Details





Titel:

9 JULI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de wijze van communicatie tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de Vlaamse Regering in het kader van bestuurlijk toezicht en tot vaststelling van de digitale rapportering over de gegevens van de beleidsrapporten van de Vlaamse Gemeenschapscommissie



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° agentschap: het Agentschap Binnenlands Bestuur, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap Binnenlands Bestuur";
  2° beveiligde zending: een wijze van bezorging waarbij het tijdstip van verzending en aflevering van de communicatie en de integriteit van de gegevens kunnen worden vastgesteld. Daaronder wordt verstaan:
  a) het digitale loket dat beschikbaar is op de website van het agentschap;
  b) een digitale aangetekende zending;
  c) een ander digitaal systeem dan het systeem vermeld in de punten a) en b).

Art.2. De Vlaamse minister, bevoegd voor Brussel, bepaalt de specificaties voor de digitale systemen, vermeld in artikel 1, 2°, c).

Art.3. De kennisgeving en verzending, vermeld in artikel 3, eerste lid, van het decreet van 5 juli 1989 tot organisatie van het toezicht op de Vlaamse Gemeenschapscommissie, tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de Vlaamse Regering van de volgende beslissingen gebeurt met een beveiligde zending als vermeld in artikel 1, 2°, a) of c), van dit besluit:
  1° een beslissing van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en van het College;
  2° een schorsingsbesluit als vermeld in artikel 6 van het voormelde decreet;
  3° een vernietigingsbesluit als vermeld in artikel 7 van het voormelde decreet;
  4° een besluit tot goedkeuring of tot niet-goedkeuring als vermeld in artikel 8, § 2, eerste lid, van het voormelde decreet;
  5° een besluit tot verlenging als vermeld in artikel 7, vierde lid en artikel 8, § 2, eerste lid van het voormelde decreet.
  De kennisgeving en verzending, vermeld in artikel 3, eerste lid, van het voormelde decreet, van de Vlaamse Regering aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie van de volgende beslissingen kan ook gebeuren met een beveiligde zending als vermeld in artikel 1, 2°, b) van dit besluit:
  1° een schorsingsbesluit als vermeld in artikel 6 van het voormelde decreet;
  2° een vernietigingsbesluit als vermeld in artikel 7 van het voormelde decreet;
  3° een besluit tot goedkeuring of tot niet-goedkeuring als vermeld in artikel 8, § 2, eerste lid van het voormelde decreet;
  4° een besluit tot verlenging als vermeld in artikel 7, vierde lid en artikel 8, § 2, eerste lid van het voormelde decreet.

Art.4. De digitale rapportering van de gegevens, vermeld in artikel 5, vijfde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2020 over de beleids- en beheerscyclus van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, bevat al de volgende gegevens:
  1° de gegevens van de inschrijvingen in de dagboeken, vermeld in artikel 81 en 82 van het voormelde besluit;
  2° de gegevens van de aanrekeningen, vermeld in artikel 84 van het voormelde besluit;
  3° de gegevens van de boekingen, vermeld in artikel 87 en 88 van het voormelde besluit.
  De digitale rapportering, vermeld in het eerste lid, gebeurt in het formaat dat conform de technische voorwaarden is die kunnen worden geraadpleegd op de website van het agentschap.
  De digitale rapportering, vermeld in het eerste lid, kan worden aangeleverd met een beveiligde zending als vermeld in artikel 1, 2°, a).
  De digitale rapportering, vermeld in het eerste lid, kan ook rechtstreeks worden aangeleverd vanuit de lokale applicaties als voldaan wordt aan de technische voorwaarden die kunnen worden geraadpleegd op de website van het agentschap.
  De digitale rapportering, vermeld in het eerste lid, is van toepassing op de gegevens van het meerjarenplan 2022-2025, ook als dat meerjarenplan al vóór 1 januari 2022 wordt opgemaakt en vastgesteld.

Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2022.

Art. 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor Brussel, is belast met de uitvoering van dit besluit.