Details





Titel:

20 APRIL 2021. - Ministerieel besluit betreffende de rapportering over de toepassing van de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 april 2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting, de niet-aangesloten binneninstallatie en installaties voor tweedecircuitwater in onroerende goederen die niet aangesloten zijn of worden op het openbaar waterdistributienetwerk, en het algemeen waterverkoopreglement



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Inhoud van de rapportering
Art. 2-6
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 7-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2014036786 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder het besluit van 8 april 2011: het besluit van de Vlaamse Regering van 8 april 2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting, de niet-aangesloten binneninstallatie en installaties voor tweedecircuitwater in onroerende goederen die niet aangesloten zijn of worden op het openbaar waterdistributienetwerk, en het algemeen waterverkoopreglement.

HOOFDSTUK 2. - Inhoud van de rapportering
Art.2. § 1. In dit artikel wordt verstaan onder lokale adviescommissie: de commissie, vermeld in artikel 7 van het decreet van 20 december 1996 tot regeling van de rol van de lokale adviescommissie in het kader van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water en de levering van thermische energie.
  § 2. De exploitant stelt voor de volgende klantengroepen afzonderlijk de gegevens, vermeld in paragraaf 2 tot en met 18, ter beschikking als die van toepassing zijn:
  1° klanten zonder een ondernemingsnummer;
  2° beschermde klanten die recht hebben op een sociaal tarief;
  3° beschermde klanten die geen recht hebben op een sociaal tarief;
  4° klanten met een ondernemingsnummer.
  De voormelde gegevens worden per gemeente aangeleverd.
  § 3. De exploitant geeft het aantal klanten op 1 januari mee.
  § 4. Voor de betalingsuitstellen, vermeld in artikel 17 van het besluit van 8 april 2011, stelt de exploitant de volgende gegevens ter beschikking:
  1° het aantal toegestane betalingsuitstellen;
  2° het aantal geweigerde betalingsuitstellen;
  3° het aantal klanten dat minstens één betalingsuitstel heeft ontvangen.
  § 5. Voor de herinneringsbrieven, vermeld in artikel 17 van het besluit van 8 april 2011, stelt de exploitant de volgende gegevens ter beschikking:
  1° het totale aantal verstuurde kosteloze herinneringsbrieven;
  2° het aantal klanten naar wie minstens één kosteloze herinneringsbrief is gestuurd.
  § 6. Voor de aangetekende ingebrekestellingen, vermeld in artikel 17 van het besluit van 8 april 2011, stelt de exploitant de volgende gegevens ter beschikking:
  1° het totale aantal verstuurde ingebrekestellingen;
  2° het aantal klanten naar wie minstens één ingebrekestelling is gestuurd.
  § 7. Voor de afbetalingsplannen die de exploitant heeft verleend, zonder tussenkomst van het OCMW, het CAW of een van de andere erkende instellingen voor schuldbemiddeling, vermeld in artikel 17 van het besluit van 8 april 2011, stelt de exploitant de volgende gegevens ter beschikking:
  1° het totale aantal afbetalingsplannen dat de exploitant heeft verleend;
  2° het aantal klanten dat minstens één afbetalingsplan heeft ontvangen;
  3° het aantal afbetalingsplannen dat de exploitant geweigerd heeft;
  4° het minimale, gemiddelde en maximale betalingsbedrag per maand;
  5° de minimale, gemiddelde en maximale schuld die bij de exploitant uitstaat op het moment dat het afbetalingsplan is gesloten en waarop het afbetalingsplan betrekking heeft;
  6° de minimale, gemiddelde en maximale duur van het afbetalingsplan;
  7° het aantal afbetalingsplannen dat niet is nageleefd;
  8° het aantal klanten dat zijn afbetalingsplan niet naleeft.
