15 JANUARI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van een aantal maatregelen ter ondersteuning van de diensten voor oppashulp en de diensten voor gastopvang naar aanleiding van de COVID-19-pandemie
Art. 1-9
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder besluit van 28 juni 2019: het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers.
Art.2. De voorwaarde, vermeld in artikel 6 van bijlage 3 bij het besluit van 28 juni 2019, is in 2020 niet van toepassing op de diensten voor oppashulp.
Art.3. In afwijking van artikel 31, § 1, eerste lid, van bijlage 3 bij het besluit van 28 juni 2019 komt een dienst voor oppashulp in 2020 ook voor subsidiëring in aanmerking als hij minder uren presteert dan het aantal uren, vermeld in artikel 6 van bijlage 3 bij het besluit van 28 juni 2019.
Als voor een dienst voor oppashulp het totale aantal uren oppashulp dat in aanmerking komt voor subsidiëring in 2020, lager is dan het totale aantal uren dat in 2019 gesubsidieerd is voor de dienst in kwestie, wordt de subsidie voor die dienst in 2020 berekend op basis van de uren die in 2019 gesubsidieerd werden.
Art.4. De voorwaarde, vermeld in artikel 5 van bijlage 6 bij het besluit van 28 juni 2019, is in 2020 niet van toepassing op de diensten voor gastopvang.
Art.5. In afwijking van artikel 26, § 1, eerste lid, van bijlage 6 bij het besluit van 28 juni 2019 komt een dienst voor gastopvang in 2020 ook voor subsidiëring in aanmerking als hij minder uren presteert dan het aantal uren, vermeld in artikel 5 van bijlage 6 bij het besluit van 28 juni 2019.
Art.6. De subsidies, vermeld in dit besluit, worden uitbetaald binnen de beschikbare begrotingskredieten. Bij een overschrijding van het beschikbare budget worden de subsidies evenredig verminderd.
Art.7. De maatregelen, vermeld in dit besluit, zijn niet van toepassing op diensten die voor hun coördinator een systeem geactiveerd hebben waarbij zij die tijdelijk niet hoeven te vergoeden tijdens de COVID-19-pandemie.
Art.8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2020.
Art. 9. De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, is belast met de uitvoering van dit besluit.