Details





Titel:

10 NOVEMBER 2021. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 november 2021 tot bepaling van het huishoudelijk reglement van de selectiecommissies voor mandaathouders van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel en van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest



Inhoudstafel:

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE SELECTIECOMMISSIES
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Selectiecommissies en het secretariaat
Art. 3-5
HOOFDSTUK III. - Oproepingen
Art. 6-8
HOOFDSTUK IV. - Zittingen en stemming
Art. 9-12
HOOFDSTUK V. - Opheffingsbepalingen
Art. 13-14
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 15-16
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2015031263  2017013555 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE SELECTIECOMMISSIES
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° Het statuut van de overheidsdiensten: het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel;
  2° Het statuut van de instellingen van openbaar nut: het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
  3° Het DBDMH-statuut: het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (DBDMH);
  4° Het secretariaat: het secretariaat van de selectiecommissie.

Art.2. De termijnen bestaan uit alle weekdagen, met inbegrip van zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen, zoals beoogd in artikelen 193, § 1 van het statuut van de overheidsdiensten, 186 en, § 1 van het statuut van de instellingen van openbaar nut
  Elke termijn wordt berekend vanaf de dag volgend op de afgifte van het stuk of vanaf de derde werkdag volgend op de aangetekende verzending ervan, waarbij de postdatum als bewijs geldt. Onder `werkdag' verstaat men alle andere dagen dan zaterdag, zondag en de wettelijke feestdagen.

HOOFDSTUK II. - Selectiecommissies en het secretariaat
Art.3. Met het oog op de toekenning van de mandaatbetrekkingen worden er hiertoe bevoegde selectiecommissies opgericht.
  - In het statuut van de overheidsdiensten, artikel 446;
  - In het statuut van de instellingen van openbaar nut, artikel 439;
  - In het DBDMH-statuut, artikel 382.
  De zetel van deze commissies is gevestigd in de kantoren van Brussel Openbaar Ambt (talent.brussels), Emile Jacqmainlaan 20 te 1000 Brussel.

Art.4. De regering, op voordracht van de functioneel bevoegde minister, duidt de leden van elke commissie aan; hij benoemt ook de voorzitter onder de leden:
  - telkens een mandaatbetrekking van rang A4, A4+, A5, A6 en A7 vacant is die valt onder het statuut van de openbare diensten;
  - Hetzelfde geldt voor een mandaatbetrekking van rang A4, A4+ en A5 die valt onder het statuut van de instellingen van openbaar nut, een mandaatbetrekking van rang directeur-generaal, adjunct-directeur-generaal of inspecteur-generaal die valt onder het statuut van Net Brussel, een mandaatbetrekking van rang A4, A5 en A5+ die valt onder het DBDMH-statuut.
  De leden van de selectiecommissies van mandaathouders die vallen onder het statuut van de overheidsdiensten en de instellingen van openbaar nut hebben een expertise in verband met de aangelegenheden die vallen onder de toe te kennen mandaatbetrekking en/of in verband met management in de overheidssector zoals voorzien in artikel 446 van het statuut van de overheidsdiensten en in artikel 439 van het statuut van de instellingen van openbaar nut. De leden van de selectiecommissies van mandaathouders die vallen onder het DBDMH-statuut moeten voldoen aan de voorwaarden voorzien in het DBDMH-statuut zoals bedoeld in artikel 382 van het DBDMH-statuut.

Art.5. Het secretariaat vergewist zich ervan dat elke kandidaat die geselecteerd wordt om deel uit te maken van de commissie de bij besluit gevoegde deontologische code ondertekent.
  Het secretariaat vergewist zich van het goede verloop van de selectieprocedures, alsook van hun conformiteit met de geldende besluiten. Het secretariaat kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor beslissingen van de selectiecommissie die in strijd zijn met de geldende besluiten.

HOOFDSTUK III. - Oproepingen
Art.6. Het secretariaat roept in naam van de voorzitter de selectiecommissie via e-mail op naar aanleiding van een vacantverklaring, zoals voorzien in artikel 443 van het statuut van de overheidsdiensten, artikel 436 van het statuut van de instellingen van openbaar nut en, artikel 378 van het DBDMH-statuut .
  Deze oproeping wordt minstens tien dagen vóór de zitting naar de commissieleden gestuurd op het mailadres dat zij gecommuniceerd hebben naar aanleiding van hun aanstelling als lid van de commissie.