  § 8. Voor de afbetalingsplannen die de lokale adviescommissie heeft opgelegd in het kader van een aanvraag tot debietbegrenzing als vermeld in artikel 17 van het besluit van 8 april 2011, stelt de exploitant de volgende gegevens ter beschikking:
  1° het totale aantal afbetalingsplannen in het kader van een aanvraag tot debietbegrenzing dat de lokale adviescommissie heeft opgelegd;
  2° het aantal klanten dat minstens één afbetalingsplan heeft ontvangen;
  3° het minimale, gemiddelde en maximale betalingsbedrag per maand;
  4° de minimale, gemiddelde en maximale schuld die bij de exploitant uitstaat op het moment dat het afbetalingsplan is gesloten en waarop het afbetalingsplan betrekking heeft;
  5° de minimale, gemiddelde en maximale duur van het afbetalingsplan;
  6° het aantal afbetalingsplannen dat niet is nageleefd;
  7° het aantal klanten dat zijn afbetalingsplan niet naleeft.
  § 9. Voor de afbetalingsplannen die de lokale adviescommissie heeft opgelegd in het kader van een aanvraag tot afsluiting als vermeld in artikel 17 van het besluit van 8 april 2011, stelt de exploitant de volgende gegevens ter beschikking:
  1° het totale aantal afbetalingsplannen in het kader van een aanvraag tot afsluiting dat de lokale adviescommissie heeft opgelegd;
  2° het aantal klanten dat minstens één afbetalingsplan heeft ontvangen;
  3° het minimale, gemiddelde en maximale betalingsbedrag per maand;
  4° de minimale, gemiddelde en maximale schuld die bij de exploitant uitstaat op het moment dat het afbetalingsplan is gesloten en waarop het afbetalingsplan betrekking heeft;
  5° de minimale, gemiddelde en maximale duur van het afbetalingsplan;
  6° het aantal afbetalingsplannen dat niet is nageleefd;
  7° het aantal klanten dat zijn afbetalingsplan niet naleeft.
  § 10. Voor de afbetalingsplannen die tot stand zijn gekomen na tussenkomst van het OCMW, het CAW of een van de andere instellingen voor schuldbemiddeling, vermeld in artikel 17 van het besluit van 8 april 2011, stelt de exploitant de volgende gegevens ter beschikking:
  1° het totale aantal afbetalingsdossiers dat tot stand is gekomen na tussenkomst van het OCMW, het CAW of een van de andere erkende instellingen voor schuldbemiddeling;
  2° het aantal klanten dat minstens één afbetalingsplan heeft ontvangen;
  3° het minimale, gemiddelde en maximale betalingsbedrag per maand;
  4° de minimale, gemiddelde en maximale schuld die bij de exploitant uitstaat op het moment dat het afbetalingsplan is gesloten en waarop het afbetalingsplan betrekking heeft;
  5° de minimale, gemiddelde en maximale duur van het afbetalingsplan;
  6° het aantal afbetalingsplannen dat niet is nageleefd;
  7° het aantal klanten dat zijn afbetalingsplan niet naleeft.
  § 11. Voor de dossiers die naar de lokale adviescommissie zijn doorgestuurd in het kader van een aanvraag tot debietbegrenzing als vermeld in artikel 5 van het besluit van 8 april 2011, stelt de exploitant de volgende gegevens ter beschikking:
  1° het aantal dossiers dat is doorgestuurd naar de lokale adviescommissie in het kader van een aanvraag tot debietbegrenzing, opgesplitst volgens de reden van de doorsturing;
  2° het aantal dossiers dat is behandeld op de lokale adviescommissie, opgesplitst volgens de reden van de behandeling;
  3° het aantal klanten voor wie minstens één aanvraag tot debietbegrenzing is behandeld op de lokale adviescommissie;
  4° het aantal klanten dat bereikt is in het kader van het sociaal vooronderzoek;
  5° het aantal klanten dat aanwezig of vertegenwoordigd was op de vergadering van de lokale adviescommissie.
