Details





Titel:

18 NOVEMBER 2021. - Besluit van de Waalse Regering waarbij sommige instellingen en natuurlijke personen tijdelijk worden toegelaten af te wijken van het besluit van de Waalse Regering van 8 december 2016 betreffende de voorwaarden voor de opening en de nadere regels voor de beoefening van de visvangst



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° het decreet van 27 maart 2014: het decreet van 27 maart 2014 betreffende de riviervisserij, het visbeleid en de visserijstructuren;
  2° de "Waalse Overheidsdienst ARNE": de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu;
  3° de coördinerende hengelvereniging: de vereniging zoals bepaald in artikel 2, 1°, van het decreet van 27 maart 2014.

Art.2. § 1. De volgende personen en instellingen kunnen voor hun personeelsleden en studenten of op persoonlijke titel in aanmerking komen voor een afwijking van de artikelen 3 tot 10 en 12 tot 14 van het besluit van de Waalse Regering van 8 december 2016 betreffende de voorwaarden voor de opening en de nadere regels voor de beoefening van de visvangst:
  1° de coördinerende hengelvereniging, voor wetenschappelijke of onderwijskundige doeleinden;
  2° de universiteiten en hogescholen, voor wetenschappelijke of onderwijskundige doeleinden;
  3° de natuurlijke of rechtspersonen die van de "Waalse Overheidsdienst ARNE" de opdracht hebben gekregen om acties uit te voeren ter bestrijding van invasieve uitheemse soorten of om deze soorten te inventariseren in het kader van de artikelen 18, 19 en 24 van het decreet van 2 mei 2019 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten;
  4° de adviesbureaus op het gebied van leefmilieu die gespecialiseerd zijn in visecologie, beheer van aquatische milieus of effectonderzoeken met betrekking tot deze milieus, voor wetenschappelijke doeleinden.
  Met betrekking tot de in lid 1, 4°, bedoelde adviesbureaus wordt de in lid 1 bedoelde afwijking uitsluitend verleend voor het verrichten van een of meerdere van de in paragraaf 2, 1° tot en met 3°, bedoelde handelingen.
  § 2. De in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde afwijking wordt slechts toegestaan voor het verrichten van een of meerdere van de volgende handelingen :
  1° de elektrische visvangst, de visvangst met netten, de visvangst met de hand, alsook het gebruik van vallen om levende vissen en kreeften te vangen ;
  2° het vissen, het hele jaar door, bij dag of bij nacht, van alle soorten vissen en kreeften, met inbegrip van de soorten waarvan de vangst verboden is, op alle plaatsen in de waterlopen die onder het decreet van 27 maart 2014 vallen;
  3° het levend behoud van elk specimen van alle gevangen soorten vissen en kreeften, ongeacht de grootte ervan, voor de tijd die nodig is voor het onderzoek ervan;
  4° het onttrekken, het hele jaar door, bij dag of bij nacht, ongeacht het aantal en de grootte ervan, van specimens van alle soorten vissen en kreeften;
  5° het vervoeren, het hele jaar door, bij dag of bij nacht, ongeacht het aantal en de grootte ervan, van levende of dode specimens van alle soorten vissen en kreeften.
  De in het eerste lid bedoelde handelingen mogen door personen aan wie de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde afwijking is toegestaan, slechts worden verricht in het kader van de activiteiten die de toekenning van deze afwijking rechtvaardigden.

