23 APRIL 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juni 2015 betreffende de huisartsenkringen, wat betreft een bijkomende opdracht voor de huisartsenkringen, de wijziging van de voorschotregeling en de uitbetaling en een subsidie voor de erkende huisartsenkring die actief is in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad
Art. 1-6
Artikel 1. Aan artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juni 2015 betreffende de huisartsenkringen worden een derde tot en met een zevende lid toegevoegd, die luiden als volgt :
"Het aantal huisartsenzones in een eerstelijnszone kan niet meer bedragen dan het aantal huisartsenzones in diezelfde eerstelijnszone op 1 januari 2021.
Bij elk voorstel tot wijziging van een huisartsenzone conform het tweede lid, waarbij de grenzen van een eerstelijnszone worden overschreden, winnen de huisartsenkringen in kwestie voorafgaand aan de aanvraag tot wijziging van de huisartsenzone het advies in van de zorgraden van de eerstelijnszones in kwestie.
Het advies, vermeld in het vierde lid, heeft betrekking op de impact van het voorstel tot wijziging van de huisartsenzone op de continuïteit, de kwaliteit en de toegankelijkheid van de zorg. Het advies wordt door de zorgraden uitgebracht binnen zestig dagen na de dag waarop de zorgraden in kwestie de adviesaanvraag, vermeld in het vierde lid, hebben ontvangen.
Het advies, vermeld in het vierde lid, wordt bij de aanvraag tot wijziging van de huisartsenzone gevoegd, tenzij binnen de termijn, vermeld in het vijfde lid, geen advies door de zorgraden is uitgebracht.
In het vierde tot en met het zesde lid wordt verstaan onder zorgraad : een zorgraad als vermeld in artikel 9 van het decreet van 26 april 2019 betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg, de regionale zorgplatformen en de ondersteuning van de eerstelijnszorgaanbieders.".
Art.2. Aan artikel 8 van hetzelfde besluit wordt een punt 7° toegevoegd, dat luidt als volgt :
"7° werkt een huisartsenkring mee aan de organisatie binnen de eerstelijnszones van de profylaxe tegen besmettelijke aandoeningen, zowel binnen de reguliere zorg als in het kader van een pandemie die afgekondigd is door de Wereldgezondheidsorganisatie.".
Art.3. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 en 28 december 2019, wordt een artikel 18/1 ingevoegd, dat luidt als volgt :
"Art. 18/1. Aan de erkende huisartsenkring die actief is in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wordt een aanvullende subsidie van 200.000 euro toegekend ter versterking van de huisartsen die lid zijn van een huisartsenkring, die hun huisartsenactiviteit uitoefenen en die in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad gevestigd zijn. Die aanvullende subsidie dient om de toegankelijkheid tot de huisartsengeneeskunde voor de Nederlandstalige persoon met een zorg- en ondersteuningsvraag te verbeteren.
Om de subsidie, vermeld in het eerste lid, te krijgen stelt de huisartsenkring een beleidsplan op met operationele doelstellingen dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het agentschap. Die operationele doelstellingen worden uitgewerkt in een jaarlijks actieplan dat wordt bezorgd aan het agentschap uiterlijk zestig dagen voor de eerste dag van een nieuw werkingsjaar.
De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, kan de nadere vorm en inhoud van het beleidsplan en actieplan bepalen.".
Art.4. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 en 28 december 2019, wordt een artikel 18/2 ingevoegd, dat luidt als volgt :
"Art. 18/2. De Vlaamse Regering kan een bijkomende subsidie toekennen aan de huisartsenkringen voor het uitvoeren van de opdracht, vermeld in artikel 8, 7°, in het kader van een pandemie die door de Wereldgezondheidsorganisatie werd afgekondigd voor een specifieke besmettelijke aandoening.".
Art.5. Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 20. De subsidie wordt uitbetaald in een voorschot van 90% en een saldo van 10%. Het voorschot wordt uitbetaald voor het einde van de maand mei van het werkingsjaar. Het saldo wordt uitbetaald voor het einde van de maand september in het jaar dat volgt op het subsidiejaar in kwestie en na de indiening en goedkeuring van de financiële verantwoording van het werkingsjaar in kwestie.".
Art. 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, is belast met de uitvoering van dit besluit.