29 AUGUSTUS 2021. - Koninklijk besluit tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de jaren 2021-2022
Hoofdstuk 1. - Vaststelling van de datum van neerlegging zoals bedoeld in artikel 190, § 2, tweede lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), van de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 190, § 1, van de voornoemde wet, voor het jaar 2021
Art. 1
Hoofdstuk 2. - Vaststelling van de datum van neerlegging zoals bedoeld in artikel 13, vierde lid, van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk, voor de jaren 2021 - 2022
Art. 2
Hoofdstuk 3. - Activering van de inspanning ten voordele van personen die tot de risicogroepen behoren voorde periode 2021-2022
Art. 3
Hoofdstuk 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag
Art. 4-11
Hoofdstuk 1. - Vaststelling van de datum van neerlegging zoals bedoeld in artikel 190, § 2, tweede lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), van de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 190, § 1, van de voornoemde wet, voor het jaar 2021
Artikel 1. In afwijking van artikel 190, § 2, tweede lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) wordt de uiterste datum van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 190, § 2, eerste lid, op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, voor het jaar 2021 bepaald op 31 december 2021.
Hoofdstuk 2. - Vaststelling van de datum van neerlegging zoals bedoeld in artikel 13, vierde lid, van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk, voor de jaren 2021 - 2022
Art.2. In afwijking van artikel 13, vierde lid, van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk, wordt de uiterste datum van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de opleidingsinspanningen op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, voor de jaren 2021 - 2022 bepaald op 31 december 2021.
Hoofdstuk 3. - Activering van de inspanning ten voordele van personen die tot de risicogroepen behoren voorde periode 2021-2022
Art.3. De inspanning ten voordele van de personen die behoren tot de risicogroepen zoals bedoeld in titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), geldt in de periode van 1 januari 2021 tot 31 december 2022.
Hoofdstuk 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag
Art.4. Artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 december 2011 en 20 december 2014, wordt vervangen als volgt:
" § 1. - De ontslagen werknemers bedoeld in artikel 1 die 62 jaar en ouder zijn op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en die op dat ogenblik 40 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen en die gerechtigd zijn op een aanvullende vergoeding, kunnen aanspraak maken op de werkloosheidsuitkeringen onder de voorwaarden vastgesteld in titel II van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.
In afwijking van het eerste lid wordt het beroepsverleden voor de werkneemsters vastgesteld op:
a) 37 jaar vanaf 1 januari 2021;
b) 38 jaar vanaf 1 januari 2022;
c) 39 jaar vanaf 1 januari 2023;
d) 40 jaar vanaf 1 januari 2024;
Het tweede lid is slechts van toepassing indien de collectieve arbeidsovereenkomst of het collectief akkoord bedoeld in paragraaf 2, eerste lid:
a) ofwel gesloten en neergelegd is vóór 1 januari 2012;
b) ofwel gesloten is na 31 december 2011, maar een ononderbroken verlenging uitmaakt van een collectieve arbeidsovereenkomst of collectief akkoord gesloten en neergelegd vóór 1 januari 2012.".
