19 MAART 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering over de vergoeding voor de opvang van in beslag genomen dieren, de subsidiëring van de erkende dierenasielen en het verhalen op de verantwoordelijke van de kosten voor inbeslagname van dieren(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-04-2021 en tekstbijwerking tot 08-06-2023)
HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. -Subsidie
Afdeling 1. - Algemeen
Art. 2-3
Afdeling 2. - Professionalisering
Art. 4
Afdeling 3. - Aantal opvangplaatsen
Art. 5
Afdeling 3/1 [1 Aantal geadopteerde dieren ]1
Art. 5/1
Afdeling 4. - Procedure
Art. 6-7
HOOFDSTUK 3. - Vergoeding van een erkend dierenasiel voor de opvang van in beslag genomen dieren
Art. 8
HOOFDSTUK 4. - Vergoeding door de verantwoordelijke
Art. 9
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 10-12
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:
1° erkend dierenasiel: het dierenasiel dat conform artikel 5 van de wet van 14 augustus 1986 is erkend;
2° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn;
3° wet van 14 augustus 1986: de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren;
[1 4° dienst: de subentiteit van het Departement Omgeving die bevoegd is voor het dierenwelzijn.]1
----------
(1)<BVR 2022-01-14/11, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 28-01-2022>
HOOFDSTUK 2. -Subsidie
Afdeling 1. - Algemeen
Art.2.§ 1. Binnen de perken van de begrotingskredieten kunnen de erkende dierenasielen aanspraak maken op de jaarlijkse werkingssubsidies, vermeld in dit hoofdstuk.
De subsidies, vermeld in dit hoofdstuk, worden alleen gebruikt voor de werking van het erkende dierenasiel. De dienst kan een verantwoordingsnota opvragen over het gebruik van de subsidies [1 en kan de bewijsstukken opvragen over de gegevens die zijn opgenomen in de subsidieaanvraag ]1.[1 Het erkende dierenasiel bezorgt de verantwoordingsnota en de bewijsstukken op eenvoudig verzoek van de dienst onmiddellijk aan de dienst.]1
§ 2. De bedragen, vermeld in dit hoofdstuk, worden jaarlijks geïndexeerd volgens de volgende formule, waarbij het indexcijfer gebaseerd wordt op de gezondheidsindex: (bedrag vermenigvuldigd met nieuw indexcijfer) gedeeld door het indexcijfer van [1 december 2022]1. Met de gezondheidsindex wordt de afgevlakte gezondheidsindex bedoeld, vermeld in artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen.
[1 In afwijking van het eerste lid worden de bedragen, vermeld in artikel 5/1, vanaf 1 januari 2024 jaarlijks geïndexeerd conform het eerste lid.]1
----------
(1)<BVR 2023-05-26/03, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
Art.3.
<Opgeheven bij BVR 2023-05-26/03, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
Afdeling 2. - Professionalisering
Art.4.Een erkend dierenasiel komt in aanmerking voor een forfaitaire [1 basissubsidie]1 van drieduizend euro als het voldoet aan al de volgende voorwaarden:
1° het erkende dierenasiel is ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen [2 aan de hand van NACE-code 94.9992;
2° in het erkende dierenasiel werken ten minste twee personen [3 ...]3;
3° het erkende dierenasiel voert een gezond financieel beleid [4 dat diverse inkomstenbronnen bevat]4, beschikt over een transparante financiële werking, voert een [5 realistische begroting]5 en beschikt over financiële jaarverslagen;
4° het erkende dierenasiel verbindt zich ertoe om in het jaar waarin de subsidieaanvraag wordt ingediend, [6 telefonisch bereikbaar en beschikbaar te zijn tussen 9u en 17u]6 om in beslag genomen dieren [7 te transporteren en]7 op te vangen, en ondertekent de intentieverklaring daarover die de dienst op zijn website ter beschikking stelt.
[8 5° het gebruikt het computerprogramma Animal Shelter;]8
[8 6° als er te adopteren dieren zijn, biedt het dierenasiel minstens 75% van de te adopteren dieren ter adoptie aan via de website adopteereendier.be;]8
[9 7° het erkende dierenasiel deelt via het computerprogramma Animal Shelter mee hoeveel vrije plaatsen per diersoort er in het dierenasiel beschikbaar zijn; ]9
[10 8° de vaste personeelsleden in loondienst die voltijds tewerkgesteld zijn en instaan voor de verzorging van de dieren, zijn in het bezit van een diploma of getuigschrift als vermeld in artikel 5, § 1, van het koninklijk besluit van 27 april 2007 houdende erkenningsvoorwaarden voor inrichtingen voor dieren en de voorwaarden inzake de verhandeling van dieren.]10
----------
(1)<BVR 2023-05-26/03, art. 3,1°, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
(2)<BVR 2023-05-26/03, art. 3,2°, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
(3)<BVR 2023-05-26/03, art. 3,3°, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
(4)<BVR 2023-05-26/03, art. 3,4°, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
(5)<BVR 2023-05-26/03, art. 3,5°, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
(6)<BVR 2023-05-26/03, art. 3,6°, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
(7)<BVR 2023-05-26/03, art. 3,7°, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
(8)<BVR 2023-05-26/03, art. 3,8°, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
(9)<BVR 2023-05-26/03, art. 3,9°, 004; Inwerkingtreding : onbepaald >
(10)<BVR 2023-05-26/03, art. 3,10°, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2025>
Afdeling 3. - Aantal opvangplaatsen
Art.5.Een erkend dierenasiel [2 "dat voldoet aan de voorwaarden van artikel 4,]2 komt in aanmerking voor een [2 aanvullend]2 subsidie naargelang [2 de beschikbare opvangcapaciteit op het grondgebied van het Vlaamse Gewest]2. De totale subsidie bedraagt maximaal driehonderdduizend euro. Dat bedrag is jaarlijks te verdelen onder de erkende dierenasielen die in aanmerking komen [2 , waarbij het erkende dierenasiel dat in aanmerking komt voor de subsidie, maximaal vijfendertigduizend euro kan ontvangen]2.
