Details





Titel:

9 JULI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de regels voor de toekenning van steun aan jeugdverblijven en hostels om de negatieve economische impact door de coronacrisis te beperken



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° jeugdverblijven: de verblijven die uiterlijk op 31 december 2020 door Toerisme Vlaanderen als sociaal-toeristisch verblijf erkend zijn als jeugdverblijfcentrum type A, B of C conform het decreet van 18 juli 2003 betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van "Toerisme voor Allen";
  2° jeugdverblijven type A: de jeugdverblijven die zijn ingedeeld in de categorie type A conform het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de erkenning en de financiële ondersteuning van verblijven in het kader van "Toerisme voor Allen";
  3° jeugdverblijven type B: de jeugdverblijven die zijn ingedeeld in de categorie type B conform het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de erkenning en de financiële ondersteuning van verblijven in het kader van "Toerisme voor Allen";
  4° jeugdverblijven type C: de jeugdverblijven die zijn ingedeeld in de categorie type C conform het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de erkenning en de financiële ondersteuning van verblijven in het kader van "Toerisme voor Allen";
  5° hostels: de toeristische logiezen die uiterlijk op 31 december 2020 als hostel aangemeld zijn bij Toerisme Vlaanderen conform het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies;
  6° Toerisme Vlaanderen: het agentschap, opgericht bij decreet van 19 maart 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid "Toerisme Vlaanderen".

Art.2. In dit artikel wordt verstaan onder coronamaatregelen: de maatregelen die het overlegcomité heeft genomen in het kader van het coronavirus en de daaruit voortvloeiende maatregelen voor de burgerlijke veiligheid van de bevoegde autoriteiten.
  De jeugdverblijven en hostels krijgen een financiële ondersteuning voor de exploitatiebeperkingen door de coronamaatregelen tijdens de periode van 1 januari tot en met 30 april 2021, waarbij het subsidiebedrag per jeugdverblijf of hostel wordt bepaald op basis van al de volgende elementen:
  1° het gemiddelde van het aantal overnachtingen per jeugdverblijf of hostel in de periode van 1 januari tot en met 30 april van het jaar 2017 tot en met 2019, dat wordt vermenigvuldigd met de factor per type als vermeld in artikel 3;
  2° de verhouding van het gewogen gemiddeld aantal overnachtingen per jeugdverblijf of hostel ten aanzien van het totaal van het gewogen gemiddeld aantal overnachtingen van alle jeugdverblijven en hostels samen die voor financiële ondersteuning in aanmerking komen conform dit besluit;
  3° de steun die al toegekend of ontvangen is, en als dat van toepassing is, het bedrag van enige andere premie die jeugdverblijven of hostels ontvangen als financiële ondersteuning om de gevolgen van de coronamaatregelen op te vangen, ongeacht de verstrekker van die premie voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 april 2021;
  4° de beschikbare kredieten in de begroting.

Art.3. Het gemiddelde van het aantal overnachtingen per jeugdverblijf of hostel, vermeld in artikel 2, 1°, wordt vermenigvuldigd met de volgende factor:
  1° voor de jeugdverblijven type A: een factor één;
  2° voor de jeugdverblijven type B: een factor anderhalf;
  3° voor de jeugdverblijven type C, overnachtingen zelfkook: een factor twee;
  4° voor de jeugdverblijven type C, overnachtingen vol pension: een factor vier;
  5° voor de hostels: een factor vier.
  De jeugdverblijven en hostels die het gemiddelde van het aantal overnachtingen per jeugdverblijf niet kunnen bepalen op de wijze, vermeld in artikel 2, 1°, of waarvoor de periode van 1 januari tot en met 30 april van een of meer van de jaren 2017 tot en met 2019 door welbepaalde omstandigheden niet representatief zijn, bezorgen daarover bij hun aanvraag tot financiële ondersteuning, vermeld in artikel 4, een motivering met een voorstel van een eigen gemiddelde en bewijsstukken daarover. Als geen bewijsstukken worden toegevoegd, wordt het gemiddelde genomen van de jeugdverblijven van hetzelfde type met vergelijkbare grootte.

Art.4. De jeugdverblijven en hostels dienen een aanvraag tot financiële ondersteuning in via het digitale loket van Toerisme Vlaanderen.
  Toerisme Vlaanderen en het Departement Cultuur, Jeugd en Media, vermeld in artikel 24, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, kondigen de oproep tot aanvraagmogelijkheid aan op hun respectievelijke websites.
  De jeugdverblijven en hostels krijgen na de oproep, vermeld in het tweede lid, minstens tien dagen om hun aanvraag in te dienen.
  Toerisme Vlaanderen onderzoekt elke subsidieaanvraag op de naleving van de voorwaarden, vermeld in dit besluit, en de administrateur-generaal van Toerisme Vlaanderen beslist, ongeacht de hoogte van het subsidiebedrag, over de toekenning en het bedrag van de financiële ondersteuning.
  Toerisme Vlaanderen brengt de subsidieaanvrager op de hoogte van de beslissing, vermeld in het vierde lid. Die kennisgeving gebeurt op een van de volgende wijzen:
  1° schriftelijk;
  2° elektronisch;
  3° een combinatie van punt 1° en 2°.
  Als de administrateur-generaal van Toerisme Vlaanderen beslist om een financiële ondersteuning toe te kennen, wordt het subsidiebedrag uitbetaald op het rekeningnummer van het jeugdverblijf of de hostel dat is vermeld in de aanvraag.

Art.5. Toerisme Vlaanderen kan de waarachtigheid van de door de jeugdverblijven of hostels bezorgde bewijsstukken of andere gegevens die noodzakelijk zijn voor de financiële ondersteuning, controleren op basis van administratieve gegevens en van de boekhouding van de jeugdverblijven en hostels. Die controle kan gebeuren voorafgaand aan de uitbetaling en tot vijf jaar na de uitbetaling.

Art.6. De financiële ondersteuning die conform dit besluit wordt toegekend, kan niet worden toegekend aan jeugdverblijven of hostels die zich in een rechtstoestand van ontbinding, stopzetting, faillissement en vereffening bevinden.

Art.7. De Vlaamse minister, bevoegd voor het toerisme, evenals de Vlaamse minister, bevoegd voor jeugd, kan bijkomende modaliteiten en preciseringen van bijkomstige en detailmatige aard bepalen.

Art.8. Dit besluit treedt in werking op 9 juli 2021.

Art. 9. De Vlaamse minister, bevoegd voor het toerisme, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de jeugd, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.