  § 12. Voor de dossiers die naar de lokale adviescommissie zijn doorgestuurd in het kader van een aanvraag tot afsluiting als vermeld in artikel 5 van het besluit van 8 april 2011, stelt de exploitant de volgende gegevens ter beschikking:
  1° het aantal dossiers dat is doorgestuurd naar de lokale adviescommissie in het kader van een aanvraag tot afsluiting, opgesplitst volgens de reden van de doorsturing;
  2° het aantal dossiers dat is behandeld op de lokale adviescommissie, opgesplitst volgens de reden van de behandeling;
  3° het aantal klanten voor wie minstens één aanvraag tot afsluiting is behandeld op de lokale adviescommissie;
  4° het aantal klanten dat bereikt wordt in het kader van het sociaal vooronderzoek;
  5° het aantal klanten dat aanwezig of vertegenwoordigd was op de vergadering van de lokale adviescommissie.
  § 13. Voor de beslissingen die op de lokale adviescommissie zijn genomen in het kader van een aanvraag tot debietbegrenzing als vermeld in artikel 5 van het besluit van 8 april 2011, stelt de exploitant de volgende gegevens ter beschikking:
  1° voor elke grond tot debietbegrenzing het aantal beslissingen van de lokale adviescommissie, opgesplitst per soort beslissing en op de volgende wijze gecategoriseerd:
  a) positief advies:
  1) bij gezinnen met één gedomicilieerde persoon;
  2) bij gezinnen met twee gedomicilieerde personen;
  3) bij gezinnen met drie of meer gedomicilieerde personen;
  4) bij collectieve bemetering;
  b) negatief advies:
  1) bij gezinnen met één gedomicilieerde persoon;
  2) bij gezinnen met twee gedomicilieerde personen;
  3) bij gezinnen met drie of meer gedomicilieerde personen;
  4) bij collectieve bemetering;
  c) voorwaardelijk advies:
  1) bij gezinnen met één gedomicilieerde persoon;
  2) bij gezinnen met twee gedomicilieerde personen;
  3) bij gezinnen met drie of meer gedomicilieerde personen;
  4) bij collectieve bemetering;
  2° voor elke grond tot debietbegrenzing het aantal effectieve debietbegrenzingen op basis van een advies van een lokale adviescommissie, opgesplitst op de volgende wijze:
  a) positief advies;
  b) voorwaardelijk advies;
  3° voor elke grond tot debietbegrenzing het aantal klanten van wie het debiet minstens één keer is begrensd, opgesplitst op de volgende wijze:
  a) positief advies;
  b) voorwaardelijk advies;
  4° het aantal wegnames van de debietbegrenzing op hetzelfde leveringspunt van klanten die naar aanleiding van een advies van de lokale adviescommissie in debiet begrensd zijn, opgesplitst op de volgende wijze:
  a) in minder dan zeven kalenderdagen die volgen op de datum van de effectieve debietbegrenzing;
  b) in zeven tot en met dertig kalenderdagen die volgen op de datum van de effectieve debietbegrenzing;
  c) in meer dan dertig kalenderdagen die volgen op de datum van de effectieve debietbegrenzing;
  5° het aantal wegnames van de debietbegrenzing op basis van een advies van de lokale adviescommissie op hetzelfde leveringspunt van huishoudelijke klanten die naar aanleiding van een advies van de lokale adviescommissie in debiet begrensd zijn;
  6° de minimale, gemiddelde en maximale uitstaande schuld bij een effectieve debietbegrenzing naar aanleiding van een advies van de lokale adviescommissie;
  7° het totale aantal bekende gedomicilieerde personen voor wie het debiet is begrensd naar aanleiding van een advies van de lokale adviescommissie;
  8° het aantal effectieve debietbegrenzingen naar aanleiding van een advies van de lokale adviescommissie, opgesplitst in de volgende categorieën:
  a) debietbegrenzingen bij gezinnen met één gedomicilieerde persoon;
  b) debietbegrenzingen bij gezinnen met twee gedomicilieerde personen;
