Details





Titel:

15 JULI 2021. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2017 houdende uitvoering van de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel en de aantrekking van buitenlandse investeringen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest



Inhoudstafel:


Art. 1-35



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2017040456 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Het opschrift van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2017 houdende uitvoering van de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt vervangen als volgt:
  `Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel en de aantrekking van buitenlandse investeringen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest'.

Art.2. In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de bepaling onder 10° van de Franse tekst wordt het woord `immatriculée' vervangen door het woord `inscrite';
  2° in de Franse tekst wordt de bepaling onder 12° opgeheven en in de Nederlandse tekst wordt de bepaling onder 13° opgeheven.

Art.3. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden in het eerste lid de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de inleidende zin van het eerste lid wordt het woord `in' vervangen door het woord `door';
  2° in het eerste lid wordt de bepaling onder 2° aangevuld met de woorden `, zoals onder de btw-activiteiten ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen'.

Art.4. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de bepaling onder 3° wordt het woord `alle' opgeheven;
  2° in de bepaling onder 5° wordt het woord `periodieke' vervangen door het woord `recurrente'.

Art.5. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.6. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt:
  `1° de door dit besluit bepaalde toekenningsvoorwaarden na te leven;';
  2° in de bepaling onder 2° worden de woorden `haar economische activiteiten' vervangen door de woorden `een vestigingseenheid'.

Art.7. In hetzelfde besluit worden de artikelen 7/1 en 7/2 ingevoegd, luidende:
  `Art. 7/1. Wordt uitgesloten van de subsidie, de begunstigde die, op het ogenblik van de indiening van de steunaanvraag:
  1° niet alle toepasselijke verplichtingen van het sociaal, arbeids-, belastings- en milieurecht naleeft;
  2° zich in een lopende faillissementsprocedure bevindt, in staat van faillissement of van vereffening verkeert, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een aangifte van faillissement heeft gedaan, het voorwerp vormt van een vereffeningsprocedure, of die in een vergelijkbare toestand verkeert als gevolg van een vergelijkbare procedure die bestaat in een andere nationale reglementering;
  3° opzettelijk valse of onjuiste inlichtingen verstrekt; de uitsluiting geldt voor drie jaar vanaf de toekenning of de weigering van de subsidie;
  4° zich in een van de gevallen bevindt als bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, van de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie, zolang hij de subsidies als bedoeld in voornoemde ordonnantie niet terugbetaalt overeenkomstig de regels bedoeld in artikel 4 van de voornoemde ordonnantie en de uitvoeringsbepalingen daarvan.
  Art. 7/2. Voor dezelfde uitgaven mag de begunstigde geen verschillende subsidies cumuleren.'.

Art.8. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  `Art. 8. De begunstigde geeft aan BEW de andere subsidies aan die hij als onderneming in de loop van het huidige en de twee vorige belastingjaren heeft ontvangen, en die vallen onder de verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, of enige andere regelgeving die haar vervangt, of onder andere de-minimisverordeningen.
  BEW brengt de begunstigde ervan op de hoogte dat de subsidie wordt toegekend overeenkomstig de voormelde de-minimisverordening of enige andere regelgeving die haar vervangt.'.

Art.9. In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt het woord `mogelijke' opgeheven.

Art.10. In hetzelfde besluit wordt een artikel 9/1 ingevoegd, luidende:
  `Art. 9/1. De subsidies worden binnen de perken van de begrotingskredieten toegekend.'.

Art.11. In de artikelen 10, 21, 26, 32, 37 42 en 46 van hetzelfde besluit worden de woorden `, binnen de perken van de begrotingskredieten,' opgeheven.

Art.12. In artikel 11 van hetzelfde besluit worden in de Nederlandse tekst de woorden `catalogi, websites, filmproductie' vervangen door de woorden `catalogi, filmproductie'.

Art.13. In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden `binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten' opgeheven;
  2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
  `Wordt verstaan onder commerciële prospectieopdracht in het buitenland
  1° zakenreizen naar het buitenland om markten te ontginnen, invoerders en tussenpersonen te kiezen en contacten te leggen met buitenlandse handelsagenten of inkopers;
  2° deelname aan evenementen in het buitenland zoals missies, congressen, contactdagen en seminaries, met het oog op een gunstige impact op de exportactiviteiten van de onderneming op de betrokken markten.'.