Art.5. In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 augustus 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 4, eerste lid, a), worden de bepalingen onder het tweede streepje vervangen als volgt:
"- de dagen van beroepsloopbaan- onderbreking overeenkomstig de bepalingen van de herstelwet van 22 januari 1985 voor zover de werknemer onderbrekingsuitkeringen heeft genoten, uitgezonderd de dagen van beroepsloopbaanonderbreking gedurende dewelke de werknemer onderbrekingsuitkeringen heeft genoten in toepassing van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, artikel 6, § § 1 en 2, zoals van toepassing tot en met 31 december 2014, of artikel 6, § § 2 en 3, zoals van toepassing vanaf 1 januari 2015;";
2° in de inleidende zin van paragraaf 5 worden de woorden "artikel 3, § § 2, 3 en 6" vervangen door de woorden "artikel 3, § § 3 en 6";
3° in paragraaf 5, eerste lid, a), worden de bepalingen onder het tweede streepje vervangen als volgt:
"- de dagen van beroepsloopbaan- onderbreking overeenkomstig de bepalingen van de herstelwet van 22 januari 1985 voor zover de werknemer onderbrekingsuitkeringen heeft genoten, uitgezonderd de dagen van beroeps- loopbaanonderbreking gedurende dewelke de werknemer onderbrekingsuitkeringen heeft genoten in toepassing van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, artikel 6, § § 1 en 2, zoals van toepassing tot en met 31 december 2014, of artikel 6, § § 2 en 3, zoals van toepassing vanaf 1 januari 2015;";
4° paragraaf 6 wordt opgeheven;
5° in paragraaf 8 worden de eerste twee leden vervangen als volgt:
" § 8. - Voor de toepassing van de § § 4 tot 7bis worden uitgesloten: de twee eerste jaren van volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst, aangevat na 31 mei 2007, die de werknemer genoten heeft in toepassing van:
1° artikel 3, § 1, 1°, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 77ter van 10 juli 2002 en nr. 77quater van 30 maart 2007;
2° artikel 3, § 1, 1), van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 bis van 27 april 2015.
Het vorige lid is evenwel niet van toepassing indien de volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst die aanleiding heeft gegeven tot onderbrekingsuitkeringen, gerechtvaardigd is door de motieven opgenomen in:
1° artikel 4, § 3, zevende lid, a), b), c), d) of e), van het voormelde koninklijk besluit van 12 december 2001, zoals van toepassing tot en met 31 december 2011;
2° artikel 4, § § 4 en 5, van het voormelde koninklijk besluit van 12 december 2001, zoals van toepassing vanaf 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014;
3° artikel 5, § § 1 en 2, van het voormelde koninklijk besluit van 12 december 2001, zoals van toepassing vanaf 1 januari 2015.".
Art.6. In artikel 12, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "wordt de periode van 6 maanden bedoeld in artikel 65 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering verlengd met de periode van werkhervatting" vervangen door de woorden "wordt abstractie gemaakt van de werkhervatting".
Art.7. In artikel 18, § 7, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 december 2011, 10 juni 2013, 30 december 2014 en 8 oktober 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "50 jaar" vervangen door de woorden "60 jaar";
2° het tweede, derde, vierde en vijfde lid worden opgeheven;
3° het zesde lid, dat het tweede lid wordt, wordt vervangen als volgt:
"Om de voordelen van dit hoofdstuk te genieten, moeten de werknemers die behoren tot de ondernemingen bedoeld in artikel 14 en 15, 2°, die geen mededeling hebben gedaan van de intentie om over te gaan tot collectief ontslag zoals bedoeld in artikel 6 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 24 van 2 oktober 1975, op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst de vereiste minimumleeftijd die voorzien is in de erkenningsbeslissing bedoeld in het eerste lid bereikt hebben.";
4° het achtste en negende lid worden opgeheven.
Art.8. Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.9. In artikel 22 van hetzelfde besluit, hersteld bij het koninklijk besluit van 19 juni 2015 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 oktober 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "42 jaar" vervangen door de woorden "43 jaar";
2° paragraaf 2, tweede lid, wordt opgeheven;
3° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt:
" § 3. - De huidige paragraaf is slechts van toepassing wanneer de volgende voorwaarden vervuld zijn:
1° er is een bij koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst, afgesloten in de Nationale Arbeidsraad, die voor de toepassing van deze paragraaf de voorwaarden bepaalt waaronder een vrijstelling van de verplichting aangepast beschikbaar te zijn kan worden toegestaan aan de werknemers bedoeld in artikel 3, § § 1, 3 en 7;
2° de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld onder 1° moet van bepaalde duur zijn, mag geen stilzwijgend verlengingsbeding bevatten en mag de duur van 2 jaar niet overstijgen;
3° de werknemer moet worden ontslagen tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
4° het voor de werknemer bevoegde paritair comité of paritair subcomité moet, voor de geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld onder 1°, een bij koninklijk besluite algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst hebben afgesloten die expliciet vermeldt dat ze werd afgesloten in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld onder 1°.
