Details





Titel:

9 JULI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van regels over de toekenning van steun aan de sportsector naar aanleiding van de COVID-19-pandemie



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - Steun aan jeugdsportclubs
Art. 4-5
HOOFDSTUK 3. - Steun aan sportactoren
Art. 6-15
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 16-17



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2022015595  2022030655 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° beleidsfocus jeugdsport: de beleidsfocus jeugdsport, vermeld in artikel 9, derde lid, 2°, a) en artikel 12 van het decreet van 10 juni 2016;
  2° decreet van 10 juni 2016: in het decreet van 10 juni 2016 houdende de erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector;
  3° omzetdaling: de daling van de omzet, exclusief de btw en de inkomsten uit ofwel sponsoring ofwel abonnementsgelden, in een periode van minimaal negen maanden gerelateerd aan het sportseizoen 2020-2021 van de sportfederatie in kwestie. Als referentieperiode geldt dezelfde periode in 2019-2020. Voor sportclubs die nog niet gestart waren in de voormelde referentieperiode, wordt de omzetdaling in de referentieperiode vergeleken met de verwachte omzet, vermeld in het financieel plan;
  4° sportclub: een sportclub die is aangesloten bij een erkende sportfederatie als vermeld in artikel 2, 11°, van het decreet van 10 juni 2016;
  5° Sport Vlaanderen: het agentschap, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 betreffende het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid "Sport Vlaanderen";
  6° tijdelijke kaderregeling: de mededeling van de Commissie (C(2020) 1863) Tijdelijke Kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak.

Art.2. De steun, vermeld in artikel 6 tot en met 14 van dit besluit, die wordt toegekend met toepassing van dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan, wordt verleend binnen de grenzen en de voorwaarden, vermeld in punt 3.1 van de tijdelijke kaderregeling.

Art.3. Op de kredieten van de begroting van Sport Vlaanderen voor het begrotingsjaar 2021 worden subsidies voor maximaal 10.000.000 euro (tien miljoen euro) toegekend aan de sportsector, als steun naar aanleiding van de COVID-19-pandemie volgens de voorwaarden, vermeld in dit besluit.

HOOFDSTUK 2. - Steun aan jeugdsportclubs
Art.4. Een totaalbedrag van maximaal 7.449.000 euro (zeven miljoen vierhonderdnegenveertigduizend euro) wordt als subsidie toegekend aan de sportfederaties waarvan voor 2020 een project voor de beleidsfocus jeugdsport is goedgekeurd op basis van het decreet van 10 juni 2016. Die subsidie heeft als doel de schade ten gevolge van de COVID-19-pandemie bij sportclubs die deelnamen aan de beleidsfocus jeugdsport van hun sportfederatie, gedeeltelijk te compenseren. De sportclubs besteden de subsidie aan de jeugdsportwerking.
  De sportfederatie, vermeld in het eerste lid, ontvangt eenmalig een subsidiebedrag dat gelijk is aan drie keer de maximale subsidie die haar is toegekend voor de beleidsfocus jeugdsport voor het werkingsjaar 2020.
  Om in aanmerking te komen voor die subsidie, bezorgt de sportfederatie, vermeld in het eerste lid, een ondertekende verklaring. Sport Vlaanderen legt daarvoor een formulier vast. In die verklaring geeft de sportfederatie te kennen dat ze een beroep wil doen op de subsidie en dat ze zich ertoe verbindt om de subsidie te verdelen aan haar sportclubs, op de wijze, vermeld in artikel 5. De verklaring wordt ingediend bij Sport Vlaanderen uiterlijk eenentwintig kalenderdagen na de dag waarop de sportfederatie het formulier heeft ontvangen.

