9 JULI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wat betreft verplaatsbare constructies voor gegroepeerde tijdelijke huisvesting van werknemers en projecten door of in opdracht van de overheid
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° punt 12° wordt vervangen door wat volgt:
"12° de volgende projecten door of in opdracht van de overheid:
a) de bebossing, natuur- en landinrichtingswerken;
b) de uitvoering van nuttig verklaarde ruilverkavelingen;
c) de uitvoering van bodemsanering;";
2° er wordt een punt 16° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"16° verplaatsbare constructies voor gegroepeerde tijdelijke huisvesting van werknemers op voorwaarde dat is voldaan aan al de voorwaarden, vermeld in artikel 3, § 2, eerste lid, 19°, van dit besluit;".
Art.2. Aan artikel 3, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2018, wordt een punt 19° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"19° de tijdelijke plaatsing van verplaatsbare constructies en de strikt noodzakelijke ontsluitingsinfrastructuur als aan al de volgende voorwaarden is voldaan:
a) de verplaatsbare constructies dienen louter voor gegroepeerde tijdelijke huisvesting van werknemers en voor bijbehorende collectieve voorzieningen tijdens de uitvoering van vergunde stedenbouwkundige handelingen van algemeen belang;
b) per cluster van verplaatsbare constructies zijn minstens dertig slaapplaatsen voorzien;
c) de verplaatsbare constructies worden geplaatst op openbaar of privaat domein van een overheid in de buurt van de vergunde handelingen, op het goed of op minder dan vijf kilometer van het goed, of binnen de werkstrook die afgebakend is in de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen;
d) de verplaatsbare constructies en de ontsluitingsinfrastructuur worden cluster per cluster verwijderd binnen dertig dagen nadat de cluster gedurende minstens twee maanden niet meer gebruikt is voor de huisvesting, vermeld in punt a), en worden uiterlijk verwijderd binnen dertig dagen na het beëindigen van de stedenbouwkundige handelingen, vermeld in punt a).".
Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.