Art.14. In artikel 16 van hetzelfde besluit worden in het eerste lid de bepalingen onder 1° tot en met 4° worden vervangen als volgt:
  `1° uitgaven in verband met verblijf- en reiskosten;
  2° uitgaven voor hulp van een derde die minstens twee jaar beroepservaring heeft en een lijst met relevante referenties voorlegt waaruit zijn competenties voldoende blijken, en die onafhankelijk is van de onderneming, waardoor buitenlandse markten kunnen worden verkend;
  3° administratieve kosten voor registratie, homologatie en certificering op de buitenlandse markten met als doel de afzet van producten of diensten, uitgezonderd de belastingen, heffingen en homologatie- en certificeringskosten als zodanig;
  4° uitgaven in verband met maaltijd- en verplaatsingskosten in het land van bestemming;'.

Art.15. Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  `Art. 17. De uitgaven in verband met reiskosten per vliegtuig en verblijf-, maaltijd- en verplaatsingskosten in het land van bestemming worden in aanmerking genomen ten belope van het door de Minister bepaalde forfaitaire bedrag.
  De verblijfkosten worden in aanmerking genomen per logiesverstrekking, niet per deelnemer.'.

Art.16. In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het tweede lid wordt vervangen als volgt:
  `Het in het eerste lid bedoelde subsidiepercentage bedraagt 75% bij een prospectieopdracht die binnen achttien maanden plaatsvindt na deelname aan een initiatief van het BAOB in het land waarop de steunaanvraag betrekking heeft.';
  2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende:
  `Indien de onderneming een starter is, bedraagt het in het eerste lid bedoelde subsidiepercentage 75%.'.

Art.17. In artikel 22 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid wordt het woord "verplaatsingen" vervangen door de woorden "reis naar België";
  2° in de Franse tekst van het tweede lid worden de woorden "frais de" ingevoegd tussen de woorden "aux" en "voyages";
  3° in de Nederlandse tekst van het tweede lid worden de woorden "die verband houden met de reizen per vliegtuig" vervangen door de woorden "in verband met reiskosten per vliegtuig".

Art.18. Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende:
  `Wordt verstaan onder beurs in het buitenland, elk internationaal handelsevenement, in het bijzonder beurzen, salons, tentoonstellingen, markten, ontmoetingsdagen met partners, met inbegrip van vakcongressen, persdagen en showrooms die buiten België plaatsvinden.'.

Art.19. In artikel 27 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste, derde en vierde lid worden de woorden `of virtuele' opgeheven;
  2° in het eerste lid worden de woorden `reis- en verblijfkosten' vervangen door de woorden `reiskosten, alsook verblijf-, maaltijd- en verplaatsingskosten in het land van bestemming';
  3° het tweede lid wordt vervangen als volgt:
  `De uitgaven in verband met reiskosten per vliegtuig en verblijf-, maaltijd- en verplaatsingskosten in het land van bestemming worden in aanmerking genomen overeenkomstig artikel 17. Voor verblijf-, maaltijd- en verplaatsingskosten in het land van bestemming komen uitgaven in aanmerking voor een subsidie vanaf de dag voor de start van de beurs tot de dag na afloop ervan.';
  4° tussen het tweede en het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
  `De in aanmerking genomen kosten mogen ten hoogste tien opeenvolgende dagen dekken.'.

Art.20. In de Nederlandse tekst van artikel 28 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen als volgt:
  `De begunstigde neemt onder zijn eigen naam of merknaam deel aan de beurs en stuurt zijn eigen afgevaardigden, die hem vertegenwoordigen.'.

Art.21. In artikel 29 van hetzelfde besluit worden in het eerste en in het tweede lid de woorden `12.500 euro' vervangen door de woorden `15.000 euro'.

