Details





Titel:

2 DECEMBER 2021. - Koninklijk besluit tot bepaling van de uitrusting en de kledijvergoeding die worden toegekend aan de personeelsleden van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de federale Overheidsdienst Justitie die deel uitmaken van de bewaking, techniek en logistiek



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied, definities en algemenen bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Het leveren van bepaalde kledingstukken
Art. 3-10
HOOFDSTUK 3. - De toekenning van een aanvullende forfaitaire kledijvergoeding
Art. 11-13
HOOFDSTUK 4. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen
Art. 14-19
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2005009069  2009009822  2019011569 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied, definities en algemenen bepalingen
Artikel 1. Het voorliggend besluit is van toepassing op de personeelsleden van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de federale Overheidsdienst Justitie die deel uitmaken van de bewaking, techniek en logistiek en die hun functie in een gevangenis uitoefenen, uitgezonderd voor de gevangenissen die als detentiehuis aangewezen worden.
  Voor de uitvoering van dit voorliggend besluit verstaat men onder :
  1° "personeelslid" : het contractueel personeelslid, de statutair of stagiair;
  2° "de buitendiensten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen" : de gevangenissen bedoeld in het koninklijk besluit van 17 augustus 2019 tot uitvoering van de bepalingen van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden inzake de bestemming van de gevangenissen en de plaatsing en de overplaatsing van de gedetineerden ;
  3° "gepresteerde dag" : dag waarop de diensten daadwerkelijk door een personeelslid worden gepresteerd volgens zijn werkrooster.

Art.2. § 1. Het in artikel 1 bedoelde personeelslid is verplicht bij de uitoefening van zijn functie een uniform te dragen.
  Hiervoor wordt hem toegewezen :
  1° de levering van bepaalde kledingstukken die noodzakelijk zijn om bij de uitoefening van zijn functie herkenbaar te zijn ;
  2° een aanvullende forfaitaire kledijvergoeding voor de aankoop van niet geleverde onderdelen van het uniform en het onderhoud van het uniform.
  § 2. Indien het personeelslid één van de in het artikel 1 bedoelde functies niet meer uitoefent, worden de ter beschikking stelling van de kledingstukken en de uitbetaling van de vergoeding geschorst, of in voorkomend geval, niet uitgevoerd.

HOOFDSTUK 2. - Het leveren van bepaalde kledingstukken
Art.3. Het personeelslid dat zijn functie voor een eerste keer opneemt, ontvangt bij het opnemen van zijn functie een eerste basisuitrusting van kledij.
  Deze basisuitrusting bestaat uit volgende stukken
  1° vest met lange mouwen . . . . . 1;
  2° pull-over met lange mouwen . . . . . 1;
  3° hemd (blouse) met korte mouwen en/of polo met korte mouwen . . . . . 4;
  4° hemd (blouse) met lange mouwen . . . . . 4;
  5° kentekens . . . . . 4.

Art.4. § 1. Het personeelslid heeft jaarlijks, vanaf het jaar volgend op het jaar van het opnemen van zijn functie, recht op 5 kledingstukken te kiezen uit de volgende artikelen : vest, pull-over, hemd of blouse met korte mouwen, polo met korte mouwen, hemd of blouse met lange mouwen.
  § 2. In afwijking van paragraaf 1, het personeelslid :
  - dat minder dan 110 dagen in de zin van artikel 1, tweede lid, 3°, van het kalenderjaar gepresteerd heeft, heeft recht op 3 kledingstukken van de lijst bedoeld in paragraaf 1 ;
  - dat gedurende het kalenderjaar geen dagen heeft gepresteerd, ontvangt geen kledingstukken.
  § 3. Een tegenwaarde in geld voor alle of een deel van de in dit bovenvermelde hoofdstuk kledingstukken kan nooit uitgekeerd worden.

