21 OKTOBER 2021. - Decreet betreffende het gebruik van het COVID Safe Ticket en de mondmaskerplicht(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-10-2021 en tekstbijwerking tot 12-05-2023)
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen en definities
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - Het gebruik van het COVID safe ticket
Art. 4-7
HOOFDSTUK 3. - Het dragen van het mondmasker
Art. 8-9, 9/1
HOOFDSTUK 4. - Social distancing
Art. 10
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. -11
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen en definities
Artikel 1. Dit decreet regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, aangelegenheden bedoeld in artikel 128 van de Grondwet.
Art.2.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder :
1° het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 : het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België, zoals gewijzigd;
1° het uitvoerend samenwerkingsakkoord van 15 oktober 2021 : het samenwerkingsakkoord van 15 oktober 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België;
3° COVID Safe Ticket: het COVID Safe Ticket zoals bedoeld in het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021;
4° massa-evenement : het evenement dat binnen wordt georganiseerd voor een publiek van minimaal 50 personen of buiten voor een publiek van minimaal [1 100 personen]1, medewerkers en organisatoren niet meegeteld, met naleving van de toepasselijke modaliteiten van het samenwerkingsakkoord. Het aantal personen wordt geraamd op basis van het hoogste van het aantal uitgenodigde personen of het aantal daadwerkelijk aanwezige personen. Bij gebreke van een lijst van genodigden of aanwezige personen wordt het aantal personen geraamd op basis van de theoretische capaciteit van de zaal.
[1 De in lid 1 bedoelde evenementen beogen met name kerstmarkten, carnavals en aanverwante festiviteiten, sportwedstrijden en evenementen die worden georganiseerd in voorzieningen die niet behoren tot de culturele, feestelijke, recreatieve en evenementensector.]1
Een betoging, optocht of bijeenkomst met het oogmerk eisen te stellen of een collectieve overtuiging tot uitdrukking te brengen, waarvoor de bevoegde lokale besturen op grond van hun bestuurlijke politieverordening toestemming hebben verleend, wordt niet aanzien als een massa-evenement;
5° proef- en pilootproject : de activiteit met een bepaalde risicograad dat binnen wordt georganiseerd voor een publiek van minimum 50 personen of buiten voor een publiek van minimum [1 100 personen]1, medewerkers en organisatoren niet meegeteld, waarbij wordt afgeweken van de maatregelen van bestuurlijke politie om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, die bijdraagt tot de toepassing van modaliteiten en protocollen en die een onderzoeksgerichte proef vormt om bijkomende kennis te verwerven over veiligheidsmodaliteiten en besmettingsrisico's bij een gelijkaardige activiteit en waarbij de toegang zal worden gecontroleerd op basis van een COVID Safe Ticket of bijkomende maatregelen. Het aantal personen wordt geraamd op basis van het hoogste van het aantal uitgenodigde personen of het aantal daadwerkelijk aanwezige personen. Bij gebreke van een lijst van genodigden of aanwezige personen wordt het aantal personen geraamd op basis van de theoretische capaciteit van de zaal.
6° voorzieningen van Horeca-activiteiten : elke voor het publiek toegankelijke plaats, ongeacht de toegangsvoorwaarden, waarvan de voornaamste en permanente activiteit bestaat in het bereiden of serveren van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse, met name horecabedrijven en openbare gelegenheden. Sociale restaurants en voedselhulpdiensten zijn niet inbegrepen;
7° dancings en discotheken : de dancings en discotheken zoals bedoeld in het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021;
8° sport- en fitnesscentra : de sport- en fitnesscentra zoals bedoeld in het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021;
9° handelsbeurzen en congressen : de handelsbeurzen en congressen zoals bedoeld in het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021;
10° voorzieningen die behoren tot de culturele, feestelijke en recreatieve sector : de voorziening gedefinieerd in het uitvoerend samenwerkingsakkoord van 15 oktober met uitzondering van de gewone activiteiten van jeugdbewegingen;
11° voorzieningen voor residentiële opvang van kwetsbare personen : de ziekenhuizen en voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen, de dagverzorgingscentra, de revalidatiecentra, de instellingen voor personen met een handicap, de psychiatrische instellingen of instellingen voor mensen met psychische stoornissen;
12° bezoekers : bezoekers ouder dan 12 jaar van voorzieningen voor residentiële opvang voor kwetsbare personen en bezoekers ouder dan 16 jaar van massa-evenementen of voorzieningen, met uitzondering van:
a) een persoon die een voorziening van Horeca-activiteiten binnengaat met als enig doel een afhaalaankoop te doen, zonder ter plaatse iets te nuttigen, of die op een terras zit en het interieur betreedt om te bestellen, te betalen of van het toilet gebruik te maken;