Art.22. In artikel 30 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art.23. In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk V/1 ingevoegd dat de artikelen 31/1 tot 31/6 bevat, luidende:
  `Hoofdstuk V/1. - Subsidie voor deelname aan virtuele beurzen
  Art. 31/1. De Minister kan een subsidie aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen toekennen om ze ertoe aan te zetten deel te nemen aan virtuele beurzen.
  Wordt verstaan onder virtuele beurs, een virtueel evenement tijdens welk deelnemende ondernemingen van de betrokken economische sector hun diensten en goederen virtueel tonen en ze met klanten of prospecten afspraken kunnen plannen, zonder dat iemand zich moet verplaatsen en onafhankelijk van ieders geografische locatie. Virtuele prospecties, opleidingen, congressen, seminars en vergaderingen van beroepsorganisaties of vakverenigingen zijn uitgesloten. De virtuele beurs mag ten hoogste een maand duren.
  Art. 31/2. De inschrijvingskosten als beursexposant voor een virtueel internationaal beurs zijn de uitgaven die in aanmerking komen.
  Art. 31/3. De begunstigde neemt onder eigen naam of merknaam deel aan de virtuele beurs.
  Art. 31/4. Het subsidiepercentage bedraagt 50% van de in artikel 31/2 omschreven aanvaardbare uitgaven. De subsidie moet minstens 500 euro bedragen en mag per kalenderjaar niet hoger liggen dan 10.000 euro.
  Het maximumbedrag van 10.000 euro wordt berekend op basis van de aan de begunstigde betekende beslissingen van BEW.
  Indien de onderneming een starter is, bedraagt het in het eerste lid bedoelde subsidiepercentage 75%.
  Art. 31/5. Het aantal gesubsidieerde deelnames wordt per kalenderjaar beperkt tot vier virtuele beurzen per begunstigde.
  Art. 31/6. De begunstigde dient haar steunaanvraag in bij BEW met behulp van een typeformulier dat is opgesteld door BEW en beschikbaar is op zijn website.
  BEW ontvangt de aanvraag uiterlijk een dag voor de start van de virtuele beurs.
  Binnen veertien dagen na ontvangst van de aanvraag volgt een bevestiging ervan door BEW.
  De subsidie wordt vereffend op basis van de bewijsstukken van de gedane uitgaven.
  Binnen negentig dagen vanaf de einddatum van de virtuele beurs beschikt BEW over alle bewijsstukken.
  Het typeformulier vermeldt de aard van de bewijsstukken.
  De steunaanvragen met betrekking tot een virtuele beurs die begonnen is tussen 28 januari 2021 en 30 september 2021 kunnen ingediend worden tot 31 décember 2021. Indien de virtuele beurs afgelopen is op het moment van de indiening van de aanvraag, voegt de begunstigde de bewijsstukken bij zijn aanvraag. Indien de virtuele beurs afloopt na de indiening van de steunaanvraag, is het vijfde lid van toepassing."

Art.24. Het opschrift van hoofdstuk VIII van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  `Hoofdstuk VIII. - Subsidie voor het inschakelen van externe consultancydiensten in verband met het strategische exportplan van de onderneming '.

Art.25. In hetzelfde besluit wordt artikel 42 vervangen als volgt:
  `Art. 42. De Minister kan een subsidie toekennen aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen die een beroep willen doen op externe consultancydiensten in verband met hun strategische exportplan. De dienstverlening betreft:
  1° het bijbrengen van exporttechnieken en de oprichting van een exportcel in de onderneming;
  2° de selectie van de te verkennen markten, de aanpassing van producten of verpakking aan buitenlandse markten, studies inzake de naleving van buitenlandse regels, de berekening van exportoffertes en het opstellen van agentuur-, vertegenwoordigings- of distributieovereenkomsten;
  3° de prospectie van buitenlandse markten;
  4° een conceptvoorstel van technisch-commerciële documentatie in een andere taal dan het Nederlands of het Frans, aangepast aan de prospectie van buitenlandse markten, met uitzondering van productie- of vertaalkosten;
  5° merkdepot, registratie en certificering in het buitenland;
  6° douaneregels en -tarieven.'.

