1 JULI 2021. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de invoering van een weerbaarheidsmechanisme voor de sectoren die het zwaarst getroffen zijn sinds het begin van de COVID-19-crisis
Art. 1-11
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° decreet: het decreet van 11 maart 2004 betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen;
2° Minister: de Minister bevoegd voor Economie;
3° onderneming: de zeer kleine, kleine of middelgrote onderneming bedoeld in artikel 3, §§ 3 en 5, van het decreet, evenals de natuurlijke persoon die een activiteit in hoofd- of bijberoep uitoefent en die, rekening houdend met zijn beroepsinkomsten, sociale bijdragen betaalt;
4° NACE-BEL-code: de activiteitennomenclatuur uitgewerkt door het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NACE-BEL 2008) in ééngemaakt Europees verband, opgelegd bij Verordening (EEG) nr. 3037/90 van 9 oktober 1990 van de Raad betreffende de statistieke nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap, gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 761/93 van de Commissie van 24 maart 1993, bij Verordening (EG) nr. 29/2002 van 19 december 2001, bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europese Parlement en van de Raad van 29 september 2003 en bij Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europese Parlement en van de Raad van 20 december 2006;
5° Administratie: de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling en Onderzoek;
6° webplatform: de webtoepassing bedoeld in artikel 1, § 1, eerste lid, 6°, van het decreet van 21 december 2016 houdende de toekenning van steun via een in het Waalse Gewest geïntegreerd steunportfolio aan projectontwikkelaars en kleine en middelgrote ondernemingen, ter vergoeding van de diensten ter bevordering van het ondernemerschap of de groei, en strekkende de oprichting van een databank van authentieke bronnen die verbonden is met die geïntegreerde portefeuille, die toegankelijk is op https://indemniteCOVID.wallonie.be;
7° personeelsbestand: het gemiddeld aantal werknemers, in 2019 tewerkgesteld via een arbeidsovereenkomst in de gezamenlijke bedrijfszetels van de onderneming die overeenstemmen met de arbeidseenheden (JAE), berekend op grond van de multifunctionele aangiften bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid voor de vier kwartalen van 2019;
8° tijdelijke kaderregeling: de mededeling van de Commissie van 19 maart 2020 in verband met de tijdelijke omkadering van de staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie in de actuele context van de wijdverspreide COVID-19-epidemie, laatst gewijzigd op 28 januari 2021.
Art.2. De gezondheidscrisis gebonden aan het coronavirus COVID-19 wordt door de Regering erkend als een buitengewone gebeurtenis in de zin van artikel 10 van het decreet.
Art.3. De in dit besluit bedoelde tegemoetkoming wordt toegestaan onder de voorwaarden van punt 22 van de tijdelijke kaderregeling.
Art.4. Volgens de door de Minister bepaalde modaliteiten wordt een tegemoetkoming toegekend aan de onderneming:
1° die vóór 1 januari 2021 in het Waalse Gewest eigenaar was van een vestigingseenheid als bedoeld in artikel I.2., 16°, van Boek I van het Wetboek van economisch recht;
2° die via enig bewijsstuk aantoont dat het totale omzetverlies over de periode van het tweede kwartaal van 2020 tot en met het eerste kwartaal van 2021 ten minste 60% bedraagt ten opzichte van de periode van het tweede kwartaal van 2019 tot en met het eerste kwartaal van 2020;