b) de organisator, personeel, zelfstandige of vrijwillige medewerkers of enige personen die (i) zich aanbieden om zorg te krijgen, (ii) deel nemen aan of in de zorgverlening en vanuit die optiek bekend zijn bij de directie of organisatie van deze voorzieningen of (iii) omwille van een noodzakelijkheid vanuit dienstverlening of zorg toegang tot de voorziening moeten verkrijgen en voor zover deze personen bij de voorziening gekend zijn;
c) bezoekers die naar een voorziening voor residentiële opvang voor kwetsbare personen gaan om mensen aan het eind van hun leven, in de palliatieve zorg of met verschijnselen van achteruitgang te bezoeken, op basis van een beoordeling door de coördinerend arts of de verwijzend arts of de behandelend arts in overleg met hen,
d) elke vakgroep die een voorziening voor residentiële opvang voor kwetsbare personen bezoekt en niet in contact komt met de bewoners;
e) personen die stage lopen, met inbegrip van een stageperiode;
f) de personen die een kwetsbare of zieke persoon begeleiden in een voorziening voor residentiële opvang van kwetsbare personen voor de duur van de verzorging;
13° organisator : de organisator van een evenement of de uitbater van een voorziening;
14° deelnemer : elke persoon ouder dan 12 jaar die niet behoort tot een van de categorieën bedoeld bij de punten 12° t.e.m. 13°, die deelneemt aan een evenement of aanwezig is in een voorziening;
15° schoolgroep : een groep bezoekers die dezelfde school bezoeken en de personen die hen begeleiden die samen een evenement of voorziening bezoeken in het kader van een activiteit die door de school wordt georganiseerd in het kader van de activiteiten in verband met het onderwijs
----------
(1)<DWG 2021-11-24/02, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-11-2021>
Art.3. In dit decreet worden de voorwaarden voor het gebruik van het COVID Safe Ticket en de voorwaarden voor de mondmakerplicht in het Franse taalgebied vastgesteld.
HOOFDSTUK 2. - Het gebruik van het COVID safe ticket
Art.4. Het gebruik van het COVID Safe Ticket is in overeenstemming met het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 en het uitvoerend samenwerkingsakkoord van 15 oktober 2021. Doel is de druk op het gezondheidszorgstelsel te verlichten om te voorkomen dat de gezondheidscrisis een negatief effect heeft op de gezondheidszorg en op de algemene gezondheid van de bevolking. Het gebruik van het COVID Safe Ticket impliceert dat : 1° de bezoeker een COVID Safe Ticket moet voorleggen om toegang te krijgen tot een evenement of een voorziening; 2° de organisator van het evenement of de voorziening controleert of de bezoeker over een COVID Safe Ticket beschikt, overeenkomstig de procedures beschreven in de artikelen 12, 13 en 14, § 3, van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021; 3° de organisator verplicht is de bezoekers te informeren over het gebruik van het COVID Safe Ticket. Organisatoren en deelnemers hoeven geen COVID Safe Ticket te tonen om het evenement of de voorziening te organiseren of er toegang toe te krijgen.
(NOTA: dit artikel wordt impliciet opgeheven door de uitwerking op 07-03-2022 voorgeschreven door artikel 11, § 2 en de uitvoeringsmaatregel BWG 2022-03-05/03, art. 2)
Art.5. In overeenstemming met en krachtens artikel 13 ter van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 wordt het gebruik van het COVID Safe Ticket op het grondgebied van het Franse taalgebied opgelegd voor de volgende evenementen en voorzieningen: 1° massa-evenementen ; 2° proef- en pilootprojecten; 3° voorzieningen van Horeca-activiteiten, 4° dancings en discotheken; 5° sport- en fitnesscentra, 6° handelsbeurzen en congressen; 7° de voorzieningen die behoren tot de culturele, feestelijke en recreatieve sector; 8° voorzieningen voor residentiële opvang van kwetsbare personen. In afwijking van lid 1 is het gebruik van het COVID Safe Ticket niet vereist: 1° op handelsbeurzen en congressen en voorzieningen die behoren tot de culturele, feestelijke en recreatieve sector met minder dan 50 bezoekers tegelijk binnen; 2° in de openluchtactiviteiten van beurzen en congressen, instellingen in de culturele, feestelijke en recreatieve sector, alsmede sport- en fitnessclubs met minder dan [1 100 bezoekers]1 tegelijk; 3° [1 in de buitenruimten van voorzieningen van Horeca-activiteiten die aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoen: a) een capaciteit hebben van minder dan 100 personen tegelijk; b) zich in de open lucht bevinden; c) aan drie zijden open zijn;]1 4° voor schoolgroepen die in het kader van schoolactiviteiten toegang hebben tot de in het eerste lid bedoelde evenementen en voorzieningen, op voorwaarde dat tijdens deze activiteit de in schoolverband geldende beschermingsregels worden toegepast en dat de leden van de schoolgroep een masker of een ander alternatief in stof dragen; 5° wanneer de toegang tot een evenement of een voorziening als bedoeld in het eerste lid geschiedt in het kader van of ter nakoming van een wettelijke of reglementaire verplichting en op voorwaarde dat de betrokken personen een masker of een ander alternatief in stof dragen en dat individuele beschermingsmaatregelen worden getroffen; 6° tijdens vergaderingen van de wetgevende organen van instellingen die verband houden met de uitoefening van de democratie.
