30 APRIL 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering over het verlenen van een heropstartlening aan ondernemingen met liquiditeitsproblemen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-06-2021 en tekstbijwerking tot 28-07-2021)
Art. 1-17, 17/1, 18
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° Agentschap Innoveren en Ondernemen: het agentschap, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 aangaande het Agentschap Innoveren en Ondernemen;
2° decreet van 16 maart 2012: het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid;
3° heropstartlening: de lening die PMV/z-Leningen in naam en voor rekening van het Vlaamse Gewest toekent aan de steunaanvrager om de aankoop van handelsgoederen, voorraden en overige heropstartkosten te betalen;
4° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de economie;
5° PMV: de naamloze vennootschap Participatiemaatschappij Vlaanderen opgericht bij notariële akte van 31 juli 1995, bij uittreksel gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25 augustus 1995 onder het nummer 950825-236, met inbegrip van alle latere wijzigingen van de statuten, hierna vertegenwoordigd door haar dochtervennootschap PMV/z-Leningen met ondernemingsnummer 0553.802.890;
6° steunaanvrager: een onderneming, als vermeld in artikel 3, 2° en 3°, van het decreet van 16 maart 2012, die steun vraagt voor een heropstartlening, met uitzondering van die ondernemingen waarvan de hoofdbedrijvigheid bestaat in het verwerven van deelnemingen of het stellen van financiële verrichtingen;
7° tijdelijke kaderregeling: de mededeling van de Commissie (C(2020) 1863) Tijdelijke Kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak;
8° wet van 16 mei 2003: de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof.
Art.2. Alle steun die toegekend wordt met toepassing van dit besluit, wordt verleend binnen de voorwaarden, vermeld in verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (Publicatieblad van 24 december 2013, L 352), tenzij de steunaanvrager zelf uitdrukkelijk aangeeft de steun te willen verkrijgen met toepassing van hoofdstuk 3.1 van de tijdelijke kaderregeling.
Art.3. PMV kan in naam en voor rekening van het Vlaamse Gewest en conform de voorwaarden van dit besluit een heropstartlening toekennen aan steunaanvragers die de heropstartlening bij het Agentschap Innoveren en Ondernemen aanvragen.
Het Agentschap Innoveren en Ondernemen, respectievelijk PMV zullen de persoonsgegevens waarover ze beschikking krijgen in het kader van voorliggende maatregel verwerken of laten verwerken met het oog op
1° de correcte naleving van de voorwaarden vermeld in de wet van 16 mei 2003, het decreet van 16 maart 2012, dit besluit of de uitvoeringsbesluiten ervan;
2° het rapporteren en evalueren van deze maatregel en het geheel van maatregelen die het agentschap Innoveren en Ondernemen en PMV beheren;
3° het voorzien van een relevant aanbod aan subsidies en financiering voor ondernemingen binnen het Vlaams Gewest en de informatieverschaffing hierover aan de ondernemingen.
Art.4.De doelstelling van de heropstartlening is de financiering van de herbevoorrading en de heropstart van activiteiten van steunaanvragers in 2021.
De heropstartlening kan worden aangevraagd tot en met [1 30 september 2021]1, 12 uur.
----------
(1)<BVR 2021-07-16/06, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 31-05-2021>
Art.5. De steunaanvrager neemt een van de volgende rechtsvormen aan:
1° een natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent;
2° een vennootschap van privaatrecht met rechtspersoonlijkheid;
3° een vereniging zonder winstoogmerk;
4° een buitenlandse onderneming met een juridisch statuut dat gelijkwaardig is aan het statuut, vermeld in punt 1°, 2° of 3°.
Art.6. De steunaanvrager heeft een operationele exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest.
Art.7. De steunaanvrager vraagt de heropstartlening aan via de website van het Agentschap Innoveren en Ondernemen. De steunaanvrager vermeldt daarbij zijn ondernemingsnummer (KBO-nummer). De aanvraag wordt elektronisch behandeld.
