Details





Titel:

26 MAART 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 20 november 2020 tot toekenning van een projectsubsidie ter compensatie van de kosten voor noodopvang van schoolkinderen



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2020044254 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 2, eerste lid, en in artikel 7, 5°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 november 2020 tot toekenning van een projectsubsidie ter compensatie van de kosten voor noodopvang van schoolkinderen, wordt de zinsnede "tot en met 2 april 2021" vervangen door de zinssnede "tot en met 30 juni 2021".

Art.2. Aan artikel 3 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "In afwijking van het vorige lid, en in het geval dat er voor de noodopvang tijdens een vakantieperiode een ouderbijdrage wordt gevraagd zoals vermeld in artikel 7, tweede lid, bedraagt de subsidie:
  1° voor de inzet van personeel: 10 euro per effectief opgevangen kind per volledige dag en 5 euro per effectief opgevangen kind per halve dag;
  2° voor de inzet of het veiligheidsonderhoud van de infrastructuur: 5 euro per effectief opgevangen kind per dag."

Art.3. Aan artikel 7 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "In afwijking van het eerste lid, 6°, kan er voor de noodopvang tijdens vakantieperiodes, vermeld in artikel 4, tweede lid, 2°, wel een ouderbijdrage gevraagd worden en hoeft deze noodopvang dus niet kosteloos georganiseerd te worden voor de ouders."

Art.4. In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt de zinssnede "op 1 juni 2021" vervangen door de zinssnede "op 31 jul 2021" en in artikel 8 van hetzelfde besluit wordt de zinssnede "op 30 september 2021" vervangen door de zinssnede "op 30 november 2021".

Art.5. Artikelen 1 tot en met 4 hebben uitwerking met ingang van 3 april 2021.

Art. 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor het binnenlands bestuur en het stedenbeleid en de Vlaamse minister, bevoegd voor opgroeien, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.