3° waarvan de activiteit ressorteert onder de NACE-BEL-codes vermeld onder één van de sectoren of deelsectoren bedoeld in hiernavolgende afdelingen en subklassen:
a.1) 47.810 van de NACE-BEL-code;
a.2) 47.820 van de NACE-BEL-code;
a.3) 47.890 van de NACE-BEL-code;
a.4) 47.990 van de NACE-BEL-code;
b) 49.390 van de NACE-BEL-code;
c.1) 55.100 van de NACE-BEL-code;
c.2) 55.201 van de NACE-BEL-code;
c.3) 55.202 van de NACE-BEL-code;
c.4) 55.203 van de NACE-BEL-code;
c.5) 55.204 van de NACE-BEL-code;
c.6) 55.209 van de NACE-BEL-code;
c.7) 55.300 van de NACE-BEL-code;
c.8) 55.900 van de NACE-BEL-code;
d.1) 56.101 van de NACE-BEL-code;
d.2) 56.102 van de NACE-BEL-code;
d.3) 56.210 van de NACE-BEL-code;
d.4) 56.301 van de NACE-BEL-code;
d.5) 56.302 van de NACE-BEL-code;
d.6) 56.309 van de NACE-BEL-code;
e) 59.140 van de NACE-BEL-code;
f.1) 79.110 van de NACE-BEL-code;
f.2) 79.120 van de NACE-BEL-code;
f.3) 79.901 van de NACE-BEL-code;
f.4) 79.909 van de NACE-BEL-code;
g) 82.300 van de NACE-BEL-code;
h.1) 85.510 van de NACE-BEL-code;
h.2) 85.520 van de NACE-BEL-code;
i.1) 90.021 van de NACE-BEL-code;
i.2) 90.041 van de NACE-BEL-code;
i.3) 90.042 van de NACE-BEL-code;
j.1) 91.030 van de NACE-BEL-code;
j.2) 91.041 van de NACE-BEL-code;
k) 92.000 van de NACE-BEL-code.
l.1) 93.110 van de NACE-BEL-code;
l.2) 93.121 van de NACE-BEL-code;
l.3) 93.122 van de NACE-BEL-code;
l.4) 93.123 van de NACE-BEL-code;
l.5) 93.124 van de NACE-BEL-code;
l.6) 93.125 van de NACE-BEL-code;
l.7) 93.126 van de NACE-BEL-code;
l.8) 93.127 van de NACE-BEL-code;
l.9) 93.128 van de NACE-BEL-code;
l.10) 93.129 van de NACE-BEL-code;
l.11) 93.130 van de NACE-BEL-code;
l.12) 93.199 van de NACE-BEL-code;
l.13) 93.211 van de NACE-BEL-code;
l.14) 93.212 van de NACE-BEL-code;
l.16) 93.292 van de NACE-BEL-code;
l.17) 93.299 van de NACE-BEL-code;
m.1) 96.021 van de NACE-BEL-code;
m.2) 96.022 van de NACE-BEL-code;
m.3) 96.040 van de NACE-BEL-code;
m.4) 96.091 van de NACE-BEL-code;
m.5) 96.092 van de NACE-BEL-code;
m.6) 96.095 van de NACE-BEL-code;
m.7) 96.099 van de NACE-BEL-code;
4° die, met inbegrip van de in dit besluit bedoelde tegemoetkoming, niet meer dan 1 800 000 EUR aan steun uit hoofde van punt 22 van de tijdelijke kaderregeling heeft ontvangen;
4° die geen onderneming in moeilijkheden was op 31 december 2019 in de zin van artikel 2, punt 18, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, hierna "Verordening (EU) 651/2014" genoemd.
In afwijking van lid 1, 2°, moet de tussen 1 januari 2019 en 31 december 2020 opgerichte onderneming, via het financieel plan of enig ander bewijsstuk, aantonen dat het totale omzetverlies over de periode van het tweede kwartaal van 2020 tot en met het eerste kwartaal van 2021 ten minste 60% bedraagt.
De Minister kan bepalen welke bewijsstukken de onderneming moet overleggen om het in het eerste, tweede en derde lid bedoelde omzetverlies aan te tonen.
De in het eerste lid bedoelde tegemoetkoming kan slechts eenmaal per onderneming ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen worden toegekend, overeenkomstig boek III, Titel 2, hoofdstuk 1, van het Wetboek van Economisch recht.
De Minister kan sectoren of delen van sectoren, bedoeld in het eerste lid, 3°, toevoegen voor zover zij sinds het begin van de COVID-19-crisis blijvend getroffen zijn, hetzij door de duur van de sluiting zoals opgelegd bij de opeenvolgende ministeriële besluiten van de federale Regering, hetzij door de verbodsbepalingen en voorwaarden in verband met niet-essentiële reizen.