Art.5. Het personeelslid beschikt over graad- en identificatiekentekens. Om de twee jaar ontvangt het personeelslid een nieuw identificatie- en graadkenteken. Bij verandering van graad, ontvangt het personeelslid twee nieuwe graadkentekens. Bij verlies of beschadiging van het kenteken ontvangt het personeelslid een nieuw exemplaar.

Art.6. Van zodra het personeelslid in het bezit is van de aangeleverde kledingstukken, draagt hij deze tijdens de uitoefening van zijn functie.

Art.7. De kledingstukken verkregen door het personeelslid zijn eigendom van de federale Overheidsdienst Justitie.
  Het personeelslid mag er geen wijzigingen aan aanbrengen en moet deze in goede staat houden.
  Het personeelslid mag ze niet verkopen. Hij mag ze niet afstaan, tenzij aan één personeelslid in actieve dienst, mits toelating van de directie.
  De kledingstukken voorzien van het logo van de federale Overheidsdienst Justitie en/of deze waarop kentekens kunnen aangebracht worden, en die door het personeelslid niet meer kunnen of mogen gedragen worden, moeten ingeleverd worden.

Art.8. De kledingstukken aangeleverd door de federale Overheidsdienst Justitie die beschadigd zijn of die zoek geraakt zijn, worden vervangen op voorwaarde dat het verlies of de beschadiging niet te wijten is aan een fout begaan door het personeelslid.

Art.9. Het personeelslid dat al dan niet vrijwillig zijn ambt neerlegt, heeft geen recht meer op levering van kledij op basis van gepresteerde diensttijd.

Art.10. In het jaar van pensionering of verlof voorafgaand aan het pensioen worden aan het personeelslid geen kledingstukken meer toegekend.

HOOFDSTUK 3. - De toekenning van een aanvullende forfaitaire kledijvergoeding
Art.11. § 1. Er wordt een aanvullende forfaitaire kledijvergoeding van 250 euro per jaar toegekend aan het personeelslid om alle gemaakte kledijkosten verbonden aan de opgelegde kledijvoorschriften zoals bedoeld in paragraaf 3 te dekken.
  § 2. In afwijking van het eerste lid, heeft het personeelslid,
  - dat minder dan 110 dagen in de zin van artikel 1, tweede lid, 3°, van het kalenderjaar gepresteerd heeft heeft recht op een aanvullende forfaitaire kledijvergoeding van 150 euro;
  - dat geen enkele prestatie heeft verricht tijdens het kalenderjaar, geen recht op een aanvullende forfaitaire kledijvergoeding.
  § 3 Het personeelslid moet zich aan de kledijvoorschriften houden zoals vastgelegd in de bijlage van het huidige besluit.
  De Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de federale Overheidsdienst Justitie kan in uitzonderlijke gevallen bepalingen vaststellen die afwijken van de bovenvermelde standaard-dresscode. Hij bepaalt de modaliteiten met betrekking tot het dragen van de logo's en kentekens.
  De door het personeelslid aangekochte kleding met de aanvullende forfaitaire kledijvergoeding bedoeld in paragraaf 1, draagt het permanente logo van de Federale Overheidsdienst Justitie. Ze mogen enkel voor de uitoefening van de functie gebruikt worden, woon-werkverkeer inbegrepen.
  § 4. Het bedrag van de aanvullende forfaitaire kledijvergoeding is niet onderworpen aan de indexeringsregeling.
  De aanvullende forfaitaire kledijvergoeding wordt halfjaarlijks na het vervallen van de termijn betaald als volgt:
  Het personeelslid dat tijdens het eerste semester van het jaar prestaties heeft verricht, ontvangt:
  - 150 euro tijdens de periode van augustus-september;
  - In voorkomend geval, het saldo van maximum 100 euro tijdens de periode van januari-februari.
  Het personeelslid dat enkel tijdens het tweede semester prestaties heeft verricht, ontvangt het totaal bedrag van de aanvullende forfaitaire kledijvergoeding waar hij recht op heeft tijdens de periode van januari-februari.

