Details





Titel:

29 APRIL 2021. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de hulpverlening aan de jeugd in het kader van de tweede golf van de COVID-19-crisis(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-05-2021 en tekstbijwerking tot 19-08-2022)



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2022015410 



Artikels:

Artikel 1.Voor de jaren [1 2020, 2021 en 2022]1, in afwijking van artikel 56, § 3, tweede lid, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 december 2018 betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de diensten bedoeld in artikel 139 van het decreet van 18 januari 2018 houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming, kunnen de residentiële diensten tot 15% van het bedrag van de subsidie voor werkingskosten halen uit de subsidie voor personeelskosten en dit bedrag gebruiken voor werkingskosten.
  Voor de jaren [1 2020, 2021 en 2022]1, in afwijking van artikel 56, § 3, derde lid, van het bovenvermelde besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 december 2018, kunnen de niet-residentiële diensten tot 10% van het bedrag van de subsidie voor werkingskosten halen uit de subsidie voor personeelskosten en dit bedrag gebruiken voor werkingskosten.
  ----------
  (1)<BFG 2022-07-06/07, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2022>

Art.2.Voor de jaren [1 2020, 2021 en 2022]1, in afwijking van artikel 27, § 3, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 13 februari 2019 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de toekenning van subsidies voor de vormings- en vervolmakingsdiensten bedoeld in artikel 145 van het decreet van 18 januari 2018 houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming, kunnen de opleidingsdiensten tot 10% van het bedrag van de subsidie voor werkingskosten halen uit de subsidie voor personeelskosten en dit bedrag gebruiken voor werkingskosten.
  ----------
  (1)<BFG 2022-07-06/07, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2022>

Art.3. Voor het jaar 2020 wordt het bedrag van 5.700 euro bedoeld in artikel 11, § 3, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 januari 2019 betreffende de subsidies en tegemoetkomingen voor individuele kosten in verband met de tenlasteneming van kinderen en jongeren tot 11.400 euro verhoogd. Dit bedrag is uitsluitend bestemd om de dagelijkse onderhouds- en opvoedingskoten van het kind of de jongere te dekken.

Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2020.

Art. 5. De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd is belast met de uitvoering van dit besluit.