Art.5. Het bedrag van de tegemoetkoming komt, overeenkomstig de door de Minister vastgestelde modaliteiten, overeen met 15% van de totale omzet die de onderneming in de periode van het eerste kwartaal van 2019 tot en met het vierde kwartaal van 2019 heeft behaald, en wordt als volgt beperkt:
1° indien het omzetverlies, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, lager dan of gelijk is aan 75% is:
a) 30.000 euro als het personeelsbestand 0 bedraagt;
b) 60.000 euro als het personeelsbestand hoger is dan 0 en lager is dan 10;
c) 120.000 euro als het personeelsbestand gelijk is aan of hoger is dan 10 en lager dan 50;
d) 240.000 euro als het personeelsbestand gelijk is aan of hoger is dan 50.
2° indien het omzetverlies, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, hoger dan 75% is:
a) 37.500 euro als het personeelsbestand 0 bedraagt;
b) 75.000 euro als het personeelsbestand hoger is dan 0 en lager is dan 10;
c) 150.000 euro als het personeelsbestand gelijk is aan of hoger is dan 10 en lager dan 50;
d) 300.000 euro als het personeelsbestand gelijk is aan of hoger is dan 50.
Voor de onderneming bedoeld in artikel 4, tweede lid, stemt het bedrag van de tegemoetkoming overeen met 15% van de omzet die door de onderneming globaal wordt geraamd via het financieel plan of enig ander bewijsstuk, voor de periode van het tweede kwartaal van 2020 tot het eerste kwartaal van 2021 en wordt het, in afwijking van artikel 1, 7°, beperkt waarbij met het gemiddeld aantal werknemers in 2020 rekening wordt gehouden.
De steun die aan de onderneming is toegekend overeenkomstig de volgende besluiten van de Waalse Regering wordt afgetrokken van het bedrag van de in de leden 1 en 2 berekende tegemoetkoming:
1° besluit van de Waalse Regering van 20 maart 2020 betreffende de toekenning van compensatievergoedingen in het kader van de maatregelen tegen het coronavirus COVID-19.
2° besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 26 van 28 april 2020 tot toekenning, op tijdelijke basis, van een aanvullende steun op het overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen in het kader van de crisis van het coronavirus COVID-19 en tot wijziging van verschillende wetgevingen en reglementeringen;
3° besluit van de Waalse Regering van 16 juli 2020 betreffende de toekenning van aanvullende vergoedingen in het kader van de maatregelen tegen het coronavirus COVID-19;
4° besluit van de Waalse Regering van 12 november 2020 betreffende de toekenning van een financiële tegemoetkoming in het kader van de crisis in verband met het coronavirus COVID-19;
5° besluit van de Waalse Regering van 12 november 2020 betreffende de toekenning van een specifieke toekenning ten gunste van de inrichtingen die per beslissing zijn gesloten in het kader van de crisis in verband met het coronavirus COVID-19;
6° besluit van de Waalse Regering van 11 december 2020 betreffende de toekenning van een tegemoetkoming ten gunste van de inrichtingen die sinds 2 november 2020 per beslissing zijn gesloten in het kader van de crisis in verband met het coronavirus COVID-19 et tot wijziging van diverse regelgevingen;
7° besluit van de Waalse Regering van 19 februari 2021 betreffende de toekenning van een bijkomende tegemoetkoming ten gunste van de inrichtingen die per beslissing zijn gesloten in het kader van de crisis in verband met het coronavirus COVID-19;
8° besluit van de Waalse Regering van 11 maart 2021 betreffende de toekenning van een specifieke tegemoetkoming ten gunste van hotels en gelijkaardige logies in het kader van de crisis in verband met het coronavirus COVID-19;
9° besluit van de Waalse Regering van 22 april 2021 betreffende de toekenning van een specifieke vergoeding aan zelfstandigen en ondernemingen die actief zijn in de BtoB-sector en onrechtstreeks getroffen worden door beslissingen tot sluiting;
10° besluit van de Waalse Regering van 22 april 2021 betreffende de toekenning van een specifieke vergoeding ten gunste van bepaalde sectoren die onrechtstreeks worden getroffen door sluitingsbeslissingen in het kader van de crisis in verband met het coronavirus COVID-19;
11° besluit van de Waalse Regering van 22 april 2021 betreffende de toekenning van een aanvullende tegemoetkoming ten gunste van de inrichtingen in de horecasector die bij beslissing gesloten worden in het kader van crisis van het coronavirus COVID-19;
12° besluit van de Waalse Regering van 22 april 2021 betreffende de toekenning van een specifieke toelage voor de sector personenvervoer;
13° besluit van de Waalse Regering van 22 april 2021 betreffende de toekenning van een specifieke vergoeding ten gunste van bepaalde sectoren die onrechtstreeks worden getroffen door sluitingsbeslissingen in het kader van de crisis in verband met het coronavirus COVID-19.
