Details





Titel:

6 JUNI 2021. - Koninklijk besluit tot bepaling van de te volgen procedure voor het opstellen en het wijzigen van het arbeidsreglement dat van toepassing is op het Federaal Instituut voor de bescherming en de bevordering van de rechten van de mens en op zijn werknemers



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het Federaal Instituut voor de bescherming en de bevordering van de rechten van de mens, en op de door het Instituut tewerkgestelde werknemers.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° "de wet" : de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen;
  2° "het Instituut" : het Federaal Instituut voor de bescherming en de bevordering van de rechten van de mens, opgericht bij de wet van 12 mei 2019 tot oprichting van een Federaal Instituut voor de bescherming en de bevordering van de rechten van de mens;
  3° "de werknemers" : de personeelsleden die in dienst zijn van het Instituut;
  4° "de ambtenaar" : de krachtens artikel 21 van de wet door de Koning aangewezen ambtenaar.

Art.3. De procedure voor het opstellen en het wijzigen van het arbeidsreglement wordt, in uitvoering van artikel 15septies van de wet, geregeld volgens de hierna vastgestelde modaliteiten.
  Elk ontwerp van arbeidsreglement of van wijziging in een bestaand arbeidsreglement wordt opgesteld door de Directeur van het Instituut die het door aanplakking ter kennis van de werknemers brengt.
  De werknemer kan een afschrift van de tekst van dat ontwerp ontvangen op eenvoudig verzoek.
  Gedurende een termijn van vijftien dagen te rekenen van de dag van de aanplakking houdt de Directeur van het Instituut een register ter beschikking van de werknemers waarin zij individueel, of door toedoen van een personeelsafvaardiging, hun opmerkingen kunnen optekenen.
  Gedurende dezelfde termijn van vijftien dagen kunnen de werknemers of hun afgevaardigden bedoeld in het vierde lid, hun opmerkingen ook bij een behoorlijk ondertekend schrijven toezenden aan de ambtenaar. Hun naam mag niet meegedeeld of ruchtbaar gemaakt worden.
  Zodra deze termijn is verstreken, zendt de Directeur van het Instituut het register ter inzage aan de ambtenaar.
  Indien geen enkele opmerking is meegedeeld aan de ambtenaar en indien in het register geen enkele opmerking voorkomt, treedt het nieuwe arbeidsreglement of de wijziging in het bestaande arbeidsreglement de vijftiende dag na die van de aanplakking in werking.
  Indien opmerkingen zijn meegedeeld aan de ambtenaar of indien in het register opmerkingen van de werknemers voorkomen, deelt de ambtenaar deze binnen vier dagen mee aan de Directeur van het Instituut, die ze door aanplakking ter kennis van de werknemers brengt.
  Deze ambtenaar tracht binnen een termijn van dertig dagen volgend op de dag waarop de ambtenaar de opmerkingen meedeelt aan de Directeur van het Instituut, de uiteenlopende standpunten te verzoenen.
  Indien de ambtenaar daarin slaagt, treedt het arbeidsreglement of de wijziging in het bestaande arbeidsreglement in werking de achtste dag na die van de verzoening.
  Indien de ambtenaar daarin niet slaagt, stelt hij een proces-verbaal van niet-verzoening op en zendt hij hiervan onmiddellijk een afschrift aan de Directeur van het Instituut. Deze laatste stelt dan het arbeidsreglement of de wijziging ervan op.
  Het nieuwe arbeidsreglement of de wijziging van het bestaande arbeidsreglement treedt in werking vijftien dagen na de datum van de beslissing van de Directeur van het Instituut, tenzij een andere datum voor de inwerkingtreding is vastgesteld door de Directeur van het Instituut.

Art.4. Het nieuwe arbeidsreglement en de wijzigingen van het bestaande arbeidsreglement worden gedagtekend en ondertekend door de Directeur van het Instituut.

Art. 5. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.