Details





Titel:

4 JUNI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot het openstellen van en het verlenen van steun binnen de oproep City of Things 2021



Inhoudstafel:


Art. 1-18
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° Agentschap Innoveren & Ondernemen: het agentschap, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 aangaande het Agentschap Innoveren & Ondernemen;
  2° City of Things: de oproep waarvan het opzet en de betekenis wordt verduidelijkt in de handleiding;
  3° Fonds Innoveren en Ondernemen: het Fonds Innoveren en Ondernemen, opgericht bij artikel 41, § 1, van het decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002;
  4° handleiding: het opzet, de betekenis en de concrete instructies voor City of Things, die zijn opgenomen in de bijlage 1 die bij dit besluit is gevoegd;
  5° indiener: de stad, gemeente of Vlaamse Gemeenschapscommissie die de steun aanvraagt;
  6° partner: de stad, de gemeente, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, het intergemeentelijke samenwerkingsverband met een rechtstreekse dienstverlening aan burgers of ondernemingen en de entiteit van de Vlaamse overheid die geen indiener is maar met de indiener samenwerkt;
  7° project: het initiatief dat kadert binnen City of Things en waarvoor steun wordt aangevraagd.

Art.2. Dit besluit bevat een oproep tot indiening van steunaanvragen voor projecten met betrekking tot City of Things.

Art.3. Het opzet van deze oproep en de betekenis van City of Things, smart city en smart region voor Vlaanderen wordt verduidelijkt in de handleiding.

Art.4. Enkel projecten die de transformatie naar smart city en smart region in het Vlaamse Gewest stimuleren komen in aanmerking voor steun.
  De ingediende projecten dienen complementair te zijn met de reeds lopende initiatieven, ondersteund door de Vlaamse Regering en additioneel aan het reeds bestaande aanbod van tools, diensten en instrumenten. Dubbele steun is niet toegestaan.

Art.5. Een project wordt goedgekeurd voor een periode van maximaal 30 maanden en start uiterlijk 6 maanden na de officiële goedkeuring van de steunaanvraag. De kosten die de indiener maakt voor de datum van de indiening van het project komen niet in aanmerking voor steun.
  Elke wijziging aan deze periode en aan het project moet schriftelijk goedgekeurd worden door het Agentschap Innoveren & Ondernemen.

Art.6. De steun-enveloppe voor deze oproep wordt vastgesteld op maximaal 9.000.000 euro (negen miljoen euro). Dat bedrag wordt voorzien op het Fonds voor Innoveren en Ondernemen voor het begrotingsjaar 2022.

Art.7. De steun per project bedraagt maximaal 900.000 euro (negenhonderdduizend euro).
  Het steunpercentage wordt bepaald op 80% van de aanvaardbare projectkosten, in voorkomend geval beperkt tot maximaal het netto te financieren saldo. De overige 20% is eigen inbreng.
  De aanvaardbare kosten worden vermeld in de controlerichtlijnen, die zijn opgenomen in de bijlage 2 die bij dit besluit is gevoegd.
  Als personeelsleden, van wie kosten worden ingebracht in het project, in dezelfde periode ook nog werkzaam zijn of zullen zijn op andere financieel gesteunde projecten van om het even welke overheid of op projecten waarvoor kosten zullen worden gefactureerd aan derden, moet een overzicht worden toegevoegd van de tijd die door het personeelslid in die periode aan elk van die andere projecten zal worden besteed. Er kan slechts maximum 100% van het loon over de verschillende projecten heen worden toegewezen. Hetzelfde principe geldt voor de andere kostenrubrieken.

Art.8. Alleen Vlaamse steden en gemeenten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie kunnen een aanvraag indienen in City of Things. Andere Vlaamse steden en gemeenten, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden met een rechtstreekse dienstverlening aan burgers of ondernemingen en entiteiten van de Vlaamse overheid kunnen optreden als partner.
  Ondernemingen of kennisinstellingen kunnen als onderaannemer optreden voor externe kennisinbreng, maar kunnen zelf geen aanvraag indienen.
  De indiener moet beschikken over rechtspersoonlijkheid en een inschrijvingsnummer hebben in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO).

Art.9. Alleen de indiener en de partners komen in aanmerking voor steun.

