12 DECEMBER 2021. - Koninklijk besluit tot bepaling van de te volgen procedure voor het opstellen en het wijzigen van het arbeidsreglement dat van toepassing is op de Hoge Raad voor de Justitie en op de door hem tewerkgestelde werknemers
Art. 1-6
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de Hoge Raad voor de Justitie en op de door de Raad tewerkgestelde werknemers.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° de wet: de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen;
2° de Raad: de Hoge Raad voor de Justitie;
3° de administratieve cel: de administratieve cel ingesteld bij het huishoudelijk reglement van de Hoge Raad voor de Justitie van 4 oktober 2000, dat werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25 november 2000;
4° de personeelsraad: de personeelsraad opgericht bij reglement van de Hoge Raad voor de Justitie van 18 september 2002 betreffende de oprichting, de samenstelling, de bevoegdheid en de werking van de personeelsraad, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 10 januari 2003, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 24 januari 2003;
5° de werknemers: de administratieve medewerkers die in dienst zijn van de Raad;
6° de ambtenaar: de ambtenaar aangewezen door de Koning krachtens artikel 21 van de wet.
Art.3. In uitvoering van artikel 15septies van de wet, wordt de procedure voor het opstellen en het wijzigen van het arbeidsreglement vastgesteld volgens de hierna vastgestelde nadere regelen.
Er wordt een verenigde vergadering van de administratieve cel en de personeelsraad gehouden die wordt voorgezeten door de voorzitter van de administratieve cel.
Elk ontwerp van arbeidsreglement of van wijziging in het bestaand arbeidsreglement wordt opgesteld door de voorzitter van de verenigde vergadering die het ter kennis brengt van de leden van de verenigde vergadering.
Tegelijk wordt het ter kennis gebracht van de werknemers door aanplakking op een zichtbare en toegankelijke plaats binnen de Raad.
Elke werknemer kan bovendien een afschrift van de tekst van dat ontwerp ontvangen op eenvoudig verzoek.
Werknemers kunnen hun opmerkingen overmaken aan de perso-neelsraad.
De ontwerpen worden door toedoen van de voorzitter van de verenigde vergadering op de agenda geplaatst van de verenigde vergadering, die ten vroegste vijftien dagen en uiterlijk dertig dagen na de dag van de aanplakking wordt bijeengeroepen.
Indien overeenstemming wordt bereikt, treedt het nieuw arbeidsreglement of de wijziging in het bestaand arbeidsreglement de vijftiende dag na de vergadering in werking.
Indien geen overeenstemming wordt bereikt, wordt het desbetreffende geschil uiterlijk vijftien dagen na de dag van de verenigde vergadering, waarop het gebrek aan overeenstemming definitief is vastgesteld, door de voorzitter ter kennis gebracht van de ambtenaar. De ambtenaar tracht binnen een termijn van dertig dagen de uiteenlopende standpunten te verzoenen.
Indien deze ambtenaar daarin slaagt, treedt het arbeidsreglement of de wijziging in het bestaande arbeidsreglement in werking de achtste dag na die van de verzoening.
Indien de ambtenaar daar niet in slaagt, stelt hij een proces-verbaal van niet-verzoening op en zendt hij hiervan onmiddellijk een afschrift aan de voorzitter van de Raad. Deze laatste stelt dan het reglement of de wijziging in het arbeidsreglement vast.
Het nieuw arbeidsreglement of de wijziging in het bestaand arbeidsreglement treedt de vijftiende dag na de beslissing van de voorzitter van de Raad in werking, tenzij een andere datum van inwerkingtreding werd vastgesteld door de voorzitter van de Raad.
Art.4. Het nieuw arbeidsreglement en de wijzigingen in het bestaand arbeidsreglement worden gedagtekend en ondertekend door de voorzitter van de Raad.
Art.5. De in artikel 3 voorgeschreven regels zijn niet van toepassing op de bepalingen van het statuut van het administratief personeel van de Hoge Raad voor de Justitie, van de door de Algemene Vergadering goedgekeurde reglementen of van de dienstnota's die van toepassing zijn op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, zelfs niet indien deze bepalingen verplichte vermeldingen in de zin van de wet bevatten.
Elke bepaling die verplichte vermeldingen in de zin van de wet bevat en die na de inwerkingtreding van dit koninklijk besluit wordt aangenomen, is onderworpen aan de in artikel 3 voorgeschreven regels.
Art. 6. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.