Details





Titel:

30 MEI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 31 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 31 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 januari 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° worden de bepalingen onder I., vervangen als volgt:

  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 02-07-2021, p. 67016)
  3° de bepalingen onder II., 2.1.1., worden aangevuld met 3 leden, luidende:
  "Voor elke aangerekende verstrekking uit 1.1 moet naast het nomenclatuurnummer van de verstrekking, ook de pseudocode van de uitzondering geattesteerd worden. Indien geen uitzondering van toepassing is en spraakaudiometrie mogelijk is, moet pseudocode 706414-706425 worden geattesteerd.
  Indien geen uitzondering van toepassing is en spraakaudiometrie om medische redenen onmogelijk uit te voeren is bij rechthebbende wordt, naast het nomenclatuurnummer van de verstrekking uit 1.1., pseudocode 716413-716424 geattesteerd.
  Indien meer dan één uitzondering van toepassing is wordt enkel de eerste uitzondering door middel van een pseudocode geattesteerd naargelang de volgorde opgenomen in 2.1.2. Uitzondering a heeft voorrang op uitzonderingen b, c en d; uitzondering b heeft voorrang op uitzonderingen c en d en uitzondering c heeft voorrang op uitzondering d."
  4° In II., worden de bepalingen onder 2.1.2., vervangen als volgt:
  "2.1.2. Uitzonderingen
  Een verzekeringstegemoetkoming voor een toerusting ter correctie van het gehoor wordt eveneens toegestaan bij een gehoorverlies van minder dan 40 dB (gemiddelde van de metingen tegen de frequenties van 1 000, 2 000 en 4 000 Hertz) aan het toe te rusten oor wanneer:
  a. Bij de rechthebbende op basis van een tonale audiometrie het gemiddelde gehoorverlies minstens 40 dB bedraagt op het gemiddelde van drie van de vijf volgende frequentiezones : 250/500/1 000/2 000/ 4 000 Hz.
  Indien spraakaudiometrie kan uitgevoerd worden bij rechthebbende wordt naast het nomenclatuurnummer van de verstrekking uit 1.1. pseudocode 706436-706440 geattesteerd. Indien spraakaudiometrie om medische redenen onmogelijk uit te voeren is bij rechthebbende wordt naast het nomenclatuurnummer van de verstrekking uit 1.1. pseudocode 716435-716446 geattesteerd.
  b. Bij de rechthebbende, jonger dan 18 jaar, een permanent - minstens 3 maanden - gehoorverlies is vastgesteld en waarbij ofwel het gehoorverlies een negatieve invloed heeft op de spraak- of taalontwikkeling ofwel er een verband is tussen het gehoorverlies en een schoolse achterstand.
  De voorschrijvende arts-specialist voor otorhinolaryngologie documenteert in het medisch dossier van de rechthebbende het permanent gehoorverlies en de invloed ervan op de spraak- of taalontwikkeling of op de schoolse achterstand. Deze informatie kan door de adviserend arts en/of de Dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering worden opgevraagd.
  Indien spraakaudiometrie kan uitgevoerd worden bij rechthebbende wordt naast het nomenclatuurnummer van de verstrekking uit 1.1. pseudocode 706451-706462 geattesteerd. Indien spraakaudiometrie om medische redenen onmogelijk uit te voeren is bij rechthebbende wordt naast het nomenclatuurnummer van de verstrekking uit 1.1. pseudocode 716450-716461 geattesteerd.
  c. Bij de rechthebbende op basis van een tonale audiometrie de permanente air-bone gap minstens 30 dB bedraagt op het gemiddelde van drie van de vijf volgende frequentiezones : 250/500/1 000/2 000/4 000 Hz. Deze air-bone gap is onafhankelijk van het gehoorverlies in luchtgeleiding.
  Indien spraakaudiometrie kan uitgevoerd worden bij rechthebbende wordt naast het nomenclatuurnummer van de verstrekking uit 1.1. pseudocode 706473-706484 geattesteerd. Indien spraakaudiometrie om medische redenen onmogelijk uit te voeren is bij rechthebbende wordt naast het nomenclatuurnummer van de verstrekking uit 1.1. pseudocode 716472-716483 geattesteerd.
  d. De rechthebbende tot de 65ste verjaardag die bij een spraak in ruis test 3 dB slechter scoort dan de norm. De norm geldt voor de specifieke spraaklijst die genormeerd moet zijn voor spraakaudiometrie in ruis. Spraak in ruis test bepaald de signaal ruis verhouding voor 50 % score afgenomen onder hoofdtelefoon met spraak en ruis aangeboden aan hetzelfde oor (ipsilateraal) en met een ruisniveau van 60 dBSPL.
  Deze regel is ook van toepassing voor rechthebbenden die op het moment van de aflevering ouder zijn dan 65 jaar maar waarop bovengenoemde regel reeds van toepassing was vóór hun 65ste verjaardag.
  Bij een stereo aanpassing, wanneer minstens voor één oor een van bovenstaande uitzonderingen van toepassing is, dient de nomenclatuurcode voor uitzonderingsregels gebruikt te worden bij de aanvraag.
  Indien spraakaudiometrie kan uitgevoerd worden bij rechthebbende wordt naast het nomenclatuurnummer van de verstrekking uit 1.1. pseudocode 706495-706506 geattesteerd. Indien spraakaudiometrie om medische redenen onmogelijk uit te voeren is bij rechthebbende wordt naast het nomenclatuurnummer van de verstrekking uit 1.1. pseudocode 716494-716505 geattesteerd.".

Art.2. § 1. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van het kalenderkwartaal na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
  § 2. Met betrekking tot de inwerkingtreding van dit besluit gelden de volgende overgangsbepalingen:
  1° Voor alle hoortoestellen voorgeschreven voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit maar afgeleverd na deze datum dienen zowel de nomenclatuurcode als de pseudocode gebruikt te worden, zoals bepaald in artikel 1, 2°, 3° en 4° ;
  2° De juiste combinatie tussen nomenclatuurcode en pseudocode wordt bepaald aan de hand van de concordantietabel goedgekeurd door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Art. 3. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.