21 OKTOBER 2021. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 23 mei 2019 betreffende de overdrachten van bevoegdheden in de Waalse Overheidsdienst
Art. 1-2
Artikel 1. In artikel 115 van het besluit van de Waalse Regering van 23 mei 2019 betreffende de overdrachten van bevoegdheden in de Waalse Overheidsdienst, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 2 september 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in de inleidende zin worden de woorden "en de Europese Overeenkomst van 26 mei 2000 inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren, hierna ADN genoemd" vervangen door de woorden ", de Europese Overeenkomst van 26 mei 2000 inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren, hierna ADN genoemd, en in Aanhangsel C van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer van 9 mei 1980, hierna "RID" genoemd";
b) punt 2° wordt vervangen als volgt:
"2° de toekenning, de intrekking of de schorsing van de erkenning:
a) van de keuringsinstellingen bedoeld in artikel 17 van het koninklijk besluit van 28 juni 2009 betreffende het vervoer via de weg of per spoor van gevaarlijke goederen, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen;
b) van de examencentra bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 29 juni 2003 betreffende de opleiding van bestuurders van transporteenheden die andere gevaarlijke goederen dan radioactieve stoffen over de weg vervoeren en in artikel 14 van het koninklijk besluit van 5 juli 2006 betreffende de aanwijzing en de beroepsbekwaamheid van veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren;
c) van de opleidingscentra voor bestuurders en veiligheidsadviseurs als bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 29 juni 2003 betreffende de opleiding van bestuurders van transporteenheden die andere gevaarlijke goederen dan radioactieve stoffen over de weg vervoeren en in artikel 14 van het koninklijk besluit van 5 juli 2006 betreffende de aanwijzing en de beroepsbekwaamheid van veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren. ";
c) de volgende punten worden toegevoegd:
"29° de organisatie van de opleiding:
a) van de veiligheidsadviseurs, zoals bedoeld in de hoofdstukken 1.8.3. van het ADR, 1.8.3 van het ADN en 1.8.3 van het RID;
b) van de voertuigbemanning zoals bepaald in hoofdstuk 8.2 van het ADR;
c) van de deskundigen, zoals bepaald in hoofdstuk 8.2 van het ADN;
30° inzake vervoer en uitrustingen:
a) de vaststelling van de specifieke veiligheidsvoorschriften bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 juni 2009 betreffende het vervoer via de weg of per spoor van gevaarlijke goederen, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen;
b) de toepassing van de strengere bepalingen bedoeld in artikel 5 van hetzelfde besluit;
c) het reglementeren of verbieden van het vervoer van gevaarlijke goederen als bedoeld in artikel 6 van hetzelfde besluit;
d) het geven van de in de bijlagen bij hetzelfde besluit vermelde instructies en vergunningen;
31° inzake de erkenning en opleiding van veiligheidsadviseurs :
a) de vaststelling van nadere regels met betrekking tot de examens en de afgifte van certificaten zoals bedoeld in de artikelen 24, 27 en 36 van het koninklijk besluit van 5 juli 2006 betreffende de aanwijzing en de beroepsbekwaamheid van veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren;
b) de controle bedoeld in artikel 37 van hetzelfde besluit;
32° inzake de erkenning en de modaliteiten m.b.t. de examens van de bestuurders:
a) het opstellen van de omzendbrieven bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 29 juni 2003 betreffende de opleiding van bestuurders van transporteenheden die andere gevaarlijke goederen dan radioactieve stoffen over de weg vervoeren;
b) de vaststelling van de examenprocedures als bedoeld in artikel 16 van hetzelfde besluit;
33° de geldigheid van de door de bevoegde instanties van andere ADR-lidstaten genomen besluiten die ook op ons grondgebied van toepassing zijn, bevestigen en tot het grondgebied van het Waalse Gewest uitbreiden. ".
Art. 2. De Minister die bevoegd is voor Mobiliteit, is belast met de uitvoering van dit besluit.