  c) debietbegrenzingen bij gezinnen met drie of meer gedomicilieerde personen;
  d) debietbegrenzingen bij collectieve bemetering;
  9° voor elke grond tot debietbegrenzing het aantal effectieve debietbegrenzingen zonder advies van de lokale adviescommissie en zonder bevel van de toezichthoudende ambtenaar Leefmilieu;
  10° het aantal wegnames van de debietbegrenzingen zonder advies van de lokale adviescommissie of zonder bevel van de toezichthoudende ambtenaar Leefmilieu bij klanten die in debiet begrensd zijn, op hetzelfde leveringspunt, opgesplitst op de volgende wijze:
  a) in minder dan zeven kalenderdagen die volgen op de datum van de effectieve debietbegrenzing;
  b) in zeven tot en met dertig kalenderdagen die volgen op de datum van de effectieve debietbegrenzing;
  c) in meer dan dertig kalenderdagen die volgen op de datum van de effectieve debietbegrenzing;
  11° de minimale, gemiddelde en maximale uitstaande schuld bij een effectieve debietbegrenzing zonder advies van de lokale adviescommissie en zonder bevel van de toezichthoudende ambtenaar Leefmilieu;
  12° het totale aantal bekende gedomicilieerde personen voor wie het debiet begrensd is door de debietbegrenzing die uitgevoerd is zonder advies van de lokale adviescommissie of zonder bevel van de toezichthoudende ambtenaar Leefmilieu;
  13° het totale aantal effectieve debietbegrenzingen, opgesplitst op de volgende wijze:
  a) het totale aantal effectieve debietbegrenzingen met een afsluitkraan die op afstand gestuurd kan worden;
  b) het totale aantal effectieve debietbegrenzingen met een andere methode.
  § 14. Voor de beslissingen die op de lokale adviescommissie zijn genomen in het kader van een vraag tot afsluiting als vermeld in artikel 5 van het besluit van 8 april 2011, stelt de exploitant de volgende gegevens ter beschikking:
  1° voor elke grond tot afsluiting het aantal beslissingen van de lokale adviescommissie, opgesplitst per soort beslissing:
  a) positief advies:
  1) bij gezinnen met één gedomicilieerde persoon;
  2) bij gezinnen met twee gedomicilieerde personen;
  3) bij gezinnen met drie of meer gedomicilieerde personen;
  4) bij collectieve bemetering;
  b) negatief advies:
  1) bij gezinnen met één gedomicilieerde persoon;
  2) bij gezinnen met twee gedomicilieerde personen;
  3) bij gezinnen met drie of meer gedomicilieerde personen;
  4) bij collectieve bemetering;
  c) voorwaardelijk advies:
  1) bij gezinnen met één gedomicilieerde persoon;
  2) bij gezinnen met twee gedomicilieerde personen;
  3) bij gezinnen met drie of meer gedomicilieerde personen;
  4) bij collectieve bemetering;
  2° voor elke grond tot afsluiting het aantal effectieve afsluitingen op basis van een advies van een lokale adviescommissie, opgesplitst op de volgende wijze:
  a) positief advies;
  b) voorwaardelijk advies;
  3° het aantal heraansluitingen op hetzelfde leveringspunt van huishoudelijke klanten die afgesloten zijn naar aanleiding van een advies van de lokale adviescommissie, opgesplitst op de volgende wijze:
  a) in minder dan zeven kalenderdagen die volgen op de datum van de effectieve afsluiting;
  b) in zeven tot en met dertig kalenderdagen die volgen op de datum van de effectieve afsluiting;
  c) in meer dan dertig kalenderdagen die volgen op de datum van de effectieve afsluiting;
  4° het aantal heraansluitingen op hetzelfde leveringspunt op basis van een advies van de lokale adviescommissie van huishoudelijke klanten die afgesloten zijn naar aanleiding van een advies van de lokale adviescommissie:
  a) in minder dan zeven kalenderdagen die volgen op de datum van de effectieve afsluiting;