In afwijking van paragraaf 1, kunnen de werknemers bedoeld in artikel 3, § § 1, 3 en 7, op hun vraag vrijgesteld worden van de verplichting aangepast beschikbaar te zijn wanneer ze:
1° ofwel de leeftijd van 62 jaar bereiken;
2° ofwel 42 jaar beroepsverleden bewijzen.
Deze paragraaf lid is eveneens van toepassing op de werknemers die voldoen aan de verschillende voorwaarden die erin zijn opgesomd en waarvan de opzeggingstermijn verstrijkt buiten de geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in lid 1, 1°, op voorwaarde dat het verstrijken van de opzeggingstermijn plaatsvindt tijdens de geldigheidsduur van een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in toepassing van paragraaf 1, 1°, die de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in toepassing van paragraaf 1, 1°, tijdens dewelke deze werknemers werden ontslagen, verlengt.".
4° paragraaf 5 wordt vervangen als volgt:
" § 5. - De huidige paragraaf is slechts van toepassing wanneer de volgende voorwaarden vervuld zijn:
1° er is een bij koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst, afgesloten in de Nationale Arbeidsraad, die voor de toepassing van deze paragraaf de voorwaarden bepaalt waaronder een vrijstelling van de verplichting aangepast beschikbaar te zijn kan worden toegestaan aan de werknemers bedoeld in hoofdstuk VII;
2° de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld onder 1° moet van bepaalde duur zijn, mag geen stilzwijgend verlengingsbeding bevatten en mag de duur van 2 jaar niet overstijgen;
3° de werknemer moet worden ontslagen tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
4° de collectieve arbeidsovereenkomst of het collectief akkoord zoals bedoeld in artikel 17, § 2, 2°, bevat een bepaling waarbij expliciet worden verwezen dat ze wordt gesloten in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst zoals bedoeld onder 1°.
In afwijking van paragraaf 1, kunnen de werknemers bedoeld in hoofdstuk VII, op hun vraag vrijgesteld worden van de verplichting aangepast beschikbaar te zijn wanneer ze:
1° ofwel de leeftijd van 62 jaar bereiken;
2° ofwel 42 jaar beroepsverleden bewijzen.
Deze paragraaf lid is eveneens van toepassing op de werknemers die voldoen aan de verschillende voorwaarden die erin zijn opgesomd en waarvan de opzeggingstermijn verstrijkt buiten de geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in lid 1, 1°, op voorwaarde dat het verstrijken van de opzeggingstermijn plaatsvindt tijdens de geldigheidsduur van een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in toepassing van paragraaf 1, 1°, die de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in toepassing van paragraaf 1, 1°, tijdens dewelke deze werknemers werden ontslagen, verlengt.
Het eerste lid, 4°, is niet van toepassing wanneer de collectieve arbeidsovereenkomst of het collectief akkoord werden gesloten tussen 31 december 2020 en de datum van publicatie van dit besluit.".
Art.10. Hoofdstuk 3 heeft uitwerking met ingang vanaf 1 januari 2021.
Artikel 7 heeft uitwerking met ingang vanaf 31 december 2020.
Artikel 9, 3°, heeft uitwerking met ingang vanaf 1 juli 2021.
Artikel 9, 4°, heeft uitwerking met ingang vanaf 31 december 2020.
Art. 11. De minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad:
Besluitwet van 28 december 1944, Belgisch Staatsblad van 30 december 1944
Wet van 1 augustus 1985, Belgisch Staatsblad van 6 augustus 1985
Wet van 27 december 2006, Belgisch Staatsblad van 28 december 2006
Wet van 5 maart 2017, Belgisch Staatblad van 15 maart 2017