17 JUNI 2021. - Besluit van de Waalse Regering tot toekenning van een crisissteun in 2021 aan varkensfokkers die zijn getroffen door de daling van de prijzen als gevolg van de maatregelen ter bestrijding van COVID-19
Art. 1-12
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de fokker : de landbouwer die in het Waalse Gewest een activiteit uitoefent op het gebied van het fokken van biggen en die eigenaar is van zijn kudde;
7° ondernemingen in moeilijkheden : de ondernemingen bepaald in artikel 2, 14°, van Verordening (EG) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard.
3° het aantal zeugen : het rekenkundig gemiddelde van de in SANITRACE geregistreerde zeugentellingen gedurende het jaar 2020;
4° SANITRACE : het geïnformatiseerd gegevensbestand van het Agentschap voor de identificatie en de registratie van dieren, bedrijven, inrichtingen en installaties waar dieren worden gehouden, alsook van de houders en de verantwoordelijken, dat wordt gebruikt door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en in het Waals Gewest wordt beheerd door de V.Z.W. ARSIA;
5° dienst : Département de l'Agriculture, Direction des Droits et des Quotas (Departement Landbouw, Directie Rechten en Quota's)
6° werkdag : werkdag als bedoeld in artikel D.3, 21 van het Waals Landbouwwetboek
Art.2. Eenmalige steun ter dekking van door de uitvoering van pandemische maatregelen veroorzaakte verliezen wordt toegekend mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan :
1° de steun is cumuleerbaar met andere steunmaatregelen, op voorwaarde dat de cumulregels bepaald in de voorschriften tot vaststelling van die steunmaatregelen onderling verenigbaar zijn;
2° bedrijven waarvoor een verzoek tot terugvordering van steun is ingediend die onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is bevonden krachtens een eerder besluit van de Europese Commissie, komen niet in aanmerking voor de steun;
3° de steun is transparant;
4° ondernemingen in moeilijkheden op 31 december 2019 komen niet in aanmerking voor de steun;
Art.3. Binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten wordt de in artikel 2 bedoelde steun toegekend aan de landbouwers die bij de indiening van hun aanvraag voldoen aan de volgende cumulatieve voorwaarden :
1° een actief ondernemingsnummer in de Kruispuntbank voor Ondernemingen hebben;
2° in het GBCS geïdentificeerd zijn in de zin van artikel D.20 van het Waalse Landbouwwetboek;
3° een kuddenummer in SANITRACE hebben.
Art.4. De in artikel 2 bedoelde steun bedraagt 530 euro per zeug.
Art.5. Het betaalorgaan berekent de steun op basis van de beschikbare begrotingskredieten en het aantal zeugen dat door de aanvrager wordt gehouden.
Het overeenkomstig artikel 4 berekende steunbedrag is niet hoger dan 100 000 EUR per bedrijf.
De steun wordt uiterlijk op 31 december 2021 uitbetaald.
Art.6. De landbouwers dienen hun steunaanvragen uiterlijk 30 werkdagen na de datum van inwerkingtreding van dit besluit bij het betaalorgaan in met gebruikmaking van het door de minister van Landbouw vastgestelde formulier, door elk middel dat een vaste datum verleent aan de verzending.
Art.7. Het betaalorgaan geeft de steunaanvrager kennis van zijn beslissing tot toekenning binnen dertig dagen na ontvangst de in artikel 6 bedoelde aanvraag.
Art.8. De steun wordt niet verleend aan een fokker die steun heeft ontvangen op grond van de bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 25 oktober 2018 tot toekenning van een buitengewone tegemoetkoming aan varkensfokkers getroffen door het herbevolkingsverbod van varkensbedrijven gelegen in het gebied besmet door Afrikaanse varkenspest.
Art.9. Overeenkomstig artikel D.257, § § 1 en 2, van het Waals Landbouwwetboek kan de fokker een beroep indienen bij de Directeur van het betaalorgaan tegen elke beslissing genomen krachtens dit besluit.
De Directeur van het betaalorgaan of diens afgevaardigde hoort de fokker wanneer laatstgenoemde overeenkomstig artikel D.17, § 2, van het Waalse Landbouwwetboek vraagt om gehoord te worden.
De Directeur van het betaalorgaan of diens afgevaardigde neemt een beslissing omtrent het beroep binnen een termijn van drie maanden na ontvangst van het beroep.
De beslissing van de Directeur van het betaalorgaan wordt terzelfder tijd ter kennis gebracht van de Directeur van de dienst en van de fokker.
Art.10. Overeenkomstig artikel D.255, lid 2, van het Waals landbouwwetboek zorgt het betaalorgaan voor het beheer en de controle van de steunaanvragen en -betalingen aan de fokkers.
Art.11. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 12. De Minister bevoegd voor Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.