  b) in zeven tot en met dertig kalenderdagen die volgen op de datum van de effectieve afsluiting;
  c) in meer dan dertig kalenderdagen die volgen op de datum van de effectieve afsluiting;
  5° de gemiddelde uitstaande schuld bij een afsluiting naar aanleiding van een advies van de lokale adviescommissie;
  6° het totale aantal bekende gedomicilieerde personen voor wie de watertoevoer is afgesloten naar aanleiding van een advies van de lokale adviescommissie;
  7° het aantal effectieve afsluitingen naar aanleiding van een advies van de lokale adviescommissie, opgesplitst in de volgende categorieën:
  a) afsluitingen bij gezinnen met één gedomicilieerde persoon;
  b) afsluitingen bij gezinnen met twee gedomicilieerde personen;
  c) afsluitingen bij gezinnen met drie of meer gedomicilieerde personen;
  d) afsluitingen bij collectieve bemetering;
  8° voor elke grond tot afsluiting het aantal effectieve afsluitingen zonder advies van de lokale adviescommissie of zonder bevel van de toezichthoudende ambtenaar Leefmilieu, opgesplitst volgens de reden tot afsluiting;
  9° het aantal heraansluitingen op hetzelfde leveringspunt voor klanten die op hetzelfde afsluitingspunt afgesloten zijn zonder advies van de lokale adviescommissie of zonder bevel van de toezichthoudende ambtenaar Leefmilieu, opgesplitst op de volgende wijze:
  a) in minder dan zeven kalenderdagen die volgen op de datum van de effectieve afsluiting;
  b) in zeven tot en met dertig kalenderdagen die volgen op de datum van de effectieve afsluiting;
  c) in meer dan dertig kalenderdagen die volgen op de datum van de effectieve afsluiting;
  10° de gemiddelde uitstaande schuld bij een afsluiting zonder advies van de lokale adviescommissie en zonder bevel van de toezichthoudende ambtenaar Leefmilieu;
  11° het totale aantal bekende gedomicilieerde personen voor wie de watertoevoer is afgesloten door de afsluitingen die zijn uitgevoerd zonder advies van de lokale adviescommissie of zonder bevel van de toezichthoudende ambtenaar Leefmilieu.
  § 15. Voor de hoge verbruiken, vermeld in artikel 13 en 19 van het besluit van 8 april 2011, stelt de exploitant de volgende gegevens ter beschikking:
  1° het aantal kosteloze controleonderzoeken bij een afwijkend waterverbruik;
  2° het aantal aangevraagde minnelijke schikkingen voor een abnormaal hoog verbruik;
  3° het aantal toegestane minnelijke schikkingen voor een abnormaal hoog verbruik, opgesplitst volgens de volgende oorzaken:
  a) lekken in ondergrondse leidingen, in leidingen die in vloeren zijn ingewerkt of in ontoegankelijke kruipruimtes;
  b) lekken in meterputten;
  c) meerverbruik ten gevolge van een overdrukventiel aan een warmwaterproductie of een waterontharder dat blijft lopen, van een defect aan een waterbehandelingsapparaat dat meer spoelt dan vroeger of ten gevolge van een bijvulinstallatie voor regenwater die meer bijvult dan gewenst;
  d) andere oorzaken;
  4° het minimale, gemiddelde en maximale bedrag van de tegemoetkoming voor de toegestane minnelijke schikkingen voor een abnormaal hoog verbruik.
  § 16. Voor de waterscan, vermeld in artikel 27/4 van het besluit van 8 april 2011, stelt de exploitant de volgende gegevens ter beschikking:
  1° het totale aantal uitgevoerde waterscans;
  2° het aantal uitgevoerde kosteloze waterscans.
  § 17. Voor de raming van het verbruik als de klant twee of meer opeenvolgende jaren zijn meterstand niet doorgeeft, vermeld in artikel 13 van het besluit van 8 april 2011, stelt de exploitant de volgende gegevens ter beschikking:
  1° het aantal facturen op basis van een voorzorgschatting;
  2° het totale aantal klanten dat minstens één factuur op basis van een voorzorgschatting heeft ontvangen.
