22 APRIL 2021. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van een specifieke toelage voor de sector personenvervoer
Art. 1-10
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° het decreet: het decreet van 11 maart 2004 betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen;
2° de Minister: de Minister bevoegd voor Economie;
3° de onderneming: de zeer kleine, kleine of middelgrote onderneming bedoeld in artikel 3, §§ 3 en 5, van het decreet, evenals de natuurlijke persoon die een activiteit in hoofdberoep uitoefent en die, rekening houdend met zijn beroepsinkomsten, sociale bijdragen dient te betalen;
4° de NACE-BEL-code: de activiteitennomenclatuur uitgewerkt door het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NACE-BEL 2008) in ééngemaakt Europees verband, opgelegd bij Verordening (EEG) nr. 3037/90 van 9 oktober 1990 van de Raad betreffende de statistieke nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap, gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 761/93 van de Commissie van 24 maart 1993, bij Verordening (EG) nr. 29/2002 van 19 december 2001, bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europese Parlement en van de Raad van 29 september 2003 en bij Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europese Parlement en van de Raad van 20 december 2006;
5° de Administratie: de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling en Onderzoek;
6° het webplatform: de webtoepassing bedoeld in artikel 1, § 1, eerste lid, 6°, van het decreet van 21 december 2016 houdende de toekenning van steun via een in het Waalse Gewest geïntegreerd steunportfolio aan projectontwikkelaars en kleine en middelgrote ondernemingen, ter vergoeding van de diensten ter bevordering van het ondernemerschap of de groei, en strekkende de oprichting van een databank van authentieke bronnen die verbonden is met die geïntegreerde portefeuille, die toegankelijk is op https://indemnitecovid.wallonie.be;
7° de tijdelijke kaderregeling : de mededeling van de Commissie van 19 maart 2020 in verband met de tijdelijke omkadering van de staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie in de actuele context van de wijdverspreide COVID-19 epidemie, laatst gewijzigd op 28 januari 2021.
Art.2. De gezondheidscrisis gebonden aan het coronavirus COVID-19 wordt door de Regering erkend als een buitengewone gebeurtenis in de zin van artikel 10 van het decreet.
Art.3. Volgens de door de Minister vastgestelde modaliteiten wordt een specifieke toelage overeenkomstig de in punt 22 van de tijdelijke kaderregeling bedoelde voorwaarden toegekend aan de onderneming:
1° die vóór 1 januari 2021 in het Waalse Gewest eigenaar is van een vestigingseenheid als bedoeld in artikel I.2., 16°, van Boek I van het Wetboek van economisch recht;
2° waarvan de hoofdactiviteit onder de NACE-BEL-code 49.310 of 49.390 valt;
3° die over de laatste drie kwartalen van 2020 een omzetverlies van ten minste 50% ten opzichte van de laatste drie kwartalen van 2019 laat zien;
4° die kan bewijzen dat haar voertuig of haar voertuigen stilstaat/stilstaan;
5° die geen onderneming in moeilijkheden was op 31 december 2019 in de zin van artikel 2, punt 18, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, hierna Verordening (EU) 651/201 genoemd, worden verklaard;
6° die, met inbegrip van de in dit besluit bedoelde specifieke toelage, niet meer dan 1 800 000 EUR aan steun uit hoofde van punt 22 van de tijdelijke kaderregeling heeft ontvangen.
Een voertuig wordt geacht stil te staan in de zin van het eerste lid, 4°, indien het normale gebruik ervan aanzienlijk wordt belemmerd door de maatregelen die door de verschillende regeringsniveaus zijn genomen in verband met de COVID-19 crisis.
De in het eerste lid bedoelde specifieke toelage kan slechts eenmaal per onderneming ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen worden toegekend, overeenkomstig boek III, Titel 2, hoofdstuk 1, van het Wetboek van Economisch recht.
Art.4. Het bedrag van de specifieke toelage stemt overeen met 5 % van de aankoopwaarde, exclusief btw, van elk voertuig bij stilstand, overeenkomstig artikel 3, lid 1, 4°, dat op 18 maart 2020 tot het vermogen van de onderneming behoorde.
Een voertuig dat op grond van een huurkoopovereenkomst of een huur- of leasingovereenkomst wordt gehouden, wordt ook beschouwd als een voertuig dat deel uitmaakt van het vermogen van de onderneming.
De specifieke toelage is beperkt tot 500.000 euro per onderneming.
De Minister kan de bewijsstukken vaststellen die de relevante analyse van de ingediende aanvragen mogelijk maken, waaronder met name de bewijsstukken aan de hand waarvan de onderneming kan aantonen dat een voertuig stilstaat.
Art.5. Volgens de door de Minister vastgestelde modaliteiten dient de onderneming via een formulier op het webplatform haar aanvraag voor een specifieke toelage in bij de Administratie.
Bij het indienen van het dossier op het webplatform moet de onderneming ten minste de volgende informatie verstrekken :
1° haar nummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen;
2° de NACE-BEL- code voor de activiteit waarvoor de onderneming de specifieke tegemoetkoming aanvraagt;
3° een verklaring op erewoord die op het webplatform ingevuld moet worden;
4° het rekeningnummer van de onderneming.
De onderneming verklaart ten minste door middel van de verklaring op erewoord dat zij de in de tijdelijke kaderregeling vastgestelde maxima, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, 4°, niet overschrijdt en dat haar voertuigen waarvoor de specifieke toelage wordt gevraagd, stilstaan.
De Administratie kan gebruik maken van de databanken die authentieke bronnen vormen om alle gegevens te verkrijgen die nodig zijn voor het onderzoek van het dossier.
Art.6. De beslissing over de ontvankelijkheid, de betaling, de controle en invordering van de specifieke toelagen wordt genomen door elk personeelslid van niveau A zoals omschreven in het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode, dat door de directeur-generaal van de Administratie wordt aangewezen.
Art.7. Het in artikel 6 bedoelde personeelslid van niveau A analyseert de aanvraag voor een specifieke toelage en, indien de aanvraag niet ontvankelijk is, schorst hij de aanvraag voor de specifieke toelage en brengt hij de onderneming op de hoogte, die haar aanvraag kan aanvullen en indienen voor een nieuw onderzoek naar de ontvankelijkheid.
Als het dossier niet wordt aangevuld en onderworpen aan een nieuw ontvankelijkheidsonderzoek binnen een termijn van één maand te rekenen van de datum van schorsing, dan wordt de aanvraag voor de specifieke toelage definitief vernietigd.
Indien de aanvraag aan de gestelde voorwaarden voldoet, wordt de onderneming er elektronisch van in kennis gesteld dat de specifieke toelage wordt toegekend.
De Administratie stelt de onderneming ervan in kennis dat de specifieke toelage wordt toegekend op grond van de tijdelijke kaderregeling.
Art.8. De Administratie publiceert de relevante informatie, vermeld in bijlage III en in overeenstemming met artikel 9 van Verordening (EU) nr. 651/2014, over elke specifieke toelage van meer dan 100 000 euro die op grond van dit besluit wordt toegekend, binnen twaalf maanden na de datum van toekenning via het IT-instrument van de Europese Commissie.
De Administratie bewaart alle gegevens die nodig zijn om vast te stellen of aan de gestelde voorwaarden is voldaan, gedurende een periode van tien jaar na de toekenning van de specifieke toelage. De Administratie geeft deze informatie door aan de Europese Commissie indien deze daarom verzoekt.
Art.9. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
Art. 10. De Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.