Art.8. Het Agentschap Innoveren en Ondernemen kan bij de elektronische afhandeling controleren via een koppeling met het MAGDA-platform of al de volgende voorwaarden zijn vervuld:
1° de onderneming is een actieve onderneming in de Kruispuntbank van Ondernemingen;
2° de onderneming is niet gevat door een insolventieprocedure als vermeld in de lijst van procedures die voor België opgenomen is in bijlage A bij verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures;
3° de onderneming is niet gedagvaard door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
In het eerste lid wordt verstaan onder MAGDA-platform: de dienst van de Vlaamse overheid die unieke gegevens uit diverse Vlaamse en federale databanken ontsluit.
Het Agentschap Innoveren en Ondernemen kan controleren of er geen schulden zijn bij het Fonds Innoveren en Ondernemen in het kader van terugvorderingen bij coronagerelateerde steunmaatregelen. Indien er nog schulden zijn bij coronagerelateerde steunmaatregelen wordt de lening geweigerd.
In het derde lid wordt verstaan onder Fonds Innoveren en Ondernemen: het Fonds Innoveren en Ondernemen, opgericht bij artikel 41, § 1, van het decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002.
Art.9. De steunaanvrager legt een verklaring op erewoord af over al de volgende elementen:
1° op 31 december 2019 of op datum van de beslissing inzake ontvankelijkheid van de steunaanvraag is hij geen onderneming in moeilijkheden als vermeld in punt 22, c en c bis, van de tijdelijke kaderregeling;
2° hij heeft geen achterstand in de betalingen aan RSZ en BTW, behalve als hij een afbetalingsplan naleeft dat correct is gesloten met RSZ en BTW;
3° hij heeft geen achterstand in de betaling van lopende kredieten bij financiële instellingen, behoudens de specifieke garantieregelingen, ondernemingskredieten en betalingsuitstel die de federale overheid of specifieke Vlaamse instellingen organiseren in het kader van de coronacrisis;
4° hij is niet betrokken in een lopende insolventieprocedure als vermeld in de lijst van procedures die voor België opgenomen is in bijlage A bij verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures, of de opstart van een dergelijke procedure wordt niet voorbereid;
5° over onvoldoende liquiditeiten in de onderneming te beschikken en niet in staat is deze via normale bankfinanciering te verwerven.
Art.10.Het Agentschap Innoveren en Ondernemen bepaalt bij de elektronische dossierbehandeling, vermeld in artikel 7, het bedrag van de steun met toepassing van de volgende voorwaarden:
1° een steunaanvrager kan maximaal twee leningen toegezegd krijgen;
2° de steunaanvraag kan betrekking hebben op aankopen bij meerdere toeleveranciers van goederen, diensten of investeringen die overeenkomen met volgende roosters uit de btw-aangifte:
a) rooster (81): aankoop van handelsgoederen, grondstoffen en hulpstoffen;
b) rooster (82): aankoop van diensten en diverse goederen;
c) rooster (83): aankoop van bedrijfsmiddelen/investeringen;
3° de voorgelegde facturen hebben betrekking op de periode van 1 januari 2021 tot en met [1 30 september 2021]1, 12.00 uur. De steunaanvrager kan maximaal honderd facturen inbrengen per lening. De steunaanvrager geeft voor elke ingebrachte factuur minstens de datum en het volgnummer van de factuur, de identiteit van de onderneming die de factuur uitschrijft, en de prijs exclusief BTW;
4° de totale omvang van de twee leningen, vermeld in punt 1°, is beperkt tot 25% van de geboekte aankopen van handelsgoederen, grondstoffen en hulpstoffen uit rooster 81 van de BTW-aangifte in het referentiejaar 2019 met een maximum van 750.000 euro. Maximaal 25 procent van het te ontlenen bedrag mag betrekking hebben op goederen, diensten of investeringen die overeenkomen met de aankoop van diensten en diverse goederen (rooster 82) of aankoop van bedrijfsmiddelen/investeringen (rooster 83). Het Agentschap Innoveren en Ondernemen vraagt de aankopen van handelsgoederen in 2019 op via rooster 81 van de BTW-aangifte, als dat mogelijk is. Als de gegevens niet opgehaald kunnen worden, of als de steunaanvrager de gegevens niet correct vindt, bewijst de steunaanvrager de omvang van de geboekte aankopen van handelsgoederen in het referentiejaar 2019. Steunaanvragers die hun activiteit pas na het referentiejaar 2019 in bijberoep of hoofdberoep hebben opgestart, kunnen maximaal 50.000 euro lenen;
5° het minimum bedrag van de lening bedraagt 10.000 euro;
6° voor leningen tot 50.000 euro wordt 80% van het bedrag op de aanvaarde voorgelegde facturen als lening aanvaard;
7° voor leningen boven de 50.000 euro wordt voor het gedeelte van de lening dat 50.000 euro overschrijdt, 50% van het bedrag op de aanvaarde facturen als lening aanvaard.
