28 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 februari 2018 tot vaststelling van de voorwaarden voor een pilootproject inzake preventie van burn-out gerelateerd aan het werk
Art. 1-11
Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 7 februari 2018 tot vaststelling van de voorwaarden voor een pilootproject inzake preventie van burn-out gerelateerd aan het werk wordt de bepaling onder 5°/1 ingevoegd, luidende :
"5°/1 de "covid-begeleider" : een deskundige geselecteerd door Fedris op basis van criteria goedgekeurd door het beheerscomité en die bepaalde aspecten van het begeleidingstraject moet verzekeren;".
Art.2. In artikel 3, 1°, van hetzelfde besluit wordt de zin "ofwel in de sector ziekenhuizen of verpleeginstellingen met huisvesting (sectie Q86.1 et Q87.1 van NACE BEL 2008);" vervangen als volgt : "ofwel in de sectoren van de ziekenhuizen, van de huisartspraktijken, praktijken van specialisten, van de ziekenvervoer, van de ambulante revalidatieactiviteiten, van de verpleegkundigeactiviteiten, van de verpleeginstellingen met huisvesting, van de instellingen met huisvesting voor personen met een mentale handicap of psychiatrische problemen en voor drugs- en alcoholverslaafden, van de instellingen met huisvesting voor ouderen en voor personen met een lichamelijke handicap (sectie Q86.1, Q86.210, Q86.220, Q86.903, Q86.905, Q86.906, Q87.1, Q87.2 en Q87.3 van NACE BEL 2008);".
Art.3. In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt het getal "1000" vervangen door het getal "2500".
Art.4. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de paragraaf 1 wordt de bepaling onder 1° aangevuld met de woorden "en een bijkomende oriëntatiesessie in het geval dat de gestelde diagnose negatief zou zijn en een weigering van tenlasteneming door Fedris tot gevolg zou hebben;";
2° in de paragraaf 1 wordt de bepaling onder 3° aangevuld met de woorden "en in het geval dat het rapport van bevestiging van de diagnose klinische elementen bevat die dit rechtvaardigen een bijkomende sessie van het psycho-educatieve type specifiek voor de behandeling van stoornissen die verband houden met de gezondheidscrisis veroorzaakt door COVID-19";
3° de paragraaf 1 wordt aangevuld met de bepaling onder 5° luidende:
"5° in het geval dat het rapport van bevestiging van de diagnose klinische elementen bevat die dit rechtvaardigen, één tot zes sessies specifiek voor de beoordeling en de behandeling van stoornissen die verband houden met de gezondheidscrisis veroorzaakt door COVID-19 (module COVID-19)".
Art.5. In artikel 6, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de bepaling onder 1°/1 wordt ingevoegd, luidende :
"1°/1 één oriëntatiesessie indien nodig, in het geval dat de diagnose negatief zou zijn, voor een bedrag van 60 euro per sessie;";
2° de bepaling onder 3°/1 wordt ingevoegd, luidende :
"3°/1 één bijkomende individuele sessie van het psycho-educatieve type en één tot zes specifieke sessies voor de behandeling van stoornissen die verband houden met de gezondheidscrisis veroorzaakt door COVID19 (module COVID) voor een bedrag van 60 euro per sessie;"
Art.6. In artikel 8 van hetzelfde besluit wordt het zesde lid vervangen als volgt :
"Indien de diagnose niet wordt bevestigd of indien het begeleidingstraject niet aangepast is aan de situatie van de werknemer, informeert de burn-outbegeleider de werknemer hierover tijdens een oriëntatiesessie. Hij vermeldt in het diagnoseverslag de heroriëntatie die hem geschikt lijkt. Fedris betekent aan de betrokkene een beslissing waarin hij meedeelt dat hij niet kan genieten van de tenlasteneming door Fedris in het kader van dit pilootproject.".
Art.7. In artikel 10 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt :
"De in de artikelen 7 en 8 genoemde elementen uit het eindverslag worden meegedeeld aan de betrokkene, aan de behandelend arts, aan de preventieadviseur- arbeidsarts, aan de preventieadviseur psychosociale aspecten en, indien de arbeidsongeschiktheid voortduurt na de periode van gewaarborgd loon, aan de adviserend arts van de verzekeringsinstelling.".
Art.8. In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de woorden "en de begeleiders van individuele sessies" vervangen door de woorden ", de begeleiders van individuele sessies en de covid-begeleiders".
Art.9. Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"Het pilootproject wordt binnen twee jaar voorlopig en binnen drie jaar na de start ervan definitief geëvalueerd.".
Art.10. Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 11. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.