Artikels:
Artikel 1. In artikel 3.1.52, § 1, van het Energiebesluit van 19 november 2010, ingevoegd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 mei 2019 en 18 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het vierde lid wordt de zin "Bij bestaande prosumenten worden de meters uiterlijk tegen 31 december 2022 vervangen door een digitale meter." opgeheven;
2° in het vierde lid wordt de zin "De distributienetbeheerder zorgt ervoor dat bij elke prosument een digitale meter geplaatst is op het moment dat het recht op het jaarlijks in mindering brengen van de geproduceerde elektriciteit die geïnjecteerd wordt op het distributienet van de afname, zoals vermeld in artikel 15.3.5/12 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, verstrijkt." vervangen door de zin "Met behoud van toepassing van het elfde lid zorgt de distributienetbeheerder er daarbij in elk geval voor dat bij elke prosument sowieso een digitale meter geplaatst is ten laatste vijftien jaar na de datum van de indienstname van de installatie.";
3° in het vijfde lid worden de woorden "of een uitbreiding van bestaande installaties" vervangen door de zinsnede ", of een uitbreiding van bestaande installaties vanaf 1 oktober 2021";
4° in het negende lid worden de woorden "en het vierde" opgeheven.
Art.2. In artikel 3.1.57, tweede lid van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2019, wordt de zinsnede "en op voorwaarde dat de afnemer geen gebruik maakt van de regeling vermeld in artikel 15.3.5/12 van het Energiedecreet van 8 mei 2009." opgeheven.
Art.3. In artikel 6.4.1/1/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 november 2013, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 en 18 september 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid, 3° wordt de datum "31/12/2023" vervangen door de datum "31/12/2024";
2° in het zevende lid wordt de zin "De fotovoltaïsche installatie mag niet worden uitgebreid met een installatie die geniet van de regeling, vermeld in de artikelen 4.1.30/1 en 15.3.5/12 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, tenzij de betrokken netgebruiker onherroepelijk afstand heeft gedaan van dit recht overeenkomstig de artikelen 4.1.30/1, tweede en derde lid, en 15.3.5/12, vierde lid, van het Energiedecreet van 8 mei 2009." opgeheven.
Art.4. In titel VI, hoofdstuk IV, afdeling I, onderafdeling I van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020, wordt een artikel 6.4.1/1/5 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 6.4.1/1/5. De elektriciteitsdistributienetbeheerder geeft voor investeringen die zijn uitgevoerd en gefactureerd in 2021 en 2022 een premie aan de investeerder in de installatie van apparaten die de bestaande apparatuur bij accumulatieverwarming, elektrische boilers en warmtepompen sturen om het eigenverbruik in bijna-realtime te verhogen, elektrische belastingen te verschuiven naar perioden waarin er een overvloed aan elektriciteit wordt geproduceerd of het energieverbruik van de afnemer te verminderen.
De premie bedraagt 50% van het factuurbedrag voor het sturingsapparaat, vermeld in het eerste lid, met een maximum van 400 euro.
Per EAN-code kan maximaal één premie, als vermeld in het eerste lid, worden toegekend.
De minister kan nadere regels bepalen en technische vereisten vastleggen waaraan de werkzaamheden, producten en installaties, vermeld in dit artikel moeten voldoen om in aanmerking te komen voor de premie, vermeld in het eerste lid.".
Art.5. In artikel 6.4.1/5, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid, 8/1° wordt de datum "31/12/2023" vervangen door de datum "31/12/2024";
2° in het negende lid wordt de zin "De fotovoltaïsche installatie mag niet worden uitgebreid met een installatie die geniet van de regeling, vermeld in de artikelen 4.1.30/1 en 15.3.5/12 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, tenzij de betrokken netgebruiker onherroepelijk afstand heeft gedaan van dit recht overeenkomstig de artikelen 4.1.30/1, tweede en derde lid, en 15.3.5/12, vierde lid, van het Energiedecreet van 8 mei 2009." opgeheven.
Art.6. Aan artikel 6.4.1/6, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 november 2013, 15 juli 2016, 18 september 2020, en 18 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt tussen de zinsnede "6.4.1/1/1," en de zinsnede "6.4.1/4," de zinsnede "6.4.1/1/5," ingevoegd;
2° aan het tweede lid wordt de volgende zin toegevoegd:
"De premie wordt pas uitbetaald nadat de digitale meter is geplaatst conform de procedure, vermeld in artikel 3.1.52, § 1, vijfde lid.".