Het Agentschap Innoveren en Ondernemen kan na 31 december 2021 geen beslissingen meer nemen tot toekenning van steun, als vermeld in het eerste lid.
----------
(1)<BVR 2021-07-16/06, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 31-05-2021>
Art.11. Het Agentschap Innoveren en Ondernemen brengt de steunaanvrager op de hoogte van de ontvankelijkheid van zijn steunaanvraag.
Art.12. Het Agentschap Innoveren en Ondernemen geeft de gegevens van steunaanvragers van wie de steunaanvraag ontvankelijk bevonden wordt, samen met het te lenen bedrag door aan PMV. PMV legt aan die steunaanvragers in naam en voor rekening van het Vlaamse Gewest een leningsovereenkomst voor. De steunaanvragers ondertekenen die leningsovereenkomst en bezorgen ze terug aan de diensten van PMV. Zodra PMV de ondertekende leningsovereenkomst ontvangen heeft, betaalt ze de verschuldigde steun op een rekeningnummer bij een in België gevestigde kredietinstelling op naam van de steunaanvragers.
Art.13. PMV hanteert minstens de volgende voorwaarden bij het toekennen van de heropstartlening:
1° de rente op de lening bedraagt 1% op jaarbasis, uitgesteld;
2° voor leningen tot 50.000 euro:
a) is de looptijd van de lening beperkt tot 24 maanden;
b) gebeurt de terugbetaling per trimester in gelijke schijven na een vrijgestelde periode van 12 maanden;
3° voor leningen boven de 50.000 euro:
a) is de looptijd van de lening beperkt tot 36 maanden;
b) gebeurt de terugbetaling per trimester in gelijke schijven na een vrijgestelde periode van 12 maanden.
PMV kan aangepaste terugbetalingstermijnen verlenen aan ondernemingen die door de economische gevolgen van de coronavirusmaatregelen blijvende moeilijkheden ondervinden.
Art.14. Het Agentschap Innoveren en Ondernemen kan vanaf het ogenblik dat de steunaanvraag is ingediend, ter plaatse of op de bewijsdocumenten controleren of de voorwaarden, vermeld in de wet van 16 mei 2003, het decreet van 16 maart 2012, dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan, worden nageleefd.
Op basis van de controle, vermeld in het eerste lid, neemt het Agentschap Innoveren en Ondernemen, afhankelijk van het feit of de steun al dan niet is toegekend, de volgende beslissingen:
1° de steun weigeren;
2° de toegekende steun volledig of gedeeltelijk niet uitbetalen of terugvorderen.
Art.15. Als de voorwaarden, vermeld in de wet van 16 mei 2003, het decreet van 16 maart 2012, dit besluit of de uitvoeringsbesluiten niet worden nageleefd, wordt de steun volledig of gedeeltelijk teruggevorderd.
Art.16. Als de steun wordt teruggevorderd wordt de Europese referentierentevoet voor terugvordering van onrechtmatig verleende staatssteun toegepast.
Art.17. De minister kan bijkomstige of detailmatige aangelegenheden bepalen.
Art.17/1. [1 Dit besluit treedt in werking op 31 mei 2021.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2021-07-16/06, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 31-05-2021>
Art. 18. De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie is belast met de uitvoering van dit besluit.