Indien het bedrag van de tegemoetkoming, verminderd met de in lid 3 bedoelde steun, negatief is, betaalt de onderneming het verschil niet terug.
Art.6. Volgens de door de Minister vastgestelde modaliteiten dient de onderneming via een formulier op het webplatform haar aanvraag voor de tegemoetkoming in bij de Administratie.
Bij het indienen van het dossier op het webplatform moet de onderneming ten minste de volgende informatie verstrekken:
1° haar nummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen;
2° de NACE-BEL-code voor de activiteit waarvoor de onderneming de financiële tegemoetkoming aanvraagt;
3° een verklaring op erewoord die op het webplatform ingevuld moet worden;
4° het rekeningnummer van de onderneming.
De onderneming verklaart minstens door middel van de in het tweede lid, 3°, bedoelde verklaring op erewoord dat zij de plafonds zoals bepaald bij de tijdelijke kaderregeling en als bedoeld in artikel 4, lid 1, 4°, niet overschrijdt en dat zij valt onder een activiteit vermeld in één van de NACE-BEL-codes bedoeld in artikel 4, lid 1, 3°.
Het bedrag van de tegemoetkoming wordt door de Administratie overeenkomstig artikel 5 berekend op grond van de gegevens die haar zijn medegedeeld via de authentieke bronnen of door de onderneming.
De Administratie kan eveneens gebruik maken van de databanken die authentieke bronnen vormen om alle gegevens te verkrijgen die nodig zijn voor het onderzoek van het dossier.
Art.7. De beslissing over de ontvankelijkheid, de betaling, de controle en invordering van de tegemoetkoming wordt genomen door elk personeelslid van niveau A als bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode, dat door de directeur-generaal van de Administratie wordt aangewezen.
Art.8. Wanneer de tegemoetkomingsaanvraag niet ontvankelijk is, schorst het in artikel A bedoelde personeelslid van niveau de aanvraag en stelt hij de onderneming daarvan in kennis, die haar aanvraag kan aanvullen en indienen voor een nieuw onderzoek naar ontvankelijkheid.
Indien het dossier niet binnen een maand na de datum van kennisgeving van de schorsing wordt aangevuld, of indien de tegemoetkomingsaanvraag opnieuw niet-ontvankelijk wordt verklaard, wordt ze definitief geannuleerd.
Indien de aanvraag aan de gestelde voorwaarden voldoet, wordt de onderneming er elektronisch van in kennis gesteld dat de tegemoetkoming wordt toegekend.
Art.9. Overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) nr. 651/2014 maakt de Administratie binnen twaalf maanden na de datum van toekenning via de IT-tool van de Europese Commissie de in bijlage III bij die verordening vermelde relevante informatie bekend over elke tegemoetkoming van meer dan 100 000 euro die in het kader van dit besluit wordt toegekend.
De Administratie bewaart alle gegevens die nodig zijn om vast te stellen of aan de gestelde voorwaarden is voldaan, gedurende een periode van tien jaar na de toekenning van de tegemoetkoming. De Administratie geeft deze informatie door aan de Europese Commissie als deze daarom verzoekt.
Art.10. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
Art. 11. De Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.