Art.7. In artikel 6.4.1/12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° er wordt een paragraaf 4/6 ingevoegd, die luidt als volgt:
" § 4/6. In afwijking van paragraaf 2 wordt er voor de uitvoering van de actieverplichtingen, vermeld in artikel 6.4.1/1/5 op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap, of op de in het Energiefonds beschikbare middelen, per kalenderjaar aan elke elektriciteitsdistributienetbeheerder een vergoeding toegekend. Deze vergoeding is per elektriciteitsdistributienetbeheerder gelijk aan het totaal van de in de periode die loopt van het vierde kwartaal van het voorgaande kalenderjaar tot en met het derde kwartaal van het lopende kalenderjaar op grond van artikel 6.4.1/1/5 door die elektriciteitsdistributienetbeheerder uitbetaalde premiebedragen.";
2° in paragraaf 5 wordt tussen het tweede en derde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
"De vergoedingen, vermeld in paragraaf 4/6, worden vanaf kalenderjaar 2021 en maximaal tot in het kalenderjaar 2025 toegekend.";
3° in paragraaf 5, derde lid, thans vierde lid geworden, worden de woorden "tot en met 4/5" vervangen door de woorden "tot en met 4/6";
4° in paragraaf 5, derde lid, thans vierde lid geworden, tussen de zinsnede "in volgende volgorde toegekend:" en de zinsnede "paragraaf 4/5," de zinsnede "paragraaf 4/6," ingevoegd;
5° in paragraaf 5, vierde lid, thans vijfde lid geworden, worden de woorden "tot en met 4/5" vervangen door de woorden "tot en met 4/6".
Art.8. In artikel 7.13.1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt de zinsnede ", vermeld in artikel 4.1.30/1 en artikel 15.3.5/12, eerste lid, van het Energiedecreet van 8 mei 2009," opgeheven;
2° het derde lid wordt opgeheven.
Art.9. In artikel 7.13.2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 september 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 wordt de zinsnede "en installaties waarvoor de duurtijd van de regeling, vermeld in de artikelen 4.1.30/1 en 15.3.5/12 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, verlopen is" vervangen door de zinsnede "en installaties die in dienst zijn genomen voor 1 januari 2021";
2° in paragraaf 3 wordt de zinsnede "of met een installatie waarvoor de duurtijd van de regeling, vermeld in de artikelen 4.1.30/1 en 15.3.5/12 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, verlopen is," vervangen door de zinsnede "of installaties die in dienst zijn genomen voor 1 januari 2021";
3° paragraaf 5 wordt vervangen door wat volgt:
" § 5. De bepalingen, vermeld in paragraaf 1, 2 en 3, zijn niet van toepassing op elektriciteit die geproduceerd wordt door productie-installaties die in dienst zijn genomen voor 1 januari 2021 en waar nog geen digitale meter is geplaatst.".
Art.10. In artikel 7.14.1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 18 september 2020, 11 december 2020, en 18 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, tweede lid wordt de zinsnede "middelen die daarvoor beschikbaar zijn in het Energiefonds" vervangen door de zinsnede "op de uitgavenbegroting voor dat jaar ingeschreven middelen en van de middelen van het Energiefonds";
2° in paragraaf 1, tweede lid wordt het woord "eigenaar" telkens vervangen door de woorden "eigenaar of lessee";
3° in paragraaf 1, derde lid wordt het jaartal "2021" vervangen door het jaartal "2024";
4° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:
"De premie voor de aankoop of leasing van een stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit bedraagt:
| 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
0 tot 4 kWh | €300 | €225 | €150 | €75 | 0 |
4 tot 6 kWh | €300 | €187,50 | €125 | €62,50 | 0 |
6 tot en met 9 kWh | €250 | €150 | €100 | €50 | 0 |
De premie wordt berekend op basis van de geïnstalleerde capaciteit van de stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit uitgedrukt in kilowattuur voor de eerste 4 kilowattuur, en wordt verhoogd op basis van extra geïnstalleerde capaciteit van de stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit uitgedrukt in kilowattuur bovenop de eerste 4 kilowattuur en tot maximaal 6 kilowattuur en bovenop de 6 kilowattuur en dit tot maximaal 9 kilowattuur. De premie bedraagt maximaal 2550 euro in 2021, 1725 euro in 2022, 1150 euro in 2023 en 575 euro in 2024. De premie kan echter nooit meer bedragen dan 40% van de investeringskosten.";
5° in paragraaf 2, tweede lid, wordt het woord "geïntegreerde" vervangen door "hybride";
6° in paragraaf 2 wordt het vierde lid opgeheven;
7° in paragraaf 3, eerste lid, 1°, wordt de zin "Indien nog geen digitale meter geplaatst is bij de aanvraag van de premie, volstaat voor de toekenning van de premie het bewijs van een goedgekeurde offerte voor de plaatsing van een digitale meter;" opgeheven;
8° in paragraaf 3, eerste lid wordt punt 2° vervangen door wat volgt:
"2° ze beschikt over een tweerichtingscommunicatie-interface en heeft de mogelijkheid om het laad- en ontlaadvermogen van de stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit te sturen in functie van de tijd of op basis van externe signalen;";
9° in paragraaf 3, tweede lid, 4°, wordt de zinsnede ", en waarbij de tariefdrager niet het maximale AC-vermogen van de omvormer uitgedrukt in kilowatt is zoals bedoeld in artikel 4.1.30/1, eerste lid van het Energiedecreet van 8 mei 2009" vervangen door de zinsnede ", en waarbij een digitale meter is geplaatst";
10° in paragraaf 3, tweede lid, wordt punt 5° opgeheven;
11° in paragraaf 4, eerste lid wordt tussen het woord "De" en de zinsnede "aanvraag van de premie" het woord "volledige" ingevoegd;
12° in paragraaf 4, eerste lid worden de woorden "drie maanden" vervangen door de woorden "zes maanden";
13° in paragraaf 4, tweede lid wordt tussen het woord "worden" en de zinsnede "de volgende documenten" het woord "minstens" ingevoegd;
14° in paragraaf 4, tweede lid wordt het woord "werkelijke" vervangen door het woord "bruikbare";
15° in paragraaf 4, tweede lid wordt tussen de zinsnede "capaciteit ervan," en de zinsnede ", de aanwezigheid van een tweerichtingscommunicatie-interface" de zinsnede "de investeringskost van de stationaire installatie voor elektrochemische opslag zoals vermeld in paragraaf 2, indien van toepassing de kostprijs van de hybride omvormer" ingevoegd;
16° in paragraaf 4, vijfde lid wordt tussen de zinsnede "de datum van de eerste" en de zinsnede "aanmelding," het woord "volledige" ingevoegd;
17° aan paragraaf 4 wordt een lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"In afwijking van het eerste lid kunnen aanvragen vanaf 1 april 2021 tot en met 31 december 2021 worden ingediend uiterlijk negen maanden na de factuurdatum of de datum waarop het leasecontract is gesloten.".
Art.11. Aan titel VII van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020, wordt een hoofdstuk XVI, dat bestaat uit artikel 7.16.1, toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Hoofdstuk XVI. Retroactieve investeringspremie voor decentrale productie-installaties met een nominaal vermogen van maximaal 10 kVA die in dienst zijn genomen voor 1 januari 2021
Art. 7.16.1. § 1. Het Vlaamse Gewest verleent een retroactieve investeringspremie aan de eigenaars van decentrale productie-installaties met een nominaal vermogen van maximaal 10 kVA die in dienst zijn genomen in de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2020. De retroactieve investeringspremie wordt verleend binnen de perken van de middelen die daarvoor beschikbaar zijn op de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap of de middelen die de minister daarvoor, na beslissing van de Vlaamse Regering, in het Energiefonds worden gereserveerd.
§ 2. Een aanvrager komt in aanmerking voor de retroactieve investeringspremie, vermeld in paragraaf 1, als al de volgende voorwaarden zijn vervuld:
1° de decentrale productie-installatie heeft een nominaal omvormersvermogen van maximaal 10 kVA en is in dienst genomen in de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2020;
2° de decentrale productie-installatie is aangesloten op het elektriciteitsdistributienet en de omvormer van de decentrale productie-installatie is in staat zijn elektriciteit te injecteren op het elektriciteitsdistributienet en heeft dat gedurende de laatste twaalf maanden nog gedaan;
3° de decentrale productie-installatie genoot op de datum van de uitspraak van het arrest nr. 5/2021 van 14 januari 2021 van het Grondwettelijk Hof van de regeling met betrekking tot de compensatie van injectie en afname, vermeld in artikel 15.3.5/12 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, vernietigd bij arrest nr. 5/2021 van 14 januari 2021 van het Grondwettelijk Hof;
4° de decentrale productie-installatie is uiterlijk op 1 oktober 2021 aangemeld bij de elektriciteitsdistributienetbeheerder van het elektriciteitsdistributienet waarop de installatie aangesloten is;
5° er is voor het toegangspunt in kwestie door de netbeheerder een digitale meter geplaatst of een andere meter geplaatst die de injectie en afname afzonderlijk kan meten;
6° de eigenaar of de gebruiker van de decentrale productie-installatie heeft de netbeheerder vanaf 1 januari 2025 voor de plaatsing van een digitale meter niet de toegang geweigerd tot de ruimte waarin de elektriciteits- of aardgasmeter is opgesteld en waarover hij het eigendoms- of gebruiksrecht heeft;
7° de aanvrager doet uitdrukkelijk afstand van iedere rechtsvordering ten aanzien van het Vlaamse Gewest tot vergoeding van enige vermeende directe of indirecte schade ten gevolge van het arrest nr. 5/2021 van 14 januari 2021 van het Grondwettelijk Hof. Deze afstand geschiedt onder de opschortende voorwaarde van het ontvangen van de premie.
