28 MEI 2021. - Besluit van de administrateur-generaal van de Vlaamse Milieumaatschappij tot delegatie van sommige bevoegdheden inzake de heffing op de waterverontreiniging en van de grondwaterheffing(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-06-2021 en tekstbijwerking tot 11-12-2023)
HOOFDSTUK 1. - Delegatie inzake het behandelen van de bezwaren
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Delegatie inzake het verlenen van de ambtshalve ontheffing
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Delegatie inzake het toekennen van uitstel of spreiding van betaling
Art. 3
HOOFDSTUK 4. - Delegatie inzake de vrijstelling van nalatigheidsintresten
Art. 4, 4/1
HOOFDSTUK 5. - Delegatie inzake het uitvoerbaar verklaren van de kohieren
Art. 5
HOOFDSTUK 6. - Delegatie inzake het opleggen van geldboeten en heffingsverhogingen
Art. 6
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art. 7-10
HOOFDSTUK 1. - Delegatie inzake het behandelen van de bezwaren
Artikel 1. Het afdelingshoofd bevoegd voor de kern "Heffingen" wordt gedelegeerd voor het ontvangen tegen afgiftebewijs van het bezwaarschrift en er uitspraak over doen overeenkomstig artikel 4.2.4.6., § 1 en § 2 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
De verantwoordelijke voor het team "Reacties Heffingen" wordt gedelegeerd voor het mede uitoefenen van de bevoegdheid, vermeld in paragraaf 1 wat betreft de heffingsplichtigen ressorterend onder artikel 4.2.2.2.1. tot artikel 4.2.2.2.3 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 .
In geval van afwezigheid van het afdelingshoofd bevoegd voor de kern "Heffingen" voor een periode van meer dan zeven kalenderdagen wordt de verantwoordelijke voor de dienst "Heffingen" gedelegeerd voor het uitoefenen van de bevoegdheden, vermeld in het eerste lid.
HOOFDSTUK 2. - Delegatie inzake het verlenen van de ambtshalve ontheffing
Art.2.Het afdelingshoofd bevoegd voor de kern "Heffingen" wordt gedelegeerd voor het uitoefenen van de bevoegdheid inzake het ambtshalve ontheffing verlenen van de heffing op de waterverontreiniging en de grondwaterheffing, op grond van artikel 376 WIB [1 en om oninbaarstellingen in het kader van falingen en de invorderingsprocedure uit te voeren]1;
De verantwoordelijke voor het team "Invorderen Grootverbruikers" en de verantwoordelijke voor het team "Reacties Heffingen" worden mede gedelegeerd voor het uitoefenen van de bevoegdheid, vermeld in het eerste lid.
----------
(1)<BVR 2023-11-25/01, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 24-11-2023>
HOOFDSTUK 3. - Delegatie inzake het toekennen van uitstel of spreiding van betaling
Art.3. Het afdelingshoofd bevoegd voor de kern "heffingen" wordt gedelegeerd voor het behandelen van de aanvragen tot uitstel of spreiding van betaling van de heffing op de waterverontreiniging overeenkomstig artikel 4.2.4.6, § 1 en § 2, van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
De verantwoordelijke voor het team "Invorderen Grootverbruikers" en de verantwoordelijke voor het team "Reacties Heffingen" worden gedelegeerd voor het mede uitoefenen van de bevoegdheden, vermeld in paragraaf 1."
HOOFDSTUK 4. - Delegatie inzake de vrijstelling van nalatigheidsintresten
Art.4. In geval van afwezigheid voor een periode van meer dan zeven kalenderdagen van de leidend ambtenaar wordt het afdelingshoofd bevoegd voor de kern "Heffingen" gedelegeerd voor het gedeeltelijk of geheel vrijstelling verlenen van nalatigheidsintresten overeenkomstig artikel 9, § 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2002 tot uitvoering van Titel IV, hoofdstuk II en Titel V, hoofdstuk IV van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018."
Art.4/1. [1 De verantwoordelijke voor het team "Invorderen Grootverbruikers" en de verantwoordelijke voor het team "Reacties Heffingen" worden bij het toestaan van een betaalplan of uitstel van betaling gedelegeerd voor het mede verlenen van een gedeeltelijke of gehele vrijstelling van de nalatigheidsintresten, overeenkomstig artikel 9, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2002 tot uitvoering van het Titel IV, hoofdstuk II en Titel V, hoofdstuk IV van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2023-11-25/01, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 24-11-2023>
HOOFDSTUK 5. - Delegatie inzake het uitvoerbaar verklaren van de kohieren
Art.5. In geval van afwezigheid voor een periode van meer dan drie werkdagen van de leidend ambtenaar wordt een afdelingshoofd bevoegd voor de kern "Heffingen" gedelegeerd voor het mede uitoefenen van de bevoegdheid tot het uitvoerbaar verklaren van de kohieren overeenkomstig artikel 9, § 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2002 tot uitvoering van Titel IV, hoofdstuk II en Titel V, hoofdstuk IV van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
HOOFDSTUK 6. - Delegatie inzake het opleggen van geldboeten en heffingsverhogingen
Art.6. De verantwoordelijken voor de teams "Heffingen Grootverbruikers" worden gedelegeerd voor het uitoefenen van de bevoegdheid inzake het opleggen van geldboeten en heffingsverhogingen overeenkomstig artikel 5.4.2.1. en 5.4.2.2. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.".
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art.7. Het afdelingshoofd bevoegd voor de kern "Heffingen" kan de delegaties gegeven in dit besluit verder delegeren naar personeelsleden van de dienst bevoegd voor de heffingen indien dit nodig is om de taken efficiënt uit te voeren.
Art.8. De betrokken medewerkers van de Vlaamse Milieumaatschappij leggen ten aanzien van hun hiërarchische lijn verantwoording af inzake het gebruik van de hun gedelegeerde bevoegdheden, zoals opgenomen in artikel 1 t.e.m. 6 van dit besluit.
De administrateur-generaal kan, na beraadslaging met de directieraad, de gedelegeerde bevoegdheden zoals opgenomen in artikel 1 t.e.m. 6 van dit besluit, tijdelijk intrekken in functie van noodwendigheden.
Art.9. Het besluit van de administrateur-generaal van de Vlaamse Milieumaatschappij van 24 juni 2016 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake de heffing op de waterverontreiniging en van de grondwaterheffing wordt opgeheven.
Art. 10. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2021.