24 FEBRUARI 2021. - Ministerieel besluit tot wijziging van het Ministerieel besluit van 4 november 1992 inzake de wapens die behoren tot de reglementaire uitrusting van de ambtenaren van de Administratie der douane en accijnzen en inzake de bijzondere bepalingen betreffende het voorhanden hebben, het bewaren en het dragen van die wapens
Art. 1-11
BIJLAGEN.
Art. N1-N2
Artikel 1. In de titel van het ministerieel besluit van 4 november 1992 inzake de wapens die behoren tot de reglementaire uitrusting van de ambtenaren van de Administratie der douane en accijnzen en inzake de bijzondere bepalingen betreffende het voorhanden hebben, het bewaren en het dragen van die wapens, worden de woorden "de Administratie der douane en accijnzen" vervangen door de woorden "de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen".
Art.2. In artikel 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd door artikel 1 van het ministerieel besluit van 29 juni 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "de Administratie der douane en accijnzen" worden vervangen door de woorden "de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen",
2° de c) wordt vervangen als volgt: "c) telescopische wapenstok;"
Art.3. In artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd door artikel 2 van het ministerieel besluit van 29 juni 1999, worden de woorden "de Administratie der douane en accijnzen" vervangen door de woorden "de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen".
Art.4. In artikel 3 van hetzelfde besluit, worden de woorden "De directeur-generaal" vervangen door de woorden "De Administrateur-generaal".
Art.5. In artikel 4 van hetzelfde besluit, worden de woorden "aan de directeur-generaal" vervangen door de woorden "aan de Administrateur-generaal van de douane en accijnzen".
Art.6. In artikel 5 van hetzelfde besluit, worden de woorden "de directeur-generaal" vervangen door de woorden "de Administrateur-generaal van de douane en accijnzen".
Art.7. In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd door artikel 3 van het ministerieel besluit van 29 juni 1999, worden de woorden "de matrak" vervangen door de woorden "de telescopische wapenstok".
Art.8. In artikel 8, tweede lid van hetzelfde besluit, wordt in de Franstalige tekst het woord "il" vervangen door het woord "ils".
Art.9. In hetzelfde besluit wordt een artikel 9 ingevoegd, luidende:
"Art. 9. Om toegelaten te worden een vuurwapen en dwangmiddelen (Pepperspray (OC), telescopische wapenstok, handboeien) te dragen, moeten de ambtenaren van de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen geslaagd zijn voor de testen georganiseerd op het einde van de opleiding. De inhoud van de opleiding wordt opgenomen in bijlage 1 van dit besluit.".
Art.10. In hetzelfde besluit wordt een artikel 10 ingevoegd, luidende:
"Art. 10. De opdrachten waarvoor de wapens al dan niet moeten worden gedragen, staan beschreven in bijlage 2 van dit besluit.".
Art.11. Dit besluit treedt in werking de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1 bij het ministerieel besluit van 24/02/2021 tot wijziging van het ministerieel besluit van 4 november 1992 inzake de wapens die behoren tot de reglementaire uitrusting van de ambtenaren van de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen en inzake de bijzondere bepalingen betreffende het voorhanden hebben, het bewaren en het dragen van die wapens.
I. Theoretische opleiding voor gewapende personeelsleden
1. De theoretische opleiding inzake het legaal kader wapengebruik duurt een halve dag waarop een theoretische test volgt. Het minimum te behalen resultaat voor deze test is 70%.
2. De theoretische opleiding geeft toegang tot de praktische opleiding.
Bij niet-slagen van de theoretische proef wordt één herkansing toegestaan. Bij het niet-slagen van de herkansing wordt de toegang tot de praktische opleiding ontzegd.
Betrokkene dient minimum 3 jaar te wachten alvorens zich opnieuw kandidaat te kunnen stellen voor een gewapende functie.
