
Art.7. Voor de werkzaamheden, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 7° van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, voegt de aanvrager bij de aanvraag, vermeld in artikel 5.190, § 1 eerste lid van hetzelfde besluit, het keuringsrapport, vermeld in artikel 7, § 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 betreffende het onderhoud en het nazicht van centrale stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater.
Art.8.Om het aandeel van de premiewoning in de gemeenschappelijke delen van het appartementsgebouw te bepalen voegt de [1 aanvrager]1 bij de aanvraag, vermeld in artikel 5.190, § 1 eerste lid van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, een attest van de syndicus met vermelding van het aandeel van de premiewoning in de gemeenschappelijke delen, of een uittreksel uit de basisakte of enig ander document waaruit het aandeel van de premiewoning in de gemeenschappelijke delen kan worden vastgesteld.
----------
(1)<MB 2023-12-07/03, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-02-2024>
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.9. Het ministerieel besluit van 26 februari 2019 tot nadere precisering van de voorwaarden waaronder een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie of verbetering van een bestaande woning of bij de realisatie van een nieuwe woning wordt verleend, vermeld in artikel 5.186 tot en met 5.195 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 wordt opgeheven.
In afwijking van het eerste lid blijft het ministerieel besluit van 26 februari 2019 tot nadere precisering van de voorwaarden waaronder een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie of verbetering van een bestaande woning of bij de realisatie van een nieuwe woning wordt verleend, vermeld in artikel 5.186 tot en met 5.195 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals van kracht op 30 juni 2022, van toepassing op de aanvragen tot tegemoetkoming die zijn aangevraagd voor 1 juli 2022 conform Boek 5, Deel 5, Titel 3, hoofdstuk 1 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Art. 10. Dit besluit en artikel 37, 38, 39, 40, 41, 42 en 49 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022 tot oprichting van een uniek loket voor de aanvraag en behandeling van bepaalde woon-en energiepremies en tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010 en het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2022.