21 JULI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19 quinquies van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 19quinquies van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2020 en gewijzigd in het laatste bij de koninklijk besluit van 28 december 2020, wordt gewijzigd als volgt:
1° in paragraaf 2, 4°, eerste lid, wordt de bepaling onder a) vervangen als volgt:
"a) in de inrichtingen die ressorteren onder de horeca-sector of de kleinhandelszaken die, in de gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de consument in de vestigingseenheid, goederen aanbieden aan de consument, met inbegrip van de hersteldiensten waarbij het te herstellen goed fysiek door de consument in de vestigingseenheid wordt gebracht en afgehaald, of;";
2° in paragraaf 2, 4°, eerste lid, wordt de bepaling onder b) vervangen als volgt:
"b) in de wellnesscentra, met inbegrip van de sauna's, zonnebanken, jacuzzi's, stoomcabines en hammams, in de activiteiten die genoemd worden onder het paritair comité van de toeristische attracties (PC 333), in de bioscopen en in de overige inrichtingen die behoren tot de culturele sector die zijn erkend, goedgekeurd of gesubsidieerd door de bevoegde overheid, of;";
3° in paragraaf 2, 4°, eerste lid, wordt de bepaling onder c) vervangen als volgt:
"c) in de bowlingzalen, de zwembaden en de fitnesscentra en in de sportverenigingen voor wie een federatie, erkend of gesubsidieerd door de gemeenschappen, bestaat of behoren tot een van de nationale federaties, of;";
4° paragraaf 2, 4°, eerste lid, wordt aangevuld met de bepaling onder d) ingevoegd, luidende:
"d) in de schoonheidssalons, de niet-medische pedicurezaken, de nagelsalons, de massagesalons, de kapperszaken en barbiers, de tatoeage- en piercingsalons en de rijscholen.";
5° in paragraaf 2, 4°, derde en vierde lid, worden de woorden "31 december 2021" vervangen door de woorden "31 december 2022";
6° paragraaf 2, 4°, wordt aangevuld met een lid, luidende:
"De consumptiecheques op papieren drager, die geldig zijn tot en met 31 december 2021, worden verlengd tot en met 31 december 2022."
Art.2. Artikel 19quinquies van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 december 2020, wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende:
" § 4. Het voordeel toegekend onder de vorm van een coronapremie wordt al dan niet als loon beschouwd volgens de voorwaarden en bepalingen van de paragrafen 1 tot en met 3. Voor de toepassing van deze paragraaf wordt elke verwijzing naar de 'consumptiecheque' in de paragrafen 1 tot en met 3 geacht te verwijzen naar de 'coronapremie' en elke verwijzing naar de 'consumptiechequerekening' naar de 'coronapremierekening'.
De toekenning van de coronapremie in ondernemingen waar tijdens de crisis goede resultaten zijn behaald moet vervat zijn in een collectieve arbeidsovereenkomst op sectorieel vlak of op ondernemingsvlak. Kan dergelijke overeenkomst niet worden gesloten bij gebrek aan een syndicale delegatie of gaat het om een personeelscategorie waarvoor het niet de gewoonte is dat zulke overeenkomst wordt beoogd, dan mag de toekenning geregeld worden door een individuele overeenkomst.
In afwijking van de voorwaarden in de paragrafen 1 tot en met 3, zijn volgende specifieke voorwaarden van toepassing op de coronapremie:
1° de coronapremie mag worden uitgereikt vanaf 1 augustus 2021 tot 31 december 2021;
2° op de coronapremie op papieren drager staat duidelijk vermeld dat hij geldig is tot 31 december 2022;
3° het totale bedrag van de door de werkgever toegekend coronapremies mag niet meer bedragen dan 500 euro per werknemer.".
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2021.
Art. 4. De minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.