Details





Titel:

14 JANUARI 2021. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de werking van de examencommissies voor de certificeringsproef aan het einde van de training voor de beroepsinschakeling voor de ambten van zonedirecteur en afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst, alsmede de weging van de beoordelingscriteria en de organisatie en beoordelingsprocedures voor de proef



Inhoudstafel:

Titel I. - Definities
Art. 1-2
Titel II. - Nadere werkingsregels voor de examencommissie
Art. 3-8
Titel III. - Regelingen voor de organisatie en de beoordeling van de certificeringsproef en de weging van de beoordelingscriteria
Art. 9-14
Titel IV. - Slotbepalingen
Art. 15-16



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Titel I. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° "het decreet": het decreet van 13 september 2018 tot oprichting van de Algemene Sturingsdienst voor scholen en PMS-centra en tot vaststelling van het statuut van de zonedirecteurs en de afgevaardigden voor de doelstellingenovereenkomst;
  2° "zonedirecteur" : de stagiair die lid is van de Algemene Sturingsdienst voor scholen en PMS-centra bedoeld in artikel 63, § 1 van het decreet en waarvan de opdrachten worden vermeld in de artikelen 5 en 6 van het decreet;
  3° "afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst" : het lid van Algemene Sturingsdienst voor scholen en PMS-centra bedoeld in artikel 78, § 1, van het decreet en waarvan de opdrachten worden vermeld in de artikelen 7 tot 9 van het decreet;
  4° "de certificeringsproef" : de certificeringsproef bedoeld in de artikelen 67, § 3, eerste lid, en 82, § 3, eerste lid, van het decreet;
  5° "opleiding" : de opleiding bedoeld in de artikelen 67, § 1 en 82, § 1 van het decreet;
  6° "examencommissies" : de examencommissies voor de certificeringsproef aan het einde van de opleiding voor beroepsinschakeling in de ambten van zonedirecteur en afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst bedoeld in respectief artikel 67, § 3 en 82, § 3 van het decreet. Er zijn twee examencommissies: de eerste is bevoegd voor de zonedirecteurs, de tweede voor de afgevaardigden voor de doelstellingenovereenkomst.

Art.2. Het gebruik in dit besluit van mannelijke namen voor de verschillende titels en ambten is gemeenslachtig met het oog op de leesbaarheid van de tekst, onverminderd de bepalingen van het decreet van 21 juni 1993 betreffende de vervrouwelijking van de namen van de beroepen, ambten, rangen of titels.

Titel II. - Nadere werkingsregels voor de examencommissie
Art.3. De examencommissies stellen hun huishoudelijke reglement vast.

Art.4. § 1. De examencommissies komen geldig bijeen indien minstens de helft van hun leden aanwezig is.
  De examencommissies mogen niet bijeenkomen in afwezigheid van de voorzitter of zijn plaatsvervanger.
  § 2 De beslissingen van de examencommissies worden genomen met een gewone meerderheid van de aanwezige leden.
  Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Art.5. Een lid van de examencommissies mag niet deelnemen aan de beraadslagingen over een zonedirecteur of een afgevaardigde van de doelstellingenovereenkomst waarvan de echtgenoot, de samenwonende partner, de ouder of een familielid tot en met de 4e graad lid is van de examencommissie.

Art.6. Plaatsvervangende leden nemen alleen zitting in geval van verhindering van de werkende leden, naar behoren met redenen omkleed door een geval van overmacht of een mogelijk belangenconflict, inzonderheid in de in artikel 5 bedoelde gevallen.
  Deze motivering wordt schriftelijk aan de voorzitter en de secretaris van de betrokken examencommissie meegedeeld.