  § 18. Voor de inning van uitstaande schulden stelt de exploitant de volgende gegevens ter beschikking:
  1° het totale aantal klanten met een dagvaarding voor de rechtbank om een uitstaande schuld te innen;
  2° het totale aantal klanten met een dagvaarding voor de rechtbank om een uitstaande schuld te innen waarvoor een dossier is behandeld op de lokale adviescommissie.

Art.3. Naast de gegevens, vermeld in artikel 2, stelt de exploitant voor de beschermde klanten die recht hebben op een sociaal tarief en voor de beschermde klanten die geen recht hebben op een sociaal tarief, vermeld in artikel 27/3 van het besluit van 8 april 2011, afzonderlijk minstens de volgende gegevens ter beschikking, opgesplitst per gemeente:
  1° het aantal klanten bij wie in het kader van de opmaak van een verbruiksfactuur op verzoek van de klant de meterstand ter plaatse is opgenomen;
  2° het aantal klanten dat heeft gebruikgemaakt van het recht op een maandelijkse betaling;
  3° het aantal klanten voor wie een afbetalingsplan op maat is uitgewerkt.

Art.4. De exploitant stelt minstens de volgende gegevens over de klachtenbehandeling, vermeld in artikel 26 van het besluit van 8 april 2011, ter beschikking, opgesplitst per gemeente:
  1° het aantal klachten, minstens opgesplitst in de volgende categorieën:
  a) de kwaliteit van het geleverde water;
  b) de goede afvoer naar het openbare saneringsnetwerk;
  c) de toekenning van het sociaal tarief of de compensatie;
  d) de minnelijke schikking;
  e) het aangerekende waterverbruik, andere dan d);
  f) de facturatie, andere dan c), d) of e);
  g) de debietbegrenzing of afsluiting;
  h) technische zaken;
  i) klantgerichtheid en communicatie;
  j) andere reden;
  2° het aantal klachten, opgesplitst conform punt 1°, dat ontvankelijk is bevonden;
  3° het aantal klachten, opgesplitst conform punt 1°, dat gegrond is bevonden;
  4° het aantal klachten, opgesplitst conform punt 1°, waarvoor de termijnen, vermeld in artikel 26 van het besluit van 8 april 2011, zijn gerespecteerd;
  5° het aantal klachten waarvoor kosten zijn aangerekend, opgesplitst in de volgende categorieën:
  a) klacht over de kwaliteit van het geleverde water;
  b) klacht over de afvoer naar het openbare saneringsnetwerk.

Art.5. De exploitant stelt minstens de volgende gegevens ter beschikking over de uitgevoerde keuringen van binneninstallaties en privéwaterafvoeren, opgesplitst per gemeente:
  1° het aantal uitgevoerde keuringen, opgesplitst per categorie;
  2° het aantal herkeuringen;
  3° het aantal weigeringen tot eerste ingebruikname of tot heringebruikname van de exploitant op het openbare waterdistributienetwerk of het openbare saneringsnetwerk, met opgave van de reden.

Art.6. De gegevens, vermeld in artikel 2 tot en met 5, worden jaarlijks voor 31 maart aan de Vlaamse Milieumaatschappij ter beschikking gesteld en hebben betrekking op de periode van 1 januari tot en met 31 december uit het vorige kalenderjaar, tenzij het anders vermeld is.
  In voorkomend geval worden de voormelde gegevens aangeleverd via een of meer rapporteringsjablonen die de Vlaamse Milieumaatschappij ter beschikking stelt.

HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.7. Het ministerieel besluit van 7 oktober 2014 betreffende de rapportering over de toepassing van de bepalingen uit het besluit van de Vlaamse Regering houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting en het algemeen waterverkoopreglement wordt opgeheven.

Art. 8. Voor het werkingsjaar 2020 wordt er gerapporteerd op basis van de beschikbaarheid van de gegevens.