2 SEPTEMBER 2021. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de toelating tot subsidies van twee inrichtingen voor gewoon secundair onderwijs
Art. 1-7
Artikel 1. De secundaire school van de hogere graad Biestebroeck, waarvan de gemeente Anderlecht de inrichtende macht is, wordt tot de subsidies toegelaten met ingang van 1 september 2023.
De toelating tot de in lid 1 bedoelde subsidies is afhankelijk van de aanneming van een decreet door het Parlement van de Franse Gemeenschap waarbij het proefproject van Ecole de tous wordt geformaliseerd, zoals bepaald in artikel 3 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 7 mei 2020 tot toekenning van een subsidie van 180.000 euro aan de vzw Ecole de tous.
Bij gebrek daaraan is de in lid 1 bedoelde inrichtende macht verplicht ook het derde studiejaar te openen en te organiseren totdat de gemeenschappelijk kern volledig is ingesteld.
Art.2. De secundaire school Athénée Olympe de Gouges, waarvan de gemeente Schaarbeek de inrichtende macht is, komt vanaf 1 september 2025 in aanmerking voor subsidies.
De toelating tot de subsidies is afhankelijk van de bevestiging van de vestiging van de school in het gebied bekend als Friche Josaphat bij het Algemeen Bestuur van Onderwijs.
Art.3. Indien de voorwaarden vermeld in artikel 1, tweede en derde lid, vervuld zijn, worden in deze school een betrekking van directeur van een secundaire school en een betrekking van opvoeder-huismeester opgericht op de datum van haar toelating tot subsidiëring.
Indien aan de voorwaarde van artikel 2, tweede lid, is voldaan, worden in deze school een betrekking van directeur van een secundaire school en een betrekking van opvoeder-huismeester opgericht op de datum van haar toelating tot subsidiëring.
In afwijking van de artikelen 1 en 2 en van de eerste twee leden van dit artikel kan een betrekking van directeur worden ingesteld vanaf 1 januari voorafgaand aan de datum van toelating tot de subsidies of later, krachtens artikel 27, § 1, tweede lid, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving.
Art.4. De berekening van de omkadering in de scholen geschiedt overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 15 april 1977 tot vaststelling van de regelen en de voorwaarden voor de berekening van het aantal betrekkingen in sommige ambten van het opvoedend hulppersoneel en van het administratief personeel van de inrichtingen voor secundair onderwijs.
Art.5. De termijn voor het bereiken van de in artikel 6 bedoelde rationalisatienorm, § 2, van het decreet van 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan wordt vastgesteld op 6 jaar voor de school bedoeld in artikel 1, en op 8 jaar voor de school bedoeld in artikel 2.
Art.6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 7. De minister van Leerplichtonderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.