Art.7. De examencommissies worden bijgestaan door een of meer secretarissen die worden benoemd door de ambtenaar-generaal die belast is met de sturing van het onderwijsstelsel.
  De secretaris is inzonderheid belast met het opstellen van de notulen van de beraadslagingen van de examencommissie, het meedelen van de beslissingen van de examencommissie en het meedelen aan de vakbondsorganisaties van de vergaderingen van de examencommissie om, overeenkomstig artikel 10, § 2, lid 4, de aanwezigheid van een waarnemer te verzekeren, indien nodig. Hij heeft geen stemrecht.

Art.8. Het is verboden om informatie met betrekking tot het uitvoeren en/of de inhoud van de certificeringsproef vóór het afsluiten ervan aan derden bekend te maken.
  De leden van de examencommissies en de vakbondswaarnemers bedoeld in artikel 10, § 2, vierde lid, zijn verplicht de grootst mogelijke discretie in acht te nemen met betrekking tot het verloop en de inhoud van de proeven en beraadslagingen, met inbegrip van het verbod om informatie over deze proeven en beraadslagingen aan derden bekend te maken.

Titel III. - Regelingen voor de organisatie en de beoordeling van de certificeringsproef en de weging van de beoordelingscriteria
Art.9. § 1. De ambtenaar-generaal die belast is met de Algemene Directie voor de sturing van het onderwijsstelsel bepaalt de wijze waarop de portefeuille wordt meegedeeld en de indieningsdatum ervan. De datum van indiening van de portefeuille is vastgesteld op één kalendermaand na de kennisgeving van de in dit besluit vastgelegde procedures aan de zonedirecteurs en de afgevaardigden voor de doelstellingenovereenkomst.
  De indiening van de portefeuille wordt tegelijkertijd georganiseerd voor alle zonedirecteurs en de afgevaardigden voor de doelstellingenovereenkomst.
  § 2. De in § 1, lid 1, bedoelde algemene ambtenaar roept minstens 10 werkdagen voor de vastgestelde datum per e-mail met ontvangstbevestiging de zonedirecteurs en de afgevaardigden voor de doelstellingenovereenkomst bijeen voor het mondelinge gedeelte van de certificeringsproef.
  De presentatie van de portefeuille kan op verschillende tijdstippen worden georganiseerd voor elke zonedirecteur en voor elke afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst.
  De volgorde van optreden van de zonedirecteurs en de afgevaardigden voor de doelstellingenovereenkomst wordt bepaald door loting van één letter van het alfabet door de in § 1, lid 1 bedoelde ambtenaar-generaal. Zij worden dan in alfabetische volgorde gerangschikt. De eerste die de proef presenteert is degene waarvan de eerste letter van de naam overeenkomt met de getekende letter. De volgende is die na de eerste in alfabetische volgorde, enzovoort.

Art.10. § 1. Het schriftelijke gedeelte bestaat uit het indienen van een portefeuille zoals beschreven in de artikelen 67, § 3, eerste lid, en 82, § 3, eerste lid, van het decreet.
  De zonedirecteurs en de afgevaardigden voor de doelstellingenovereenkomst zijn verplicht te verwijzen naar ideeën en citaten die afkomstig zijn van een andere auteur dan zijzelf.
  Elke vorm van plagiaat is verboden en zal worden bestraft bij de eindscore van de proef.
  § 2. Het mondelinge gedeelte bestaat uit een interview voor een examencommissie waarbij de zonedirecteur en de afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst zijn portefeuille voorstelt zoals beschreven in de artikelen 67, § 3, eerste lid, en 82, § 3, eerste lid, van het decreet.
  De tijd voor de mondelinge presentatie van de portefeuille is maximaal 20 minuten per zonedirecteur en de afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst. Er wordt maximaal 30 minuten besteed aan vragen van de examencommissie.
  De zonedirecteurs en de afgevaardigden voor de doelstellingenovereenkomst kunnen hun presentatie begeleiden met een ondersteuning, inzonderheid met behulp van een presentatiesoftware. De steun wordt niet geëvalueerd.
  Vakbondsvertegenwoordigers mogen het mondelinge examen uitsluitend als waarnemer bijwonen.