§ 3. De aanvrager komt in aanmerking voor de retroactieve investeringspremie, als hij zich, op straffe van onontvankelijkheid van de aanvraag, uiterlijk zes maanden na de plaatsing van de digitale meter en niet later dan 31 december 2025 aanmeldt via een webapplicatie die de elektriciteitsdistributienetbeheerder of zijn werkmaatschappij ter beschikking stelt. De aanmelding bevat minstens al de volgende gegevens:
1° de unieke identificatie, het rijksregisternummer, bis-nummer of ondernemingsnummer, en de contactgegevens van de aanvrager van de retroactieve investeringspremie;
2° het rekeningnummer waarop de retroactieve investeringspremie wordt uitbetaald;
3° de identificatie van de decentrale productie-installatie aan de hand van het EAN-nummer van het toegangspunt;
4° de datum van indienstneming van de decentrale productie-installatie;
5° het geïnstalleerd vermogen van de decentrale productie-installatie uitgedrukt in kWp;
6° de datum van de plaatsing van de digitale meter.
In afwijking van het eerste lid kan voor decentrale productie-installaties, vermeld in paragraaf 1, waar vóór de datum van de inwerkingtreding van dit artikel door de netbeheerder al een digitale meter is geïnstalleerd of een andere meter geplaatst die de injectie en afname afzonderlijk kan meten, en waarbij de eigenaar geen afstand heeft gedaan van de regeling met betrekking tot de compensatie van injectie en afname conform artikel 15.3.5/12, vierde lid, van het Energiedecreet van 8 mei 2009, vernietigd bij arrest nr. 5/2021 van 14 januari 2021 van het Grondwettelijk Hof, op straffe van onontvankelijkheid, een aanvraag worden ingediend binnen zes maanden vanaf de dag van de inwerkingtreding van dit artikel.
Voor de verwerkingen van persoonsgegevens is het VEKA de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming. Het VEKA doet voor de administratieve behandeling van de dossiers en voor de voorbereiding van de uitbetaling ook een beroep op de diensten van de elektriciteitsdistributienetbeheerder of zijn werkmaatschappij. De elektriciteitsdistributienetbeheerder of zijn werkmaatschappij bezorgt wekelijks in 2021 en vanaf 2022 minstens maandelijks aan het VEKA een lijst van de besliste dossiers die in aanmerking komen voor de retroactieve investeringspremie. Die lijst bevat de naam- en adresgegevens van de personen die in aanmerking komen, het rijksregisternummer, bis-nummer of ondernemingsnummer, hun rekeningnummer en het respectievelijke bedrag van de retroactieve investeringspremie. Het VEKA kan het format bepalen waaronder die lijst wordt doorgestuurd.
Het VEKA kan ter bestrijding van energiefraude op eenvoudig verzoek bij de elektriciteitsdistributienetbeheerder van het net waarop de decentrale productie-installatie is aangesloten of diens werkmaatschappij de nodige inlichtingen opvragen over de correctheid van de gegevens uit de aanvraag van de retroactieve investeringspremie.
De verwerkte gegevens over de aanvragen voor de retroactieve investeringspremie worden tot vijftien jaar na de beslissing tot weigering of tot uitbetaling van de tegemoetkoming bewaard.
§ 4. De hoogte van de retroactieve investeringspremie is vastgelegd in de tabel die is opgenomen in bijlage IV/2, die bij dit besluit is gevoegd, en wordt rekening houdende met artikel 7.13.1, eerste lid, berekend per EAN-nummer.