(NOTA: dit artikel wordt impliciet opgeheven door de uitwerking op 07-03-2022 voorgeschreven door artikel 11, § 2 en de uitvoeringsmaatregel BWG 2022-03-05/03, art. 2)
----------
(1)<DWG 2021-11-24/02, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 25-11-2021>
Art.6. Met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel en met instemming van de Regering kunnen de gouverneurs of, na het advies van de gouverneurs te hebben ingewonnen, de burgemeesters overeenkomstig artikel 13 bis, lid 3, en artikel 13 ter, lid 3, van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 bijzondere, strengere modaliteiten vaststellen, die uitsluitend betrekking hebben op de organisatie van en de te nemen veiligheidsmaatregelen in verband met massa-evenementen en proef- en pilootprojecten.
(NOTA: dit artikel wordt impliciet opgeheven door de uitwerking op 07-03-2022 voorgeschreven door artikel 11, § 2 en de uitvoeringsmaatregel BWG 2022-03-05/03, art. 2)
Art.7. § 1. Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie, zijn de burgemeesters belast met het toezicht op de toepassing van de maatregelen die in toepassing van dit decreet worden genomen door de organisatoren van evenementen en voorzieningen. § 2. Onverminderd de maatregelen die door de burgemeesters worden opgelegd ter uitvoering van de nieuwe Gemeentewet en de straffen die door het Strafwetboek en bijzondere wetten worden opgelegd, is iedere bezoeker die de bepalingen van de artikelen 4 en 5 overtreedt, strafbaar met een geldboete van 50 tot 500 euro. Onverminderd de maatregelen die door de burgemeesters worden opgelegd ter uitvoering van de nieuwe gemeentewet en de straffen die door het wetboek van strafrecht en specifieke wetten worden opgelegd, wordt de organisator die de bepalingen van de artikelen 4 en 5 overtreedt, gestraft met een geldboete van 50 tot 2.500 euro.
(NOTA: dit artikel wordt impliciet opgeheven door de uitwerking op 07-03-2022 voorgeschreven door artikel 11, § 2 en de uitvoeringsmaatregel BWG 2022-03-05/03, art. 2)
HOOFDSTUK 3. - Het dragen van het mondmasker
Art.8.
<Opgeheven bij BWG 2023-04-13/08, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 23-03-2023>
Art.9.
<Opgeheven bij BWG 2023-04-13/08, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 23-03-2023>
Art. 9/1.
<Opgeheven bij DWG 2022-06-02/02, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 23-05-2022>
HOOFDSTUK 4. - Social distancing
Art.10.
<Opgeheven bij DWG 2022-03-10/04, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 11-03-2022>
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art.10/1. [1 § 1. Teneinde het Waalse Gewest in staat te stellen dit decreet aan te passen aan de maatregelen die door de federale Overheid worden genomen ter uitvoering van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie en aan de beslissingen die worden genomen in het kader van het Overlegcomité of de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid, kan de Regering de bepalingen van dit decreet opheffen, aanvullen, wijzigen of vervangen, doch uitsluitend voor wat betreft :
1° het toestroomcijfer waarboven het COVID Safe Ticket van toepassing is op proef- en pilootprojecten, massa-evenementen en voorzieningen in de sectoren bedoeld in artikel 5;
2° de regels met betrekking tot het dragen van mondmaskers;
3° de regels inzake social distancing.
De machtiging die bij lid 1 aan de Regering wordt verleend, geldt voor de duur van de epidemische noodsituatie die overeenkomstig artikel 3 van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie is uitgeroepen.
§ 2. De in paragraaf 1 bedoelde besluiten moeten binnen drie maanden na hun inwerkingtreding bij decreet worden bevestigd.
Bij gebrek aan bevestiging binnen de in het eerste lid bedoelde termijn worden zij geacht nooit uitwerking te hebben gehad.
De besluiten worden meegedeeld aan de Voorzitter van het Parlement vóór hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2021-11-24/02, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 25-11-2021>
Art. 11. § 1. Dit decreet treedt in werking op 1 november 2021.
§ 2. De artikelen 4 tot 7 houden op uitwerking te hebben op [1 15 april 2022]1.
Vóór [1 15 april 2022]1 kan de Regering bij besluit vervroegd een einde maken aan de uitwerking van de artikelen 4 tot en met 7, overeenkomstig de door hem bepaalde modaliteiten. Het Parlement bevestigt dit besluit van de Regering binnen een maand na de bekendmaking ervan. Bij gebrek aan bevestiging houdt het besluit op uitwerking te hebben.
§ 3. De Regering kan bij besluit een einde maken aan de uitwerking van de artikelen 8, 9 en 10, overeenkomstig de door hem bepaalde modaliteiten. Het Parlement bevestigt dit besluit van de Regering binnen een maand na de bekendmaking ervan. Bij gebrek aan bevestiging houdt het besluit op uitwerking te hebben.
(NOTA : Uitwerkingtreding van artikelen 4 to en met 7 vastgesteld op 07-03-2022 door BWG 2022-03-05/03, art. 2)
----------
(1)<DWG 2022-01-14/07, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 16-01-2022>