Art.5. De sportfederatie, vermeld in artikel 4, wendt de subsidie op de volgende wijze aan:
  1° ze verdeelt het volledige subsidiebedrag procentueel over alle sportclubs die bij haar aangesloten zijn en die voor het werkingsjaar 2020 een subsidie toegekend kregen in het kader van de beleidsfocus jeugdsport van de sportfederatie. De procentuele verdeling gebeurt overeenkomstig het aandeel van de deelnemende sportclub in de subsidie uit het jeugdsportfonds 2020 van de sportfederatie in het kader van de beleidsfocus jeugdsport 2020;
  2° ze keert de subsidie aan de sportclubs uit uiterlijk zestig dagen na de dag waarop ze de subsidie heeft ontvangen.
  In afwijking van het eerste lid, 1°, komen de deelnemende sportclubs die zich in een van de rechtstoestanden bevinden, vermeld in het derde lid, 1°, b), niet in aanmerking voor de subsidie.
  In afwijking van het eerste lid, 1°, kan Sport Vlaanderen, na gemotiveerd verzoek, de sportfederatie de volgende afwijkingen toestaan:
  1° een afwijking op de mogelijke begunstigden of op de procentuele verdeling overeenkomstig het aandeel van de deelnemende sportclubs in de subsidie in het kader van de beleidsfocus jeugdsport 2020. Die afwijking moet door de sportfederatie aangevraagd worden in de volgende gevallen:
  a) er zijn deelnemende sportclubs die niet meer aangesloten zijn bij de sportfederatie;
  b) er zijn deelnemende sportclubs die zich in een van de volgende rechtstoestanden bevinden:
  1) ontbinding;
  2) stopzetting;
  3) faillissement,
  4) vereffening;
  2° een afwijking op de mogelijke begunstigden of op de procentuele verdeling overeenkomstig het aandeel van de deelnemende sportclubs in de subsidie in het kader van de beleidsfocus jeugdsport 2020, als er aan sommige deelnemende sportclubs in 2020 een extra subsidie is toegekend op basis van het reglement, vermeld in artikel 12, tweede lid, 3°, d), van het decreet van 10 juni 2016.
  Sport Vlaanderen kan steekproefsgewijs de toekenning van de subsidies aan de sportclubs, vermeld in het eerste lid, controleren.
  De sportfederaties gebruiken de teksten die Sport Vlaanderen aanreikt voor de communicatie over de subsidie aan de sportclubs, vermeld in het eerste lid, 1°.

HOOFDSTUK 3. - Steun aan sportactoren
Art.6. Een totaalbedrag van maximaal 2.551.000 euro (twee miljoen vijfhonderdeenenvijftigduizend euro) wordt voorzien als subsidie voor sportactoren.
  Sportclubs met rechtspersoonlijkheid die deelnemen aan een clubcompetitie die is voortgezet op basis van artikel 15, § 6, van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, komen in aanmerking voor een subsidie als vermeld in artikel 7 tot en met artikel 14 van dit besluit.

Art.7. Sportclubs met rechtspersoonlijkheid die deelnemen aan een clubcompetitie die is voortgezet op basis van artikel 15, § 6, van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, kunnen een subsidie aanvragen. Die subsidie heeft als doel de schade ten gevolge van de COVID-19-pandemie bij de sportclubs gedeeltelijk te compenseren.
  Binnen de grenzen van het totaalbedrag, vermeld in artikel 6, eerste lid, en onder de voorwaarden, vermeld in dit besluit, kan een sportclub, vermeld in het eerste lid, een subsidie krijgen van maximaal 150.000 euro (honderdvijftigduizend euro).

Art.8. Een sportclub als vermeld in artikel 7, komt in aanmerking voor een subsidie als vermeld in artikel 7, als al de volgende voorwaarden zijn vervuld:
  1° de clubcompetitie is in het seizoen 2020-2021 niet voortijdig definitief stopgezet. De clubcompetitie mag wel in het seizoen 2020-2021 in gewijzigde vorm zijn voortgezet op basis van artikel 15, § 6, van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
  2° de sportclub heeft met haar ploeg of ploegen deelgenomen aan de clubcompetitie. Een sportclub die tijdelijk niet heeft deelgenomen aan de clubcompetitie, kan alleen pro rata voor het aantal deelgenomen maanden in aanmerking komen voor de subsidie;
  3° de sportclub heeft een omzetdaling van minstens 60% ten gevolge van de coronamaatregelen en een omzet van minimaal 100.000 euro (honderdduizend euro) en maximaal 5.000.000 euro (vijf miljoen euro) in de referentieperiode 2019-2020, vermeld in artikel 1, 3°, van dit besluit.
  In het eerste lid, 3°, wordt verstaan onder coronamaatregelen: de federale maatregelen inzake het coronavirus en de daaruit voortvloeiende maatregelen van de bevoegde autoriteiten voor de burgerlijke veiligheid in 2020 en 2021.
  Voor de bepaling van de omzetdaling, vermeld in het eerste lid, 3°, maakt de sportclub de keuze of ze de inkomsten uit ofwel sponsoring ofwel abonnementsgelden ofwel geen van beide in mindering brengt. Deze keuze geldt ook voor de bepaling van de omzet zoals vermeld in het vierde lid.
  De subsidie aan de sportclub bedraagt 10% van de omzet in de referentieperiode, exclusief de btw en de inkomsten uit ofwel sponsoring ofwel abonnementsgelden, met een maximum van 150.000 euro (honderdvijftigduizend euro). De coronagerelateerde subsidies die de sportclubs al van het agentschap Innoveren en Ondernemen hebben ontvangen, worden in mindering gebracht van het maximale bedrag van 150.000 euro (honderdvijftigduizend euro) aan subsidie dat de sportclub kan ontvangen.
  Voor het bepalen van de omzet, vermeld in het eerste lid, 3°, en het derde lid, kan de omzet van de sportgerelateerde rechtspersonen mee in rekening worden genomen. Voor het bepalen van de omzetdaling, vermeld in het eerste lid, 3°, kan de omzetdaling van de sportgerelateerde rechtspersonen mee in rekening worden genomen. Onder sportgerelateerde rechtspersoon wordt verstaan: de rechtspersoon die een rechtstreekse en aantoonbare relatie heeft met de sportclub ten behoeve van de sportieve werking.
  Sport Vlaanderen beoordeelt de ingediende aanvraagdossiers en laat zich adviseren door een of meer externe experten om de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 3°, te beoordelen en om het subsidiebedrag, vermeld in het derde lid, te bepalen.

