1 JULI 2021. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de incentives ter bevordering van uitrustingen die het energieverbruik en de geluidsemissies van een voertuig verminderen voor het begrotingsjaar 2021
Art. 1-5
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de onderneming : de natuurlijke of rechtspersoon die een voertuig bezit, waarvoor de verkeersbelasting in het Waalse Gewest verschuldigd is;
2° de zetel: de vestigingseenheid bedoeld in artikel I.2., 16 °, van het Wetboek van economisch recht;
3° het voertuig : het motorvoertuig, het samenstel van voertuigen of aanhangwagen bedoeld of gebruikt, of gedeeltelijk of uitsluitend, voor het vervoer over de weg van goederen en waarvan het maximaal toegestane totaalgewicht meer dan 3,5 ton bedraagt, met uitzondering van het motorvoertuig, het samenstel van voertuigen of aanhangwagen, gebruikt op beperkte manier op de openbare weg;
4° de Minister: de Minister bevoegd voor Economie;
5° de Administratie : de "Service public de Wallonie Economie, Emploi et Recherche" (de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling en Onderzoek).
Art.2. § 1. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun kan de Minister of diens afgevaardigde een premie toekennen aan de onderneming die :
1° minstens één zetel in het Waalse Gewest heeft;
2° een uitrusting die het energieverbruik en de geluidsemissies vermindert, in een voertuig installeert;
3° geen incentives heeft genoten krachtens het decreet van 11 maart 2004 betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen, het decreet van 11 maart 2004 betreffende de gewestelijke incentives om de milieubescherming en het duurzame energiegebruik te begunstigen of van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van de grote ondernemingen;
4° met een verklaring op erewoord van de verantwoordelijke van de onderneming aantoont dat ze aan de fiscale en sociale wetgevingen en reglementeringen voldoet of die zich ertoe verbindt daaraan te voldoen binnen de door de Administratie bepaalde termijnen.
Wat punt 4° betreft, kan de Administratie, in voorkomend geval, de onderneming erom verzoeken de nodige documenten en bewijzen over te leggen.
§ 2. De Minister bepaalt, per voertuig, de in § 1, eerste lid, 2°, bedoelde uitrustingen alsook het bedrag van de overeenstemmende premie.
Het maximumbedrag van de premie wordt beperkt tot 5.000 euro per voertuig en 15.000 euro per onderneming.
Art.3. § 1.De onderneming vraagt de in artikel 2 bedoelde premie aan bij de Administratie aan de hand van een standaardformulier dat door de directeur-generaal van de Administratie wordt vastgesteld.
§ 2. De premie-aanvraag moet worden ingediend binnen drie maanden na de datum van bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad of binnen drie maanden na de laatste factuur met betrekking tot de in artikel 2, § 1, eerste lid, 2°, bedoelde uitrusting..
De facturen worden tussen 1 augustus 2020 en 31 augustus 2021 uitgegeven.
De onderneming dient voor één of meerdere uitrustingen bedoeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 2°, één premie-aanvraag per voertuig in. Een premie-aanvraag kan evenwel één of meerdere voertuigen betreffen.
§ 3. De onderneming die de in artikel 2 bedoelde premie vraagt, bezorgt de administratie :
1° met een verklaring op erewoord van de verantwoordelijke van de onderneming, een lijst van de de-minimissteun ontvangen tijdens de twee laatste aanslagjaren en het lopende aanslagjaar en;
2° het bewijs van de installatie en de betaling van de in artikel 2, § 1, eerste lid, 2°, bedoelde uitrusting.
§ 4. De Administratie betaalt de in artikel 2 bedoelde premie in een schijf uit wanneer de onderneming haar het bewijs van de installatie en van de betaling van de in artikel 2, § 1, eerste lid, 2°, bedoelde uitrusting levert.
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
Art. 5. De Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.