II. Praktische opleiding voor gewapende personeelsleden
3. De praktische basisopleiding inzake geweldbeheersing met vuurwapen duurt in totaal 3 dagen inclusief een praktische test. Het minimum te behalen resultaat voor deze test is 80%. De inhoud van de opleiding wordt vastgelegd in de daarvoor bedoelde opleidingsfiche.
De praktische test bestaat uit drie gedeelten: schieten, manipulatie van het wapen en de kennis inzake veiligheidsregels. De test wordt beschreven in een testfiche.
Bij het slagen krijgt het gewapende personeelslid een kwalificatiegetuigschrift. Elke gewapende ambtenaar zal een keer per jaar deze kwalificatietest afleggen.
Bij het niet slagen van de test is er een herkansing van de test.
Bij het niet slagen na de herkansing zal het personeelslid de volledige opleiding (3 dagen) opnieuw moeten volgen.
Indien het personeelslid in dit tweede trainingspakket niet slaagt, moet hij de volledige opleiding (3 dagen) opnieuw volgen.
Indien het personeelslid in dit derde opleidingspakket niet slaagt, is hij voor 3 jaar ongeschikt verklaard voor wapendracht en zal worden nagegaan waar betrokkene kan worden tewerkgesteld.
Deze procedure is enkel van toepassing op de basisopleiding.
4. Bij de volgende jaarlijkse kwalificatietesten is volgende procedure geldig:
- bij het slagen voor de test krijgt het gewapende personeelslid een kwalificatiegetuigschrift voor een jaar;
- bij het niet slagen van de test is er een eerste herkansing;
- bij het niet slagen na de eerste herkansing zal het personeelslid een herhaling van de basisopleiding moeten volgen.
- bij het slagen krijgt het gewapende personeelslid een kwalificatiegetuigschrift voor een jaar;
- indien het personeelslid in dit tweede opleidingspakket niet slaagt, wordt het wapen ingetrokken.
II. Praktische opleiding voor wapens andere dan een vuurwapen
5. De personeelsleden hernomen in bijlage 2 van huidig besluit moeten de volgende opleidingen volgen:
- communicatie technieken in het kader van anti-agressie;
- gebruik van de telescopische wapenstok;
- gebruik van de pepperspray;
- fouilleren en aanbrengen van handboeien;
Art. N2. Bijlage 2 bij het ministerieel besluit van 24/02/2021 tot wijziging van het ministerieel besluit van 4 november 1992 inzake de wapens die behoren tot de reglementaire uitrusting van de ambtenaren van de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen en inzake de bijzondere bepalingen betreffende het voorhanden hebben, het bewaren en het dragen van die wapens.
I. Opdrachten en diensten waarvoor de dienstwapens MOETEN worden gedragen.
1. De volledige wapendracht is alleen verplicht voor opdrachten van de mobiele entiteiten van de administratie Operaties en meer in het bijzonder tijdens de volgende opdrachten:
- controle op de openbare weg en op de trein;
- de motards;
- het rummageteam, de havenbrigade, de maritieme brigade;
- de hondenteams;
- de bewakingsteams in de havens en luchthavens;
- de beveiligingspool te Gosselies.
2. De volledige wapendracht is ook voorzien voor :
- de personeelsleden van de teams van de administratie Opsporing;
- de occasionele monitoren en de lesgevers Geweldbeheersing.
3. Naast de met vuurwapens uitgeruste douaniers voorziet de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen ook in "light" bewapende teams, dit wil zeggen zonder vuurwapens maar uitgerust met een wapenstok, een pepperspray, een set handboeien en een kogelwerende vest.
Het betreft:
- de teams passagiers- en bagagecontrole op de luchthavens;
- de teams die hun taken uitvoeren met de backscatter en de teams voor de mobiele containerscanners;
- de teams van de mobiele scanvans
- de accijnscontroleteams
II. Opdrachten waarvoor de vuurwapens in burger MOGEN worden gedragen
5. Onder bepaalde voorwaarden mogen de vuurwapens in burger worden gedragen:
- voor de personeelsleden van de teams van de administratie Opsporing;
- de instructeurs geweldbeheersing;
- de accijnscontroleteams.