Art.10. De oproep verloopt in twee fasen. In een eerste fase wordt een co-creatietraject opgezet om projectideeën te distilleren waarvoor een ruim draagvlak bestaat en die een voldoende groot opschalingspotentieel hebben.
  In een eerste fase kunnen de geïnteresseerden een idee aanmelden. Het aanmeldingsformulier, dat is opgenomen in de bijlage 3 die bij dit besluit is gevoegd, moet uiterlijk op 15 september 2021 om 12u 's middags binnen zijn de mailbox cityofthings@vlaio.be. De datum en het uur van ontvangst op de servers van het Agentschap Innoveren & Ondernemen gelden daarbij als bewijs. Bij het indienen van de aanmelding moet er rekening gehouden worden met de bepalingen van de handleiding.
  In de tweede fase kunnen de eigenlijke steunaanvragen ingediend worden. Het aanvraagformulier en het kostenmodel, die zijn opgenomen in respectievelijk bijlage 4 en bijlage 5 die bij dit besluit zijn gevoegd, moeten uiterlijk op 6 december 2021 om 12u 's middags binnen zijn in de mailbox cityofthings@vlaio.be. De datum en het uur van ontvangst op de servers van het Agentschap Innoveren & Ondernemen gelden daarbij als bewijs. Bij het indienen van de steunaanvraag moet er rekening gehouden worden met de bepalingen van de handleiding.
  Alle documenten zijn vanaf de inwerkingtreding van dit besluit beschikbaar op www.vlaio.be/city-of-things.

Art.11. De criteria voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van de ingediende projectvoorstellen zijn opgenomen in de handleiding. Alle ingediende projectvoorstellen worden getoetst aan deze ontvankelijkheidscriteria.
  Projecten die niet ontvankelijk zijn, worden uitgesloten van de verdere selectieprocedure.

Art.12. Het Agentschap Innoveren & Ondernemen bepaalt de samenstelling van de jury en de wijze van jurering.

Art.13. Elke ontvankelijke aanvraag zal beoordeeld worden volgens de criteria opgenomen in de handleiding en krijgt een score op 100. De projecten met een score van 60 of meer worden in dalende volgorde gerangschikt volgens hun totaalscore. Er wordt op deze wijze een rangschikking gemaakt voor de projecten smart economy enerzijds en voor de projecten uit de andere thema's anderzijds. In eerste instantie krijgen de projecten smart economy een subsidie toegekend, nadien de projecten uit de andere thema's tot uitputting van de enveloppe. Smart port projecten worden in aanmerking genomen als smart economy.

Art.14. De steun wordt uitbetaald in drie schijven:
  1° 30% na de beslissing tot toekenning van de steun, op voorwaarde dat de indiener:
  a) de uitbetaling van de schijf via een schuldvordering aanvraagt;
  b) verklaart dat het project is gestart;
  2° 30% na ten vroegste 12 maanden na de beslissing tot toekenning van de steun, op voorwaarde dat de indiener:
  a) de uitbetaling van de schijf via een schuldvordering aanvraagt;
  b) een kwalitatieve en kwantitatieve stand van zaken indient via het door het Agentschap Innoveren & Ondernemen aangeleverde format waarmee aangetoond wordt dat het project inhoudelijk en financieel voor 60% gerealiseerd is;
  3° 40% na afloop van het project, op voorwaarde dat de indiener:
  a) de uitbetaling van de schijf binnen de 6 maanden na beëindiging van het project via een schuldvordering aanvraagt;
  b) de indiener een kwantitatief en kwalitatief eindverslag via het door het Agentschap Innoveren & Ondernemen aangeleverde format indient waaruit blijkt in welke mate de vooropgestelde doelstellingen werden bereikt en een verantwoording ervan;
  c) de indiener een ondertekende afrekeningsstaat van alle gerealiseerde ontvangsten en gemaakte kosten indient en de nodige bewijsstukken;
  d) de eindresultaten oplevert die kunnen gedeeld worden met andere geïnteresseerde lokale besturen;
  e) in de mate dat het saldo is verschuldigd, zoals moet blijken uit een positief inspectieverslag van het Agentschap Innoveren & Ondernemen.

Art.15. Het Agentschap Innoveren & Ondernemen kan vanaf de indiening van de steunaanvraag op elk moment controleren of de voorwaarden van dit besluit worden nageleefd. Die controle kan, afhankelijk van het feit of de steun al dan niet werd toegekend, het gevolg hebben dat de steun wordt geweigerd, dan wel niet wordt uitbetaald of wordt teruggevorderd.

Art.16. De steun kan geheel of gedeeltelijk teruggevorderd worden indien de uiteindelijke kostprijs van het project kleiner is dan aanvankelijk werd begroot of aanvaard.
  Het Agentschap Innoveren & Ondernemen kan beslissen om de steun geheel of gedeeltelijk niet uit te betalen, de uitbetaling van de steun stop te zetten of de gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de steun te eisen, indien één van de volgende gevallen zich voordoet:
  1° het project voldoet niet aan alle bepalingen als vermeld in de oproep;
  2° de steun wordt niet aangewend voor de doeleinden waarvoor ze is verleend;
  3° de begunstigde verhindert of belemmert de controle;
  4° het project werd onvolledig uitgevoerd of voortijdig stopgezet, waardoor het vooropgestelde resultaat niet werd bereikt;
  5° de uiteindelijke kostprijs van het project is kleiner dan aanvankelijk begroot of aanvaard;
  6° het project heeft onvoldoende concrete resultaten opgeleverd in Vlaanderen.

Art.17. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art.18. De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 09-07-2021, p. 69653)