Art.9. De volgende sportclubs komen niet in aanmerking voor de subsidie, vermeld in artikel 7:
  1° sportclubs die zich in een van de volgende rechtstoestanden bevinden:
  a) ontbinding;
  b) stopzetting;
  c) faillissement;
  d) vereffening;
  2° sportclubs die op 30 september 2020 niet over een actieve exploitatiezetel in het Nederlandstalige taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad beschikken;
  3° sportclubs die een onderneming in moeilijkheden zijn als vermeld in punt 22, c, van de tijdelijke kaderregeling.

Art.10. De sportclub kan bij Sport Vlaanderen één keer een aanvraag indienen voor een subsidie als vermeld in artikel 7. Die aanvraag wordt ingediend op de wijze die Sport Vlaanderen bepaalt. De subsidieaanvraag kan worden ingediend ten laatste vier weken na de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
  De sportclub vermeldt in de aanvraag, vermeld in het eerste lid, haar ondernemingsnummer en toont aan dat ze voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 8, eerste lid, 2° en 3°.

Art.11. De Vlaamse minister, bevoegd voor de sport, beslist over de toekenning van de subsidie, vermeld in artikel 7, na advies van Sport Vlaanderen. Als het totaal van de toe te kennen subsidies meer bedraagt dan het beschikbare budget, wordt een procentuele correctiefactor toegepast.
  Sport Vlaanderen brengt de subsidieaanvragers schriftelijk op de hoogte van de beslissing.

Art.12. De subsidie, vermeld in artikel 7, wordt uitbetaald op een rekeningnummer bij een in België gevestigde kredietinstelling op naam van de begunstigde sportclub. De begunstigde sportclub is verantwoordelijk voor de naleving van de voorwaarden op basis waarvan de subsidie is toegekend.

Art.13. De subsidie, vermeld in artikel 7, is intuitu personae en kan niet overgedragen worden aan een derde.

Art.14. Sport Vlaanderen en experten die Sport Vlaanderen aanstelt, kunnen voorafgaandelijk aan en tot vijf jaar na de uitbetaling van de subsidie de waarachtigheid van de omzet en omzetdaling die de sportclub rapporteert, controleren op basis van de administratieve gegevens en van de boekhouding, jaarrekeningen of btw-aangiftes van de sportclub.
  Als fraude binnen de werking van de sportclub wordt vastgesteld of vermoed, kan Sport Vlaanderen bijkomende informatie opvragen en, al dan niet via een of meer externe experten, een controle uitvoeren.
  Er kan ook bijkomende informatie opgevraagd worden bij de federale of Vlaamse gegevensbronnen.

Art.15. Het restbedrag van de subsidie waarin voorzien is in artikel 6, eerste lid, en dat niet kan worden uitgekeerd aan sportclubs, vermeld in artikel 7, kan worden verdeeld onder actoren binnen de sportsector en kan in voorkomend geval worden verhoogd met het restbedrag van de subsidie, vermeld in hoofdstuk 2.

HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.16. Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 17. De Vlaamse minister, bevoegd voor de sport, is belast met de uitvoering van dit besluit.