9 MEI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 oktober 2017 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7 en houdende de omzetting van de richtlijn (EU) 2018/1846 van de Commissie van 23 november 2018 tot aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land en van de gedelegeerde Richtlijn van de Commissie van 2 oktober 2020 tot aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad
Art. 1-3
Artikel 1. Dit besluit zet richtlijn (EU) 2018/1846 van de Commissie van 23 november 2018 tot aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land en de gedelegeerde richtlijn 2020/1833 (EU) van de Commissie van 2 oktober 2020 tot aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad om, voor wat betreft het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7.
Art.2. In artikel 1, 1° van het koninklijk besluit van 22 oktober 2017 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7 worden de woorden "en uitvoeringsbesluit 2018/936 van 29 juni 2018" vervangen door de woorden ", uitvoeringsbesluit 2018/936 van 29 juni 2018, richtlijn (EU) 2018/1846 van de Commissie van 23 november 2018 tot aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land en de gedelegeerde richtlijn 2020/1833 (EU) van de Commissie van 2 oktober 2020 tot aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad ".
Art. 3. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.