Details





Titel:

22 JANUARI 2021. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 2 maart 2009 houdende bepaling van de werkingskosten van de centra en de diensten voor Bijstand aan Personen



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2009031493 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 2 maart 2009 houdende bepaling van de werkingskosten van de centra en de diensten voor Bijstand aan Personen, gewijzigd door het besluit van het Verenigd College van 9 mei 2019 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor noodhulp en inschakeling, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° een nieuwe § 1 wordt ingevoegd, die luidt als volgt:
  " § 1. Voor de toepassing van dit artikel moet worden verstaan onder:
  1° Centra en diensten voor personen met een handicap: de centra en diensten voor personen met een handicap, zoals bedoeld in artikel 3, 4°, van de ordonnantie van 7 november 2002 betreffende de centra en diensten voor bijstand aan personen;
  2° Meerjareninvesteringsplan: het meerjarenplan 2017-2023 betreffende investeringen in infrastructuur voor het beleid inzake bijstand aan personen, zoals goedgekeurd bij beslissing van het Verenigd College van 8 juni 2017;
  3° Huisvestigingskosten: de afschrijvingen of huur, namelijk de uitgaven voor de aankoop of de huur van een gebouw en voor bouw-, renovatie- of uitbreidingswerken van een gebouw."
  2° § 1, 1°, § 1/1, 1°, wordend, wordt vervangen als volgt:
  " § 1/1. De werkingskosten van de centra en diensten voor Bijstand aan Personen worden bepaald als volgt:
  1° voor de centra en diensten voor personen met een handicap wordt per erkende plaats een maximumbedrag toegekend, zoals hierna bepaald:
  a) Verblijfscentrum: een maximumbedrag van 5.715,95 euro wordt toegekend per erkende plaats;
  b) Verblijfscentrum (voor zwaar zorgbehoevenden): een maximumbedrag van 7.641,68 euro wordt toegekend per erkende plaats die wordt bezet door een zwaar zorgbehoevend persoon met een handicap;
  c) Dagcentrum: een maximumbedrag van 2.751,01 euro wordt toegekend per erkende plaats;
  d) Dagcentrum (voor zwaar zorgbehoevenden): een maximumbedrag van 3.056, 69 euro wordt toegekend per erkende plaats die wordt bezet door een zwaar zorgbehoevend persoon met een handicap;
  e) Diensten voor begeleid wonen voor personen met een handicap: een maximumbedrag van 6.858,95 euro wordt toegekend, per voltijds equivalent, voor de eerste drie opvoeders en 4.928,61 euro voor de andere opvoeders;
  f) ADL-diensten: een maximumbedrag van 2.938,00 euro wordt toegekend per erkende plaats.
  Naast deze werkingskosten ontvangen de centra zoals bedoeld in het eerste lid, a) tot d) extra werkingskosten voor de financiering van de huisvestingskosten, die als volgt zijn vastgelegd:
  - een jaarlijks maximumbedrag van 3.636 euro wordt toegekend per erkende plaats aan de verblijfscentra zoals bedoeld in a) en b) van het eerste lid;
  - een jaarlijks maximumbedrag van 1.818 euro wordt toegekend per erkende plaats aan de dagcentra zoals bedoeld in het eerste lid, c) en d).
  Wanneer de huisvestingskosten tegelijkertijd voor de huur en voor de afschrijvingen worden toegekend, mag de som van beide bedragen die op grond van het vorige lid zijn verkregen niet hoger zijn dan de in dit lid vastgelegde bedragen.
  In afwijking van lid 2 en 3 ontvangen de centra zoals bedoeld in het eerste lid, a) tot d) extra werkingskosten voor de financiering voor 100% van de huisvestigingskosten in de volgende gevallen:
  - voor de financiering van de afschrijvingskosten van de projecten die zijn opgenomen in het meerjareninvesteringsplan voor 15 februari 2021;
  - voor de financiering van de lopende afschrijvingskosten van de centra die voor 15 februari 2021 erkend zijn;
  - voor de financiering van huurkosten van de erkende centra, die zijn vastgelegd krachtens een op 15 februari 2021 lopende of na die datum verlengde huurovereenkomst.
  In afwijking van § 1, 3°, omvatten, voor de centra, zoals bedoeld in het voorgaande lid, de huisvestigingskosten ook de onroerende voorheffing en de vermogensbelasting.
  De dagcentra, zoals bedoeld in het eerste lid, c) en d) ontvangen een financiering voor 100% van de mobiliteitskosten."
  3° de bepalingen onder 2° en 8° worden opgeheven.
  4° §§ 1 tot 4 worden §§ 1/1 tot 4.

Art.2. Artikel 5 van hetzelfde ministerieel besluit wordt aangevuld door een lid, dat luidt als volgt:
  "In afwijking van het voorgaande lid, wordt de leidend ambtenaar van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag belast met de uitvoering van artikel 1, § 1/1, 1° en §§ 2 tot 4, van dit besluit voor de centra en diensten voor personen met een handicap."

Art.3. In de Nederlandse tekst van hetzelfde ministerieel besluit, wordt het woord "werkingkosten" vervangend door het woord "werkingskosten" in de titel.

Art. 4. Dit besluit treedt in werking op 15 februari 2021.