17 SEPTEMBER 2020. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 20 juni 2019 betreffende de samenstelling en de werking van de kabinetten van de regeringsleden alsmede betreffende de personeelsleden van de diensten van de Regering aangewezen om in het kabinet van een lid van de federale regering mee te werken en tot opheffing van het besluit van de Regering van 20 juni 2019 betreffende de kanselarij van de Regering bij de minister-president
Art. 1-6
Artikel 1. - In artikel 2 van het besluit van de Regering van 20 juni 2019 betreffende de samenstelling en de werking van de kabinetten van de leden van de Regering alsmede betreffende de personeelsleden van de diensten van de Regering aangewezen om in het kabinet van een lid van de federale regering mee te werken, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid wordt het woord "vijf" vervangen door het woord "zes";
2° tussen het eerste lid en het tweede lid, dat het derde lid wordt, wordt een lid ingevoegd, luidende :
"In afwijking van het eerste lid kan de Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, zowel voor de functie van protocolchef, als voor de functie van directieassistent een extra medewerker met een weddeschaal van ten hoogste niveau I in zijn kabinet aanstellen."
Art.2. - Artikel 3, derde lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.3. - Het besluit van de Regering van 20 juni 2019 betreffende de kanselarij van de Regering bij de minister-president wordt opgeheven.
Art.4. - Als de medewerker die op het tijdstip van de aanneming van dit besluit de functie bekleedt van hoofd van de kanselarij, vermeld in artikel 3 van het besluit van de Regering van 20 juni 2019 betreffende de kanselarij van de Regering bij de minister-president aangesteld wordt als lid van het kabinet van een minister, dan blijft hij - in afwijking van de artikelen 11, 12 en 15, § 2, van het besluit van de Regering van 20 juni 2019 betreffende de samenstelling en de werking van de kabinetten van de Regeringsleden alsmede betreffende de personeelsleden van de diensten van de Regering aangewezen om in het kabinet van een lid van de federale regering mee te werken - de kabinetstoelage en de forfaitaire vergoeding voor verblijfkosten ontvangen die hij reeds op het tijdstip van de aanneming van dit besluit kreeg.
Art.5. - Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.
In afwijking van het eerste lid treedt artikel 3 in werking op 31 december 2020.
Art. 6. - De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.