Art.11. § 1. De in artikel 67, § 3, vijfde lid, van het decreet vastgestelde beoordelingscriteria worden als volgt gewogen:
  1° criterium 1° wordt gescoord op 40 punten; het wordt respectief onderverdeeld in subcriteria:
  a) mate van beheersing van de kennis en de veronderstelde bekwaamheden die zijn ontwikkeld in het kader van de eerste "persoonlijke en relationele" component van de basisopleiding, bedoeld in artikel 11, § 2, van het decreet: 5 punten;
  b) mate van beheersing van de kennis en de veronderstelde bekwaamheden die zijn ontwikkeld in het kader van het tweede onderdeel "sturing" van de basisopleiding, bedoeld in artikel 11, § 3, van het decreet: 15 punten;
  c) mate van beheersing van de kennis en de veronderstelde vaardigheden die zijn ontwikkeld in het derde "administratieve" onderdeel van de basisopleiding, bedoeld in artikel 11, § 4, van het decreet: 5 punten;
  d) mate van beheersing van de kennis en de veronderstelde vaardigheden die zijn ontwikkeld in het vierde onderdeel, bedoeld in artikel 11, § 5, van het decreet: 15 punten;
  2° de criteria 2° en 3° krijgen elk een score van 30 punten. Ze zullen worden beoordeeld aan de hand van evaluatieroosters op basis van de indicatoren van het bevoegdheidswoordenboek van de federale administratie.
  Het eindcijfer voor de certificeringsproef wordt berekend op een totaal van 100 punten. De toegekende score stopt bij de tweede decimaal.
  § 2. Om te slagen voor de certificeringsproef moet de zonedirecteur minstens 60 procent van de punten voor elk van de in § 1 genoemde criteria behalen.

Art.12. § 1. De in artikel 82, § 3, vijfde lid, van het decreet vastgestelde beoordelingscriteria worden als volgt gewogen:
  1° criterium 1° wordt gescoord op 40 punten; het is onderverdeeld in subcriteria :
  a) mate van beheersing van de kennis en de veronderstelde bekwaamheden die zijn ontwikkeld in het kader van de eerste "persoonlijke en relationele" component van de basisopleiding, bedoeld in artikel 11, § 2, van het decreet: 10 punten;
  b) mate van beheersing van de kennis en de veronderstelde bekwaamheden die zijn ontwikkeld in het kader van het tweede onderdeel "sturing" van de basisopleiding, bedoeld in artikel 11, § 3, van het decreet: 20 punten;
  c) mate van beheersing van de kennis en de veronderstelde vaardigheden die zijn ontwikkeld in het derde "administratieve" onderdeel van de basisopleiding, bedoeld in artikel 11, § 4, van het decreet: 10 punten;
  2° de criteria 2° en 3° krijgen elk een score van 30 punten. Ze zullen worden beoordeeld aan de hand van evaluatieroosters die gebaseerd zijn op de indicatoren van het competentiewoordenboek van de Federale overheid.
  Het eindcijfer voor de certificeringsproef wordt berekend op een totaal van 100 punten. De toegekende score stopt bij de tweede decimaal.
  § 2. Om te slagen voor de certificeringsproef moeten de afgevaardigden voor de doelstellingenovereenkomst minimaal 60 procent van de punten voor elk van de criteria in § 1 behalen.

Art.13. Het resultaat van de certificeringsproef wordt elektronisch meegedeeld met een ontvangstbevestiging door de voorzitter van de examencommissie, via de secretaris, binnen maximaal 20 werkdagen na de datum van de mondelinge proef door de laatste zonedirecteur of de afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst.

Art.14. De voorzitter van elke examencommissie ziet toe op de goede werking van de examencommissies en de naleving van het decreet en van dit besluit.

Titel IV. - Slotbepalingen
Art.15. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.

Art. 16. De minister die bevoegd is voor het leerplichtonderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.