Art.7. Het secretariaat roept in naam van de voorzitter de kandidaten voor de mandaatbetrekking minstens tien dagen op voorhand via e-mail op voor een assessment wanneer dit voorzien is, op het mailadres dat de kandidaten hebben opgegeven in hun gestandaardiseerd cv.

Art.8. Het secretariaat roept minstens tien dagen vóór het gesprek de volgende personen via e-mail op om hun advies te geven, op hun professionele e-mailadres:
  - Voor een mandaatbetrekking van rang A4 die onder alle statuten valt, de mandaathouder van rang A5 die bevoegd is voor de materies die onder de desbetreffende mandaatbetrekking vallen om zijn/haar verwachtingen te kennen, met inachtneming van de strategische doelstellingen zoals opgedragen door de functioneel bevoegde minister;
  - Voor een mandaatbetrekking van rang A4+ en A5 die onder alle statuten valt, de functioneel bevoegde minister om zijn/haar verwachtingen te kennen, met inachtneming van de strategische doelstellingen zoals opgedragen door de Regering;
  - Voor een mandaatbetrekking van rang A5+ die onder het DBDMH-statuut valt, de functioneel bevoegde minister om zijn/haar verwachtingen te kennen, met inachtneming van de strategische doelstellingen zoals opgedragen door de Regering;
  - Voor een mandaatbetrekking van directeur-generaal en adjunct-directeur-generaal die onder het statuut van Net Brussel valt, de functioneel bevoegde minister om zijn/haar verwachtingen te kennen, met inachtneming van de strategische doelstellingen zoals opgedragen door de regering;
  - Voor een mandaatbetrekking van rang A6 en A7 die onder het statuut van de overheidsdiensten valt, de functioneel bevoegde minister om zijn/haar verwachtingen te kennen, met inachtneming van de strategische doelstellingen zoals opgedragen door de Regering.

HOOFDSTUK IV. - Zittingen en stemming
Art.9. De voorzitter opent en sluit de zittingen.
  De voorzitter leidt de besprekingen en zorgt ervoor dat de zitting ordelijk verloopt.
  Bij afwezigheid van de voorzitter worden zijn/haar opdrachten overgenomen door het oudste lid.
  De voorzitter gaat na of de samenstelling van de selectiecommissie conform artikel 446 van het statuut van de overheidsdiensten, artikel 439 van het statuut van de instellingen van openbaar nut en, artikel 382 van het DBDMH-statuut is.

Art.10. De beraadslaging van een selectiecommissie is pas geldig als de meerderheid van de leden aanwezig is.
  Elk lid van de selectiecommissie, de voorzitter inbegrepen, is stemgerechtigd.
  De adviezen en beslissingen van de selectiecommissies worden bij meerderheid van stemmen genomen. In geval van ex aequo heeft de voorzitter de doorslaggevende stem.
  Overeenkomstig artikel 453 van het statuut van de overheidsdiensten, artikel 446 van het statuut van de instellingen van openbaar nut en, artikel 384 van het DBDMH-statuut, rangschikt de selectiecommissie de kandidaten ofwel in groep A 'Geschikt', ofwel in groep B 'Niet geschikt'. Deze onderverdeling in categorieën vindt plaats op de dag waarop de selectiecommissie de kandidaat heeft gehoord.
  De secretarissen stellen de notulen van de zitting op en houden een aanwezigheidslijst bij.
  De adviezen en beslissingen van de selectiecommissies worden in de notulen opgenomen en worden digitaal ondertekend door de voorzitter en de secretarissen.
  De adviezen en beslissingen worden via e-mail aan de Regering bezorgd. Dit gebeurt via de Minister bevoegd voor Openbaar Ambt en via de functioneel bevoegde minister.

Art.11. De procedures betreffende de selectie mogen via digitale processen worden georganiseerd. De modaliteiten voor de organisatie van deze digitale processen zullen via het selectiereglement bij de start van de procedure aan de commissieleden worden meegedeeld. Deze modaliteiten moeten voor elke procedure of, desgevallend, elke proef van de procedure minstens het volgende omvatten:
  - Het aantal deelnemers;
  - De technische procedés die een echte collegiale bespreking en een eventuele stemming verzekeren;
  - De dossiers van alle kandidaten voor alle personen die aan de beraadslaging deelnemen.
  Het is ten strengste verboden opnames te maken van de elektronische selectieproeven.

