Details





Titel:

17 SEPTEMBER 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de internetvergoeding bij hybride werken



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2006035334 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In deel VII, titel 4, van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2021, wordt het opschrift van hoofdstuk 11 vervangen door wat volgt:
  "Hoofdstuk 11. Hybride werken".

Art.2. In artikel VII 109, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "plaats- en tijdsonafhankelijk" vervangen door het woord "hybride";
  2° in paragraaf 1, derde lid, worden de woorden "kan een van de volgende beslissingen nemen" vervangen door de woorden "neemt in geval van professioneel gebruik van de eigen internetverbinding een van de volgende beslissingen";
  3° in paragraaf 2 worden de woorden "plaats- en tijdsonafhankelijk" telkens vervangen door het woord "hybride";
  4° in paragraaf 2 worden de woorden "plaats- of tijdsonafhankelijk" vervangen door het woord "hybride";
  5° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt:
  " § 3. Alleen het personeelslid dat structureel en op regelmatige basis aan thuiswerk doet, krijgt de vergoedingen en de terugbetalingen, vermeld in dit artikel.
  In het eerste lid wordt verstaan onder structureel en op regelmatige basis thuiswerken: het equivalent van één werkdag per week, te beoordelen op maandbasis.
  In het kader van hybride werken heeft het personeelslid geen recht op andere vergoedingen of op de terugbetaling van andere kosten dan de vergoedingen of de terugbetaling, vermeld in dit artikel.".

Art.3. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de goedkeuring.

Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor de human resources, is belast met de uitvoering van dit besluit.