Art.3. Voor elke activiteit die de uitvoering vereist van een afwijkende handeling als bedoeld in artikel 2, § 2, eerste lid, is de voorafgaande toestemming van de directeur-generaal van de "Waalse Overheidsdienst ARNE" vereist.
  De aanvraag om vergunning wordt minstens dertig dagen vóór de verwachte aanvangsdatum van de activiteit ingediend.
  De aanvraag om vergunning omvat minstens de volgende elementen :
  1° de identiteit en de gegevens van de verantwoordelijke van de activiteit ;
  2° de omschrijving van de activiteit en de vermelding van een of meerdere afwijkende handelingen onder die, bedoeld in artikel 2, § 2, eerste lid, die nodig zijn om de activiteit tot een goed einde te brengen ;
  3° de vermelding van de betrokken waterlopen en het moment van het jaar waarop de activiteit plaatsvindt.
  De persoonsgegevens die op grond van dit besluit worden verwerkt en verzameld, worden bewaard gedurende ten hoogste drie jaar vanaf de datum waarop de afwijking wordt toegestaan.
  De "Waalse Overheidsdienst ARNE" is verantwoordelijk voor de verwerking van die gegevens.

Art.4. De directeur-generaal van de "Waalse Overheidsdienst ARNE" kan de verzochte vergunning weigeren of vragen om de aanpassing van de activiteit die de uitvoering van een of verschillende afwijkende handelingen bedoeld in artikel 2, § 2, eerste lid, vereist, als hij acht dat bedoelde activiteit de populaties vissen en kreeften onnodig in gevaar brengt.
  De directeur-generaal van de "Waalse Overheidsdienst ARNE" kan vragen om een verslag van de gegevens die gedurende deze activiteiten zijn verzameld, met het oog op de verbetering van de kennis over de toestand van vis- en kreeftbestanden. In voorkomend geval bepaalt hij de vorm van dit verslag.

Art.5. Op straffe van toekomstige weigering van de vergunning bedoeld in artikel 3 voor andere activiteiten, moet de begunstigde van een afwijking de volgende minimale regels in acht nemen :
  1° minstens vijftien dagen vóór het begin van de vangsten van vissen en kreeften in de wateren die onder het decreet van 27 maart 2014 vallen in het kader van een activiteit toegelaten door de directeur-generaal van de "Waalse Overheidsdienst ARNE", geeft de begunstigde van een afwijking kennis daarvan aan :
  a) de beheerder van de betrokken waterloop;
  b) de directeur van de buitendiensten van het Departement Natuur en Bossen van de "Waalse Overheidsdienst ARNE" dat territoriaal bevoegd is, en de gekwalificeerd attaché die verantwoordelijk is van de Dienst Visvangst de Directie Jacht en Visvangst van hetzelfde Departement ;
  c) de betrokken erkende hengelfederatie ;
  2° indien de vangsten in de waterlopen bedoeld in artikel 4 van het decreet van 27 maart 2014 tot monsternemingen leiden, moet de begunstigde van een afwijking daarvoor de toestemming van de betrokken houders van het visrecht krijgen;
  3° de afwijking wordt vertoond op elk verzoek van de ambtenaren belast met het toezicht op de visserij, alsook op de plaatsen van de uitvoering ervan;
  4° de gevangen specimens, die niet het voorwerp uitmaken van een monsterneming, worden zorgvuldig bewerkt en bewaard in goede omstandigheden, tijdens de strikt nodige tijd voor het onderzoek ervan, om sterfterisico's maximaal te beperken ;
  5° wanneer de vangsten door middel van elektrische tuigen worden uitgevoerd, moeten de operatoren de regels inzake veiligheid bedoeld in de reglementering voor dit soort materieel naleven en een specifieke opleiding inzake elektrische visvangst verplicht hebben gevolgd.

Art.6. Wanneer de vangsten van vissen en kreeften in een waterweg gebeuren, kan de beheerder ervan zich daartegen verzetten wegens veiligheidsomstandigheden.

Art.7. In het kader van de toegestane afwijkende activiteiten waarin dit besluit voorziet, handelen de operatoren onder de volledige verantwoordelijkheid van de instelling waaronder ze ressorteren of onder hun eigen verantwoordelijkheid.

Art.8. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2022 en houdt van kracht te zijn op 31 december 2024.

Art. 9. De Minister bevoegd voor Visserij is belast met de uitvoering van dit besluit.