Het bedrag van de subsidie wordt bepaald op basis van de opvangcapaciteit van het erkende dierenasiel [2 zoals opgenomen in de erkenningsaanvraag, vermeld in artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 27 april 2007 houdende erkenningsvoorwaarden voor inrichtingen voor dieren en de voorwaarden inzake de verhandeling van dieren]2. Enkel de opvangcapaciteit op de terreinen van het dierenasiel wordt hierbij in rekening gebracht.
De minister bepaalt de verdeelsleutel die toegepast wordt op het bedrag, vermeld in het eerste lid, rekening houdend met de oppervlakte per categorie van opvangplaats waarin dieren worden opgevangen. De voormelde categorieën zijn de volgende:
1° weiden;
2° stallen;
3° aquaria;
4° hondenverblijven;
5° kattenverblijven;
6° [1 konijnen- en knaagdierenverblijven;]1
7° terraria;
8° vijvers;
9° volières.
----------
(1)<BVR 2022-01-14/11, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 28-01-2022>
(2)<BVR 2023-05-26/03, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
Afdeling 3/1 [1 Aantal geadopteerde dieren ]1
----------
(1)
Art.5/1.[1 . Een erkend dierenasiel dat voldoet aan de voorwaarden van artikel 4, komt in aanmerking voor een aanvullende subsidie op basis van het aantal geadopteerde dieren in het jaar vóór het jaar waarin de subsidieaanvraag, vermeld in artikel 6, wordt ingediend. De totale subsidie bedraagt maximaal honderdvijftigduizend euro. Het voormelde bedrag is jaarlijks te verdelen onder de erkende dierenasielen die in aanmerking komen, waarbij het erkende dierenasiel dat in aanmerking komt voor de subsidie, maximaal zeventienduizend vijfhonderd euro kan ontvangen.
De minister bepaalt de verdeelsleutel die toegepast wordt op het bedrag, vermeld in het eerste lid, per diersoort of groep van diersoorten die wordt opgevangen. De voormelde soorten of groepen van soorten zijn de volgende:
1° honden;
2° katten;
3° konijnen en knaagdieren;
4° pluimvee;
5° vogels;
6° paarden, pony's, ezels en runderen;
7° geiten, schapen en varkens;
8° reptielen en amfibieën;
9° vissen;
10° andere dieren.
Het subsidiebedrag dat het erkende dierenasiel krijgt, wordt bepaald op basis van de gegevens die het erkende dierenasiel heeft ingevoerd in het computerprogramma Animal Shelter of heeft verleend via de jaarlijkse bevraging, vermeld in artikel 26/11 van het koninklijk besluit van 27 april 2007 houdende erkenningsvoorwaarden voor inrichtingen voor dieren en de voorwaarden inzake de verhandeling van dieren.
De verdeelsleutel, vermeld in het tweede lid, houdt rekening met een correctiefactor van 150% voor in beslag genomen dieren die met toepassing van artikel 42, § 2, van de wet van 14 augustus 1986 in volle eigendom zijn gegeven aan het erkende dierenasiel.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2023-05-26/03, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
Afdeling 4. - Procedure
Art.6.Het erkende dierenasiel dient uiterlijk op [1 31 maart]1 van ieder jaar een subsidieaanvraag in bij de dienst. Het erkende dierenasiel gebruikt daarvoor het formulier dat de dienst op zijn website ter beschikking stelt. [1 Wanneer de subsidieaanvraag tijdig werd ingediend maar onvolledig is, vraagt de dienst de ontbrekende informatie op. Het asiel bezorgt deze informatie aan de dienst uiterlijk binnen de 7 dagen na de datum van de vraag tot vervollediging, bij gebreke waaraan de aanvraag als onvolledig wordt verworpen.]1
De dienst beslist over de toekenning van de subsidie [1 uiterlijk op 31 mei van ieder jaar waarin het de subsidieaanvragen heeft ontvangen]1. De dienst brengt het erkende dierenasiel op de hoogte van die beslissing uiterlijk vijftien dagen nadat hij de beslissing heeft genomen.
