Details





Titel:

23 SEPTEMBER 2021. - Besluit van de Waalse Regering ter uitvoering van de artikelen 30bis tot 30quater van de organieke wet 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128 ervan.

Art.2. § 1. De oproeping voor een vergadering op afstand gebeurt overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn in het kader van een fysieke vergadering van het orgaan.
  De oproeping bedoeld in het eerste lid :
  1° vermeldt de redenen voor het houden van een vergadering op afstand;
  2° vermeldt de commerciële benaming van de digitale technologie die voor de vergadering gebruikt wordt;
  3° bevat een bondige technische omschrijving van de wijze waarop het lid de technologie moet activeren en deelnemen aan de vergadering.
  § 2. Bij vergaderingen op afstand worden de uren van opening en afsluiting van de zitting, en de eventuele onderbrekingen wegens technische problemen, in de notulen van de vergadering opgenomen.
  Het digitale instrument dat gebruikt wordt in het kader van vergaderingen op afstand zorgt voor een vaststaande identificatie van het lid van het orgaan over de gehele duur van de vergadering.
  Het huishoudelijk reglement van het orgaan kan andere nadere werkingsregels bevatten voor het houden van vergaderingen op afstand of met een gemengd karakter.
  Bij vergaderingen op afstand verbindt elk lid zich, op vraag van de voorzitter van de vergadering, er, individueel en luidop, toe, de voorwaarden in acht te nemen voor de geheimhouding van de debatten gedurende de vergadering.

Art.3. Bij vergaderingen op afstand wordt de toegang tot alle stukken van de geagendeerde stukken gewaarborgd, ofwel in de lokalen van de instelling, ofwel via e-mail, ofwel via het persoonlijk elektronisch adres bedoeld in artikel 30, derde lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, ofwel via een beveiligd platform.

Art.4. Het lid van een overheidsorgaan bedoeld in de artikelen 30ter tot 30quater van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn neemt via zijn persoonlijk materieel deel aan een vergadering op afstand. Beschikt het lid niet over eigen materieel, dan verstrekt de instelling hem of haar het materieel dat nodig is voor de deelname aan de vergadering van thuis uit ofwel in de eigen lokalen van het plaatselijk bestuur.

Art.5. Het uitbrengen van zijn stem in geheime stemming gebeurt ten overstaan van de persoon die wettelijk of statutair toezicht houdt op de wettelijkheid van de digitale besluitvorming.
  De persoon bedoeld in het eerste lid voert de anonimisering uit van de stemmen die hij in overeenstemming met het beroepsgeheim bedoeld in artikel 458 van het Strafwetboekgeheim houdt.
  Het huishoudelijk reglement kan voorzien in andere regelingen voor een geheime stemming.

Art. 6. De Minister van Plaatselijke Besturen is belast met de uitvoering van dit besluit.