1 APRIL 2021. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van artikel 86 van het decreet van 8 februari 2018 betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen voor het jaar 2020
Art. 1-6
Artikel 1. Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, ervan.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder "het decreet van 8 februari 2018", het decreet van 8 februari 2018 betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen.
Art.3. Voor het jaar 2020 worden de in de artikelen 11 tot 13 en 122 tot 124 van het decreet van 8 februari 2018 bedoelde toeslagen op de kinderbijslag als volgt aan het begunstigde kind toegekend en aan de bijslagtrekkende uitbetaald:
1° in geval van uitbetaling van de toeslagen bedoeld in de artikelen 11 tot 13 en 122 tot 124 van het decreet van 8 februari 2018 zonder onderbreking voor het jaar 2020, wordt de toeslag definitief en geldig uitbetaald voor het volledige jaar 2020, indien de andere toekenningsvoorwaarden dan de inkomensmaxima, vervuld zijn;
2° indien op 30 juni 2020 geen toeslag als bedoeld in de artikelen 11 tot 13 en 122 tot 124 van het decreet van 8 februari 2018 is uitbetaald, of indien een toeslag als bedoeld in de artikelen 11 tot 13 en 122 tot 124 van het decreet van 8 februari 2018 in bepaalde maanden is uitbetaald of in de loop van 2020 is onderbroken, wordt de toekenning van toeslagen voor een volledig jaar schriftelijk aangevraagd bij het kinderbijslagfonds waarbij de aanvrager is aangesloten. Het Kinderbijslagfonds extrapoleert het jaarinkomen op basis van de opgegeven inkomens. Indien de geëxtrapoleerde inkomens lager zijn dan de inkomensmaxima bedoeld in de artikelen 11 en 13 en 122 tot 124 van het decreet van 8 februari 2018, wordt het recht op sociale toeslag definitief toegekend door het Fonds van 1 januari tot 31 december 2020;
3° indien geen toeslag is betaald overeenkomstig 1) en 2) en indien geen aanvraag is ingediend bij het Kinderbijslagfonds, controleert het Kinderbijslagfonds in 2022, op basis van de gegevensstromen afkomstig van de FOD Financiën in zijn hoedanigheid van authentieke bron, de inkomsten bedoeld in artikel 2, 20° van het decreet van 8 februari 2018 en verleent de toeslagen waarop de begunstigde recht heeft indien de maxima niet worden overschreden.
Art.4. Het Agentschap bepaalt d.m.v. een omzendbrief het model van aanvraag van sociale toeslagen dat bij het Kinderbijslagfonds moet worden ingediend.
De aanvraag bepaalt minstens de inkomsten die gedurende zes opeenvolgende maanden van het jaar 2020 zijn ontvangen en gaat gepaard van het bewijs van deze ontvangen inkomsten. Tot de toelaatbare bewijsstukken behoren loonstroken, attesten van betaling van uitkeringen, rekeninguittreksels voor tijdelijke werkloosheidsuitkeringen indien geen attest beschikbaar is. Voor zelfstandigen worden de eerste twee maanden van het jaar gestaafd door een attest van uw sociaal verzekeringsfonds met vermelding van het bedrag van de geraamde inkomsten waarop de betaling van de sociale zekerheidsbijdragen voor januari en februari 2020 is gebaseerd. Voor de volgende maanden zijn de toelaatbare bewijsstukken de rekeninguittreksels die de betaling van een eventueel overbruggingsrecht rechtvaardigen, een verklaring op erewoord indien het niet om een vervangingsinkomen gaat .
De omzendbrieven van het Agentschap worden bekendgemaakt op de daartoe bestemde website ervan.
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2020 en houdt op gevolg te hebben per 31 december 2020.
Art. 6. De Minister belast met Kinderbijslag is belast met de uitvoering van dit besluit.