Voor het bepalen van de hoogte van de retroactieve investeringspremie wordt in het geval van decentrale productie-installaties op zonne-energie het piekvermogen van de zonnepanelen gebruikt dat op 28 februari 2021 op het EAN-nummer is aangesloten. Het maximaal piekvermogen wordt echter beperkt tot 10 kilowattpiek. Dit piekvermogen wordt aangetoond op basis van een installatiefactuur of een AREI-keuringsattest. Indien dit piekvermogen niet aangetoond kan worden, wordt het aantal kilowattpiek gelijkgesteld aan het vermogen van de omvormer en dit beperkt tot 10 kilowattpiek.
§ 5. Als de eigenaar vanaf de dag van de inwerkingtreding van dit artikel zelf op eigen initiatief aan de elektriciteitsdistributienetbeheerder vraagt om een digitale meter te installeren vóór 31 december 2023, wordt de retroactieve investeringspremie die conform paragraaf 4 is vastgesteld, verhoogd met 100 euro.
§ 6. De retroactieve investeringspremie wordt uitbetaald na de aanvraag van uitbetaling en op voorwaarde dat is voldaan aan al de voorwaarden, vermeld in dit artikel.
§ 7. De retroactieve investeringspremie moet worden teruggestort als na het verkrijgen van de retroactieve investeringspremie:
1° niet meer aan de voorwaarden uit dit artikel is voldaan;
2° de decentrale productie-installatie wordt verplaatst naar een ander perceel, en dit binnen een termijn van vijftien jaar volgende op de datum van de indienstneming van de decentrale productie-installatie;
3° geen vijf jaar operationeel blijft.".
Art.12. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2021, wordt een bijlage IV/2 ingevoegd, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.13. Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 11 en artikel 12 die in werking treden op 19 juli 2021.
Artikel 7.14.1, § 2, eerste lid, en § 3, tweede lid, van het Energiebesluit van 19 november 2010, zoals respectievelijk gewijzigd bij artikel 10, 4°, en artikel 10, 10°, van dit besluit, is voor het eerst van toepassing op premie-aanvragen vanaf 1 april 2021."
Art.14. De Vlaamse minister, bevoegd voor de energie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N. - Het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft het invoeren van een retroactieve investeringspremie voor PV-eigenaars waarvoor de virtuele terugdraaiende teller wegvalt
Bijlage IV/2. Retroactieve investeringspremie voor decentrale productie-installaties met een nominaal omvormersvermogen van maximaal 10 kVA in dienst genomen voor 1 januari 2021
De hoogte van de retroactieve investeringspremie, vermeld in artikel 7.16.1, § 4, bedraagt per euro/kilowattpiek:
| Digitale meter of een andere meter die de injectie en afname afzonderlijk kan meten werd geplaatst voor 2021 | Digitale meter of een andere meter die de injectie en afname afzonderlijk kan meten werd geplaatst in 2021 | Digitale meter of een andere meter die de injectie en afname afzonderlijk kan meten werd geplaatst in 2022 | Digitale meter of een andere meter die de injectie en afname afzonderlijk kan meten werd geplaatst in 2023 | Digitale meter of een andere meter die de injectie en afname afzonderlijk kan meten werd geplaatst in 2024 | Digitale meter of een andere meter die de injectie en afname afzonderlijk kan meten werd geplaatst in 2025 |
Indienstname installatie in 2020 | €327 | €327 | €281 | €269 | €256 | €242 |
Indienstname installatie in 2019 | €336 | €336 | €291 | €279 | €266 | €253 |
Indienstname installatie in 2018 | €348 | €348 | €304 | €292 | €280 | €267 |
Indienstname installatie in 2017 | €382 | €382 | €340 | €330 | €320 | €309 |
Indienstname installatie in 2016 | €436 | €436 | €396 | €389 | €382 | €375 |
Indienstname installatie in 2015 | €383 | €383 | €341 | €331 | €321 | €311 |
Indienstname installatie in 2014 | €289 | €289 | €242 | €227 | €212 | €196 |
Indienstname installatie in 2013 | €12 | €12 | €0 | €0 | €0 | €0 |
Indienstname installatie in 2012 | €0 | €0 | €0 | €0 | €0 | €0 |
Indienstname installatie in 2011 | €0 | €0 | €0 | €0 | €0 | €0 |
Indienstname installatie in 2010 | €0 | €0 | €0 | €0 | €0 | €0 |
Indienstname installatie in 2009 | €0 | €0 | €0 | €0 | €0 | €0 |
Indienstname installatie in 2008 | €0 | €0 | €0 | €0 | €0 | €0 |
Indienstname installatie in 2007 | €0 | €0 | €0 | €0 | €0 | €0 |
Indienstname installatie in 2006 | €140 | €140 | €0 | €0 | €0 | €0 |