Art.12. Alle aanwezige vakbonds-vertegenwoordigers mogen de zitting bijwonen als waarnemers. Alle informatie over de selectie van een mandaathouder wordt als vertrouwelijk beschouwd. Elke soort aantekening moet op het einde van de zitting aan de secretaris worden overhandigd.

HOOFDSTUK V. - Opheffingsbepalingen
Art.13. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 2015 tot bepaling van het huishoudelijk reglement van de selectiecommissies voor de mandaathouders van het ministerie en van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt opgeheven.

Art.14. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 september 2017 tot bepaling van het huishoudelijk reglement van de selectiecommissies voor de operationele mandaathouders van de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt opgeheven.

HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art.15. De ministers bevoegd voor Openbaar Ambt, Economie, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Vuilnisophaling en -verwerking, worden belast met de uitvoering van dit besluit.

Art.16. Dit besluit treedt in werking op de dag van de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad.

BIJLAGE.
Art. N. Bijlage: Deontologische code
  De leden van de commissie verbinden zich ertoe:
  * te handelen met loyaliteit, integriteit, onafhankelijkheid, ijver en competentie;
  * zowel de procedure als de kandidaten te respecteren, alsook de waarden van de gewestelijke overheidsdiensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
  * hun onafhankelijkheid en onpartijdigheid te garanderen, die onlosmakelijk verbonden is aan het uitoefenen van hun functie;
  * voor de aanvang van de procedure elke omstandigheid te communiceren die van invloed kan zijn op hun onafhankelijkheid of een belangenconflict kan veroorzaken, of die als dusdanig beschouwd zou kunnen worden;
  * vertrouwelijk te handelen, in het bijzonder wat betreft de geheimhouding van bekomen informatie en deliberaties;
  * objectiviteit en neutraliteit te tonen, en een eerlijke behandeling te garanderen voor alle kandidaten, zonder enige vorm van partijdigheid of discriminatie.
  En verklaren op eer te voldoen aan de volgende criteria:
  * 2 jaar voorafgaand aan de aanstelling geen politiek mandaat noch politieke functie hebben uitgeoefend;
  * 5 jaar voorafgaand aan de aanstelling noch in de instantie, noch in een daarmee verbonden instantie een functie een uitvoerend lid van een bestuursorgaan, mandaat van lid van het directiecomité of van het dagelijks bestuur uitgeoefend hebben;
  * niet meer dan drie opeenvolgende mandaten uitgevoerd hebben, zonder dat het tijdsbestek langer mag zijn dan 12 jaar;
  * 3 jaar voorafgaand aan de aanstelling geen deel hebben uitgemaakt van het leidinggevend personeel van de instantie of een daarmee verbonden instantie;
  * geen vergoeding of significante zakelijke relatie hebben gehad in het afgelopen kalenderjaar met de instantie of de daarmee verbonden instantie, noch rechtstreeks noch als vennoot, aandeelhouder, lid van een bestuursorgaan of lid van het leidinggevend personeel van een instantie;
  * geen uitvoerend lid zijn van het bestuursorgaan van een andere instantie waarin een uitvoerend bestuurder van de instantie zetelt in de hoedanigheid van een niet-uitvoerend lid van het bestuursorgaan of als lid van het toezichthoudende orgaan en geen andere belangrijke banden hebben met uitvoerende bestuurders van de instantie uit hoofde van functies bij andere instanties;
  * geen echtgenoot, wettelijk samenwonende partner of bloed- of aanverwanten tot de tweede graad hebben die in de instantie of in een daarmee verbonden instantie een mandaat van lid van het bestuursorgaan, lid van het directiecomité, persoon belast met het dagelijks bestuur of lid van het leidinggevend personeel, uitoefenen, of die zich in een van de in voorgaande punten beschreven gevallen bevinden.
  Indien een lid van de selectiecommissie afwijkt van deze deontologische code, kan hij/zij niet langer zetelen.
  Datum:
  Naam en handtekening :