Art.26. In hetzelfde besluit wordt een artikel 42/1 ingevoegd, luidende:
  "Art. 42/1. De consultant die de opdrachten vervult in verband met de externe consultancydiensten:
  1° is een deskundige ter zake;
  2° is al sinds minstens twee jaar actief als consultant;
  3° legt een lijst met relevante referenties en een praktijkervaring voor waaruit zijn competenties voldoende blijken;
  4° is onafhankelijk van de begunstigde;
  Om te oordelen over de kwaliteit van de gekozen consultant mag BEW een externe deskundige inschakelen.
  De dienstverlenende onderneming factureert rechtstreeks bij de begunstigde en heeft het leveren van de betrokken consultancydiensten als hoofdactiviteit."

Art.27. In artikel 44 van hetzelfde besluit worden de woorden `voor merkdepot, registratie en certificering in het buitenland' opgeheven.

Art.28. In artikel 46 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende:
  `De nieuwe werknemer wordt aangeworven voor een minimumduur van twaalf opeenvolgende maanden.'.

Art.29. In hetzelfde besluit wordt artikel 47 vervangen als volgt:
  `De begunstigde van de aanwervingssteun voor een specifiek project voor export is sinds ten minste twee jaar ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen.'.

Art.30. In hetzelfde besluit wordt een artikel 47/1 ingevoegd, luidende:
  `Het BAOB geeft zijn niet-bindend advies met betrekking tot de relevantie en de kwaliteit van het ontvankelijk project op basis van de volgende documenten :
  1° een bedrijfsplan dat een voorstelling van de begunstigde en het project, een marktanalyse, de strategie van de begunstigde en een financieringsplan op basis van de ramingen van de begunstigde bevat;
  2° de beschrijving van het aan te werven profiel, in verband met het specifiek project voor export.
  Het BAOB houdt in zijn advies rekening met de volgende criteria:
  1° het bestaan van een marketpotentieel voor het project;
  2° de beroepservaring en de vaardigheden van het ondernemersteam samengesteld uit de zaakvoerders, bestuurders en het leidinggevend kader van de onderneming;
  3° de relevantie van de steun voor het succes van het project;
  4° de relevantie van het profiel van de aan te werven werknemer voor het specifiek project voor export.'.

Art.31. In artikel 50 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het tweede lid vervangen als volgt:
  `De onderneming voegt het advies van het BAOB bij de steunaanvraag.'.
  2° het vijfde lid wordt opgeheven.

Art.32. In hoofdstuk IX van hetzelfde besluit wordt een artikel 50/1 ingevoegd, luidende:
  `Art. 50/1. Indien de aangeworven werknemer in het kader van het specifiek project voor export, tijdens de gesubsidieerde periode van het project, definitief uit de dienst van de begunstigde treedt, licht de begunstigde BEW binnen de drie maanden na het einde van het contract van de aangeworven werknemer daarover in. Vanaf deze kennisgeving, beschikt de begunstigde over een termijn van zes maanden om een nieuwe werknemer aan te werven voor hetzelfde project.
  In dit geval wordt deze vervanger voor het verdere verloop van de procedure en de vereffening van de subsidie gelijkgesteld met de uit dienst getreden werknemer.
  De begunstigde beschikt slechts eenmalig over deze mogelijkheid per project gesubsidieerd in het kader van dit besluit.'.

Art.33. In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk X/1 ingevoegd dat het artikel 52/1 bevat, luidende:
  "Hoofdstuk X/1. - Activiteitenverslag
  Art. 52/1. BEW stelt jaarlijks een activiteitenverslag op over de toepassing van dit besluit tijdens het vorige kalenderjaar.
  Het verslag bevat met name een statistische uiteenzetting met betrekking tot :
  1° de ingediende steunaanvragen en de toekenningsbeslissingen per steunmaatregel ;
  2° de verdeling volgens de ligging, de grootte en de activiteitensector van de begunstigden ;
  3° de toegekende steunverhogingen ;
  4° de uitgevoerde controles.".

Art.34. Dit besluit treedt in werking op 30 september 2021,
  Artikel 23 van dit besluit heeft uitwerking met ingang van 28 januari 2021.

Art. 35. De minister van Buitenlandse Handel is belast met de uitvoering van dit besluit.