Artikels:
Artikel 1. Aan de sociale huisvestingsmaatschappijen die in 2021 optreden als kredietbemiddelaar van bijzondere sociale leningen, vermeld in de lijst, gevoegd als bijlage bij dit besluit, wordt gezamenlijk een subsidie toegekend van 6.382.662 euro. De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, hierna VMSW te noemen, zorgt voor de uitbetaling van de subsidie aan de sociale huisvestingsmaatschappijen.
Het bedrag van 6.382.662 euro wordt aangerekend op basisallocatie 1QD676 van het begrotingsartikel QF0-1QDG2PA-WT van de begroting 2021 van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, en wordt onmiddellijk na de inwerkingtreding van dit besluit aan de VMSW overgemaakt.
Art.2. De subsidie, vermeld in artikel 1, wordt verdeeld op basis van het uitstaande kapitaal van de bijzondere sociale leningen die via de bemiddeling van de sociale huisvestingsmaatschappij werden verstrekt per 31 december 2020. Voor de bijzondere sociale leningen die vóór 1 januari 2007 werden verstrekt, bedraagt de subsidie 0,25% van het uitstaande kapitaal. Voor de leningen die vanaf 1 januari 2007 werden verstrekt, varieert de subsidie per verstrekte lening in functie van de looptijd van de lening volgens de volgende tabel:
Looptijd | Subsidie |
20 jaar of minder | 0,250% |
21 jaar | 0,240% |
22 jaar | 0,230% |
23 jaar | 0,220% |
24 jaar | 0,215% |
25 jaar | 0,210% |
26 jaar | 0,205% |
27 jaar | 0,200% |
28 jaar | 0,195% |
29 jaar | 0,190% |
30 jaar | 0,185% |
Art.3. De sociale huisvestingsmaatschappij kan de subsidie, vermeld in artikel 1, aanwenden voor alle kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van haar opdracht als kredietbemiddelaar bij de verstrekking van bijzondere sociale leningen in het boekjaar 2021.
De kosten, vermeld in het eerste lid, hebben betrekking op:
1° de personeelsleden die de kredietbemiddelingsopdracht uitvoeren;
2° de werkingskosten die eigen zijn aan het uitvoeren van de kredietbemiddelingsopdracht;
3° andere personeelskosten;
4° de afschrijvingskosten van materiële vaste activa die voor de kredietbemiddelingsopdracht worden ingezet.
De kost, vermeld in het tweede lid, 1°, die kan worden ingebracht, bedraagt maximaal 1.400 euro per ontvangen voorschot op de dossierkosten, vermeld in artikel 5.117, eerste lid, 10°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Kosten die niet specifiek aan de kredietbemiddelingsopdracht kunnen worden toegewezen, zullen aan de hand van een verdeelsleutel worden toegewezen. De verdeelsleutel is gelijk aan de verhouding tussen enerzijds het specifiek voor de kredietbemiddelingsopdracht ingezette personeel en anderzijds het volledige personeelsbestand, verminderd met de personeelsleden die enkel overhead-taken uitvoeren, van de sociale huisvestingsmaatschappij. Op gemotiveerd voorstel van de sociale huisvestingsmaatschappij en na goedkeuring van de VMSW, kan een afwijkende verdeelsleutel worden toegepast.
De subsidie, vermeld in artikel 1, kan niet worden aangewend voor de kosten waarvoor de sociale huisvestingsmaatschappij al een tussenkomst van het Vlaamse Gewest of een andere overheid heeft ontvangen.
De sociale huisvestingsmaatschappij die een subsidie als vermeld in artikel 1 ontvangt, bezorgt aan de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen uiterlijk op 15 juli 2022 een gedetailleerde afrekening van alle kosten en tussenkomsten, vermeld in het vierde lid, van het boekjaar 2021 die verbonden zijn aan haar opdracht om als kredietbemiddelaar op te treden.
Op voorstel van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen maakt het agentschap Wonen-Vlaanderen op uiterlijk 15 oktober 2022 een afrekening op basis van de stukken, vermeld in het vijfde lid en vordert het niet aangewende saldo van de subsidie, vermeld in artikel 1, terug.
Art.4. Het besluit van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatsteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen is van toepassing op de subsidie, vermeld in artikel 1.
Art.5. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art.6. De Vlaamse minister, bevoegd voor het woonbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.
De lijst van de sociale huisvestingsmaatschappijen die in aanmerking komen zoals vermeld in artikel 1 en het subsidiebedrag
Nr. | Naam | Bemiddelingsvergoeding |
1256 | Eigen Woning | 70 661 |
1290 | De Ark | 349 398 |
2228 | Providentia | 169 925 |
2290 | Gewestelijke Mij. voor Volkshuisvesting | 59 296 |
2360 | Sociaal Wonen arro Leuven | 186 535 |
3100 | Vivendo | 231 774 |
3120 | WoonWel | 216 243 |
3200 | Ons Onderdak | 114 423 |
3230 | Goedkope Woning | 268 113 |
3330 | De Mandel | 221 260 |
3390 | Woonmaatschappij IJzer & Zee | 137 827 |
4090 | Meetjeslandse Bouwmij. voor volkswoningen | 20 457 |
4200 | SHM Denderstreek | 281 889 |
4270 | Sociale Huisvestingsmij. Vlaamse Ardennen | 100 733 |
4360 | WONEN cvba | 47 428 |
9530 | Sociale Bouw- en Kredietmij. Arro Antwerpen | 828 402 |
9540 | Gewestelijke Mij. voor de KLE van Mechelen en omstreken | 234 743 |
9560 | Kleine Landeigendom Zuiderkempen | 213 293 |
9710 | Vooruitzien | 461 428 |
9760 | Landwaarts | 578 170 |
9780 | Kleine Landeigendom | 420 225 |
9820 | Sociale Bouw- en Kredietmaatschappij Dendermonde | 138 606 |
9830 | Het Volk | 610 465 |
9850 | Waasse Landmaatschappij | 421 368 |
| TOTAAL: | 6 382 662 |