Art.12. Het personeelslid houdt de bewijsstukken van het bestaan van werkelijke onkosten bij gedurende vijf jaar en verstrekt ze wanneer de werkgever daarom verzoekt.

Art.13. De kledingstukken, die zijn aangekocht met de aanvullende forfaitaire kledijvergoeding, die beschadigd zijn, worden op kosten van de werkgever vergoed op voorwaarde dat de beschadiging niet te wijten is aan een fout begaan door het personeelslid, overeenkomstig het koninklijk besluit van 16 maart 2006 betreffende de rechtshulp aan de personeelsleden van bepaalde overheidsdiensten en de schadeloosstelling van de door hen opgelopen zaakschade. Deze terugbetaling mag niet meer bedragen dan 250 euro per jaar.

HOOFDSTUK 4. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen
Art.14. Het personeelslid in dienst op 31 december 2020 ontvangt een tegenwaarde in geld van de kledingstukken die niet werden geleverd overeenkomstig artikel 9 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2009 bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsbeambten en de penitentiaire beambten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen bij de Federale Overheidsdienst Justitie. De kledijachterstand op 31 december 2020 wordt vergoed aan 0,04 euro per punt.

Art.15. In afwijking van artikel 4 krijgt het personeelslid, dat reeds in dienst was op 31 december 2021, in de loop van 2022 een basisuitrusting zoals omschreven in artikel 3. Dit is een compensatie voor het quotum van de tijdens het jaar 2021 verzamelde punten.

Art.16. De kledingstukken van het oude uniform (fleece, pull-over, hemd of blouse met korte mouwen, polo met korte mouwen, hemd of blouse met lange mouwen) mogen tot 31 december 2024 worden gedragen.

Art.17. Worden opgeheven:
  1° het koninklijk besluit van 18 januari 2005 bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsbeambten van het veiligheidskorps, van de penitentiaire beambten en verplegers van het Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen van de Federale Overheidsdienst Justitie;
  2° het ministerieel besluit van 28 oktober 2009 bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsbeambten en de penitentiaire beambten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen bij de Federale Overheidsdienst Justitie.

Art.18. Op 1 januari 2022 treden in werking :
  1° artikel 14, lid 1, 4° en 5° van de wet van 23 maart 2019 betreffende de organisatie van de penitentiaire diensten en van het statuut van het penitentiair personeel;
  2° dit besluit, met uitzondering van artikel 14, dat in werking treedt op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art.19. De minister bevoegd voor Justitie is belast met de tenuitvoerlegging van dit besluit.


BIJLAGE.
Art. N. Bijlage bij het koninklijk besluit tot bepaling van de uitrusting en de kledijvergoeding die worden toegekend aan de personeelsleden van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de federale Overheidsdienst Justitie die deel uitmaken van de bewaking, techniek en logistiek.


Stuk Kleur Snit/opmerkingen
Broek Donkerblauw Lange rechte pijpen, geen skinny broeken
  Geen afsluiting aan de enkels
  Geen lage leest
  Geen afritsbare pijpen
  Geen jeansbroeken of joggingsbroek of werkbroeken (overall, salopette)
  Geen scheuren, gaten en uitrafelingen
  Geen opzichtige logo's of tekst langs de buitenkant, en geen enkele versiering
  Eventuele zijzakken dienen plat te zijn
Jas/parka Donkerblauw Lange mouwen tot over de pols Geen jeansvest, joggingvest, werkvest
  Geen opzichtige logo's of tekst langs de buitenkant, en geen enkele versiering
Schoenen Zwart of donkerblauw of donkergrijs of donkerbruin Stevige, gesloten en antislip schoen.
  Plat of met lage hak.
  Geen open of halfopen model, sandaal, pantoffel, klomp
  Geen sneakers, geen (leger)bottines (combat shoes), geen schoenen met zichtbare metalen onderdelen (tip, hiel, versieringen, ...)
Accessoires Zwart of donkerblauw of donkergrijs of donkerbruin Kousen, broeksriemen, muts of pet, sjaals, handschoenen.