28 NOVEMBER 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 juni 2017 houdende uitvoering van de artikelen 32quater/1, § 1, en 32quater/2, §§ 1 en 6, van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op de aanduiding van de niet-betekende authentieke akten van het centraal register van gedematerialiseerde authentieke akten van gerechtsdeurwaarders
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 11 van het koninklijk besluit van 14 juni 2017 houdende uitvoering van de artikelen 32quater/1, § 1 en 32quater/2, §§ 1 en 6 van het Gerechtelijk Wetboek, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende:
" § 2. Alle niet-betekende akten opgemaakt door gerechtsdeurwaarders in het kader van hun wettelijke taken, worden bijgehouden in het Centraal register van gedematerialiseerde authentieke akten van gerechtsdeurwaarders, door toepassing van informaticatechnieken met een passend beveiligingsniveau.
De in het eerste lid bedoelde akten bestaan uit:
1° het proces-verbaal van gerechtelijke, onderhandse of vrijwillige verkoop van roerende goederen;
2° het proces-verbaal van vaststelling;
3° het proces-verbaal van opheffing van de immobilisatie van een voertuig;
4° het proces-verbaal van niet-betwisting;
5° het proces-verbaal van kantonnement;
6° het proces-verbaal van evenredige verdeling;
7° de aanplakbrief;
8° de protestakte;
9° het proces-verbaal van sekwester;
10° het proces-verbaal van verduistering van goederen;
11° het proces-verbaal van verdeling.".
Art.2. In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "opgemaakt of, in voorkomend geval," worden tussen de woorden "op niet-elektronische wijze heeft" en het woord "betekent" ingevoegd;
2° de woorden "opmaak of, in voorkomend geval," worden tussen de woorden "na de datum van" en het woord "betekening" ingevoegd.
Art.3. In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de woorden "betreffende betekende akten" ingevoegd tussen de woorden "volgende gegevens" en het woord "geregistreerd".
Art.4. Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als de dag waarop de wet van 28 november 2021 om justitie sneller, menselijker en straffer te maken in werking treedt.
Art. 5. De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.