[2 In afwijking van het eerste en tweede lid dienen de erkende dierenasielen voor het jaar 2023 uiterlijk op 30 juni 2023 een subsidieaanvraag in bij de dienst, waarna de dienst uiterlijk op 31 augustus 2023 beslist over de toekenning van de subsidie.]2
----------
(1)<BVR 2022-01-14/11, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 28-01-2022>
(2)<BVR 2023-03-24/02, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 30-03-2023>
Art.7.Onder voorbehoud van artikel 13 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, kan [1 de dienst]1 in de volgende gevallen de subsidie volledig of gedeeltelijk [1 terugvorderen]1:
1° de erkenning van het erkende dierenasiel wordt ingetrokken of stopgezet in het jaar waarin de subsidie is toegekend;
2° de subsidieaanvraag bevat onjuiste informatie;
3° de middelen zijn aangewend voor andere doeleinden dan de doeleinden, vermeld in artikel 2.
----------
(1)<BVR 2023-05-26/03, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
HOOFDSTUK 3. - Vergoeding van een erkend dierenasiel voor de opvang van in beslag genomen dieren
Art.8.§ 1. [2 Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten maakt het erkende dierenasiel dat de dieren opvangt die conform artikel 42, § 1, van de wet van 14 augustus 1986 in beslag genomen zijn, conform artikel 42, § 1, vierde en vijfde lid, van de voormelde wet aanspraak op de volgende vergoedingen voor de opvang van de dieren en de kosten die verbonden zijn aan de opvang:
1° een dagvergoeding;
2° een transportvergoeding;
3° een vergoeding voor de kosten die verbonden zijn aan de kattensterilisatie, als de sterilisatie wettelijk verplicht is en als de dieren met toepassing van artikel 42, § 2, van de wet van 14 augustus 1986 in volle eigendom worden gegeven aan het erkende dierenasiel;
4° een vergoeding voor de kosten die verbonden zijn aan de identificatie en registratie, als de identificatie en registratie wettelijk verplicht zijn;
5° een vergoeding voor de kosten die verbonden zijn aan de vaccinaties, als de vaccinaties wettelijk verplicht zijn en als de dieren met toepassing van artikel 42, § 2, van de wet van 14 augustus 1986 in volle eigendom worden gegeven aan het erkende dierenasiel;
6° een vergoeding voor de kosten die verbonden zijn aan de opmaak van een paspoort, als dat paspoort wettelijk verplicht is;
7° een vergoeding voor de opmaak van het diergeneeskundig verslag dat opgesteld wordt op verzoek van de personen, vermeld in artikel 34, § 1, van de wet van 14 augustus 1986, als het diergeneeskundig verslag wordt bezorgd aan de dienst binnen veertien dagen nadat de vraag wordt gesteld. Voor de opmaak van het diergeneeskundig verslag wordt gebruik gemaakt van het formulier dat de dienst daarvoor ter beschikking stelt op zijn website.
De minister bepaalt het bedrag van de vergoedingen, vermeld in het eerste lid]2.
§ 2. Overeenkomstig artikel 42, § 1, derde lid, van de wet van 14 augustus 1986 bezorgt het erkende dierenasiel aan de dienst een overzicht van de dieren die conform artikel 42, § 1, van de voormelde wet in beslag genomen zijn en die het opvangt. Het erkende dierenasiel vermeldt daarbij ook de tijdsduur waarin het de dieren gedurende de inbeslagname heeft opgevangen en in voorkomend geval [2 de informatie en de bewijsstukken die nodig zijn om de transportvergoeding om dieren op te halen en de overige kosten, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3° tot en met punt 6°, te bepalen]2.
De informatie, vermeld in het eerste lid, wordt [1 per dossier]1 ingediend bij de dienst [1 uiterlijk zes maanden nadat het erkende dierenasiel is ingelicht van de beslissing die is genomen met toepassing van artikel 42, § 2, van de wet van 14 augustus 1986"]1. Het erkende dierenasiel gebruikt daarvoor het formulier dat de dienst op zijn website ter beschikking stelt.
De dienst betaalt de vergoeding binnen dertig dagen na de dag waarop hij het formulier, vermeld in het tweede lid, heeft ontvangen.
----------
(1)<BVR 2023-03-24/02, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2023>
(2)<BVR 2023-05-26/03, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
HOOFDSTUK 4. - Vergoeding door de verantwoordelijke
Art.9. Conform artikel 42, § 5, van de wet van 14 augustus 1986 verhaalt de dienst de kosten die verbonden zijn aan de maatregelen die worden genomen met toepassing van artikel 42, § 1, § 2 en § 4, van de voormelde wet, op de verantwoordelijke van het dier op basis van de tarieven die de minister vaststelt.
In het eerste lid wordt verstaan onder verantwoordelijke: de verantwoordelijke, vermeld in artikel 3, 24°, van de wet van 14 augustus 1986.
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art.10. Artikel 3 van het decreet van 29 januari 2021 tot wijziging van artikel 5 en 42 van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren treedt in werking op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit.
Art.11. Dit besluit treedt in werking op datum van 1 mei 2021.
Art. 12. De Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn, is belast met de uitvoering van dit besluit.